Reputatie verdedigen met persbericht mag
De forensisch accountant, die de burgemeester van Schiedam in een persbericht beschuldigde van laster, heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Ook al heeft het Openbaar Ministerie eerder besloten de burgemeester niet wegens laster te vervolgen.
Accountantskamer
- Zaaknummers:
- 11/1868 Wtra AK
- Datum uitspraak:
- 14 mei 2012
- Oordeel:
- ongegrond
- Maatregel:
- geen
- Status:
- definitief
- Vindplaats:
- ECLI:NL:TACAKN:2012:YH0260
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
Een forensisch registeraccountant en zijn medewerkers onderzoeken in 2011 het al dan niet professioneel handelen van de burgemeester, de integriteit van de ambtelijke organisatie en de effectiviteit van de klokkenluidersregeling in de gemeente Schiedam.
De onderzoekers houden daarvoor onder meer 28 interviews en spreken met 25 anonieme melders. De burgemeester reageert op beide concept-verslagen van de twee interviews die met haar zijn gehouden. De burgemeester benut bovendien de gelegenheid om te wijzen op eventuele onjuistheden in het document met feitelijke bevindingen. Het complete concept-rapport heeft zij echter niet ter inzage gekregen voordat het naar de gemeenteraad ging. Ondanks een poging om dat vooraf via een kort geding in handen te krijgen.
Nadat het rapport verschenen is, geeft de burgemeester verschillende interviews aan de media. Daarin zegt zij onder meer: "De geruchten zijn direct voor waar aangenomen en de onderzoekers zijn vervolgens op zoek gegaan naar getuigen die daar zo veel mogelijk bij aansloten." De burgemeester haalt in een ander interview een persoon aan die eerder door de forensisch accountant is onderzocht: "... meisje maak je geen illusies, A doet geen onafhankelijk onderzoek". De burgemeester voegt daaraan toe: "De conclusies stonden vooraf al vast." (...) Ik zou de gemeenteraad willen meegeven: (...) stuur aan op een echt onafhankelijk onderzoek." Ook zegt zij: "Ik heb wel kennis genomen van de verslagen, maar ik heb geen kennis genomen van de dwarsverbanden en van de conclusies."
De accountant brengt een persbericht uit, waarin hij aankondigt aangifte wegens laster te doen tegen de inmiddels opgestapte burgemeester. Daarin staat onder andere: "Zij beweert in strijd met de waarheid onder meer dat wij haar onze bevindingen niet in concept hebben voorgelegd en dat het rapport is gebaseerd op verklaringen van mensen die zij niet kent. Ook bezoedelt zij de integriteit van de onderzoekers. De kortgedingrechter heeft echter vastgesteld dat afdoende wederhoor heeft plaatsgevonden. De conclusie van angstcultuur is gebaseerd op e-mails van haar eigen hand, op een eerder onderzoek door een extern bureau onder 45 leidinggevenden en op interviews (...) van 28 haar bekende, en in het rapport herkenbare personen. En daar komen dan nog de vertrouwelijke meldingen bij. (...) Als onderzoeksbureau en als bureau dat adviseert in integriteitsvraagstukken moeten wij onze reputatie beschermen. Wij kunnen niet anders."
Het Openbaar Ministerie besluit de oud-burgemeester echter niet te vervolgen. Daarop dient zij een klacht in tegen de accountant.
Klacht
De accountant heeft:
- door een persbericht uit te geven - waarin hij de klaagster beticht van laster, terwijl hij zich daaraan zelf schuldig maakt, en haar daarover niet vooraf in te lichten of te horen - haar de mond gesnoerd en inbreuk gemaakt op haar vrijheid van meningsuiting;
- de beginselen van integriteit-deskundigheid en zorgvuldigheid, geheimhouding en professioneel gedrag geschonden.
Oordeel
De klacht is ongegrond.
Volgens de Accountantskamer ligt het gezien het publieke karakter van wat er onderzocht moest worden voor de hand dat de resultaten van het onderzoek publiekelijk bekend werden gemaakt en dat daarover een publieke discussie werd gevoerd. Als de burgemeester daaraan deelneemt moet zij rekening houden met een repliek.
Daarbij komt dat het standpunt dat een accountant in zijn zakelijke betrekkingen - al dan niet in rechte - inneemt, alleen in buitengewone omstandigheden kan leiden tot een gegrond tuchtrechtelijk verwijt. Van zulke bijzondere omstandigheden is onder meer sprake wanneer het standpunt dat de accountant inneemt bewust en te kwader trouw onjuist of misleidend blijkt te zijn dan wel in de ogen van een redelijk en goed geïnformeerde derde schadelijk is voor de goede naam van het accountantsberoep.
Verder staat het een accountant in het algemeen vrij (civielrechtelijke) rechtsmaatregelen te nemen om zijn eigen belang te bewaken. Daarbij moet hij echter wel een zorgvuldige belangenafweging maken tussen zijn eigenbelang en de (voor hem kenbare) belangen van de ander, die kunnen worden geschaad door de rechtsmaatregelen. Op grond van de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit mag hij die juridische maatregelen niet lichtvaardig nemen.
De Accountantskamer leidt uit de uitspraken in de interviews af dat de oud-burgemeester meermalen publiekelijk heeft verklaard dat de onderzoekers geen hoor en wederhoor hebben toegepast en haar niet in de gelegenheid hebben gesteld om op de onderzoeksbevindingen te reageren, terwijl zij wist dat deze uitlatingen evident onjuist waren. Ook heeft hij op grond van feiten, waarvan zij wist dat deze niet helemaal juist waren, de integriteit van de onderzoekers in twijfel getrokken.
Door hierop te reageren met een klacht en een enigszins onderbouwd persbericht heeft de accountant de grenzen van proportionaliteit en subsidiariteit niet overschreden. Dat de accountant zonder succes aangifte heeft gedaan wegens laster doet daaraan niets af of toe.
De accountant was niet verplicht de oud-burgemeester vooraf te waarschuwen dat hij een persbericht zou uitbrengen. De Accountantskamer vindt ook niet dat de accountant met de klacht en het persbericht het recht op vrije meningsuiting van de oud-burgemeester heeft geschonden.
Maatregel
Geen.
Meer informatie
Zie ook het bericht en de uitspraken over de andere klacht van de burgemeester en de klacht van de loco-secretaris/clustermanager Dienstverlening van Schiedam.