Tuchtrecht

Waarschuwing voor nalaten wederhoor

Het is vrijwel altijd in het belang van zowel de kwaliteit van het onderzoek als van de juiste omgangsvormen dat de onderzochte persoon de gelegenheid krijgt een bijdrage te leveren aan het onderzoek in de vorm van hoor en wederhoor.

Accountantskamer

Zaaknummers:
11/2037 Wtra AK
Datum uitspraak:
14 mei 2012
Oordeel:
deels gegrond
Maatregel:
waarschuwing
Status:
bevestigd, CBb 18 december 2014, AWB 12/610
Vindplaats:
ECLI:NL:TACAKN:2012:YH0261, Samenvatting CBb-uitspraak

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een forensisch registeraccountant en zijn medewerkers onderzoeken in 2011 het al dan niet professioneel handelen van de burgemeester, de integriteit van de ambtelijke organisatie en de effectiviteit van de klokkenluidersregeling in de gemeente Schiedam.

De onderzoekers houden daarvoor onder meer 28 interviews en spreken met 25 anonieme melders. Ook de loco-secretaris c.q. clustermanager Dienstverlening van de gemeente wordt onderworpen aan een interview. Op 5 augustus krijgt hij per e-mail het verzoek om uiterlijk 10 augustus te reageren op een document waarin feitelijkheden worden geschetst over de benoeming van de afdelingsmanager Communicatie. De clustermanager krijgt vijf feitelijke stellingen en tien vragen voorgeschoteld. Daarop reageert hij drie dagen later per e-mail.

Eind augustus brengt de accountant zijn definitieve rapport uit aan de gemeenteraad. Daarbij voegt hij een afzonderlijk rapport over de bemoeienis van de clustermanager met de benoeming van de afdelingsmanager Communicatie. Deze bevindingen zijn in een apart rapport neergelegd omdat de accountant de privacy wil beschermen van de clustermanager die "geen onderwerp van onderzoek" was.

In het aparte onderzoek staat onder meer: "De clustermanager Dienstverlening heeft bij de voorgenomen aanstelling van het afdelingshoofd Communicatie naar onze mening het belangentegenstellingselement niet op zijn juiste waarde onderkend (...) Wij beoordelen het handelen van de clustermanager Dienstverlening als onzorgvuldig en strijdig met de vereisten van goed ambtenaarschap ..."

De clustermanager dient een klacht in tegen de accountant.

Klacht

De accountant heeft:

  • de onderzoeksopdracht en het onderzoeksbereik vrijwel dagelijks gewijzigd;
  • ten onrechte hoor en wederhoor achterwege gelaten;
  • een eenzijdig rapport uitgebracht door slechts belastende verklaringen op te nemen en af te gaan op anonieme verklaringen;
  • een rapport uitgebracht met feitelijke onjuistheden waarin onjuiste conclusies worden getrokken;
  • de beginselen van integriteit, objectiviteit, deskundigheid en zorgvuldigheid en geheimhouding geschonden.

Oordeel

De klacht is deels gegrond.

Er kan niet worden vastgesteld of de accountant bij zijn werkzaamheden rekening heeft gehouden met de Praktijkhandreiking persoonsgerichte onderzoeken nummer 1112, die van belang is om de uitvoering van een persoonsgericht onderzoek te beoordelen. De accountant heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat hij de clustermanager voorafgaand aan het interview schriftelijk heeft geïnformeerd dat ook zijn functioneren, handelen of nalaten zouden worden onderzocht en beoordeeld. Omdat de accountant een negatief oordeel velt over het handelen van de clustermanager moet de conclusie zijn dat hij de gerechtvaardigde belangen van de clustermanager onvoldoende heeft meegewogen bij de uitvoering van het onderzoek. Maar de klager heeft niet aangetoond dat de accountant de onderzoeksopdracht of het bereik van het onderzoek heeft gewijzigd.

De Accountantskamer zet vervolgens uitgebreid uiteen dat de Praktijkhandreiking persoonsgerichte onderzoeken hoor en wederhoor niet zonder meer voorschrijft, maar het beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid in principe wel. Een accountant die een persoonsgericht onderzoek doet, hoeft niet per definitie iedereen te horen op wie het onderzoek (mede) betrekking heeft. Volgens de Praktijkhandreiking mag de accountant zelf beoordelen of hij het horen achterwege kan laten omdat hij zonder deze personen te horen ook een deugdelijke grondslag voor zijn rapportage kan verkrijgen. Maar het is vrijwel altijd in het belang van zowel de kwaliteit van het onderzoek als van de juiste omgangsvormen tussen de accountant en de onderzochte persoon dat laatstgenoemde de gelegenheid krijgt een bijdrage te leveren aan het onderzoek in de vorm van hoor en wederhoor.

Als de accountant terecht van oordeel is dat het horen achterwege kan blijven, volstaat het om de onderzochte persoon de gelegenheid te geven te reageren op het conceptrapport en daarbij aanvullende inlichtingen te verstrekken (wederhoor). Wederhoor is geen doel of verplichting op zich, maar doorgaans een belangrijke waarborg om te voorkomen dat de beginselen deskundigheid, zorgvuldigheid en professioneel handelen worden bedreigd.

Wederhoor is een middel om een deugdelijke grondslag voor een rapport te krijgen, maar het ontbreken van hoor en wederhoor betekent op zichzelf niet dat een deugdelijke grondslag ontbreekt. Volgens de Accountantskamer brengt het beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid met zich mee dat de accountant inderdaad wederhoor toepast, alvorens tot rapportage wordt overgegaan. Tenzij zich bijzondere omstandigheden voordoen.

In beginsel mag de accountant bepalen hoe hij het wederhoor invult. Zo kan hij (delen van) het concept-rapport ter inzage geven of toezenden. Maar de accountant moet wel rekening houden met het belang van geheimhouding en de gerechtvaardigde wensen en verlangens van degenen op wie het concept-rapport betrekking heeft. De clustermanager is slechts bij twee van de zestien onderzochte onderwerpen betrokken. Om het risico van uitlekken te voorkomen, heeft de accountant er terecht voor gekozen niet het gehele concept-rapport voor te leggen aan de clustermanager die geen onderwerp van onderzoek was.

Maar anders dan de accountant meent de Accountantskamer dat het voorleggen van vijf stellingen en tien vragen niet is te kwalificeren als wederhoor. De onderzochte persoon heeft namelijk een verzoek om nadere informatie gekregen, maar niet de gelegenheid om te reageren op de bevindingen uit het onderzoek.

Over het rapport zelf merkte de Accountantskamer op dat de accountant bij de selectie en presentatie van de verzamelde gegevens eenzijdigheid moet voorkomen. Het is de accountant echter niet verboden zelf een conclusie te verbinden aan het materiaal dat hij heeft verzameld over de integriteit van de betrokken personen wanneer dat onderdeel uitmaakt van de opdracht.

De verwijten dat de accountant zich heeft gebaseerd op roddels en zich heeft bezondigd aan suggestief woordgebruik vindt de Accountantskamer niet terecht. Wel vindt de Accountantskamer dat voor twee van de vier beoordelingen een deugdelijke grondslag ontbreekt. De Accountantskamer baseert dit oordeel op zijn beurt op de gegevens die tijdens de zitting naar boven zijn gekomen. Die gegevens zijn niet volledig, omdat de accountant niet alle informatie heeft verstrekt of onderbouwd.

Al met al heeft de accountant:

  • de klager niet tijdig en volledig laten weten dat ook diens functioneren, handelen en nalaten zou worden onderzocht en beoordeeld;
  • de opdracht en de uitgebrachte rapportage niet helder omlijnd omschreven;
  • geen wederhoor toegepast;
  • bij twee van de vier kritische beoordelingen niet gezorgd voor een deugdelijke grondslag.

Maatregel

Omdat de werkwijze en het rapport deels ondeugdelijk zijn, maar ook weer niet helemaal, en omdat accountants in vergelijkbare gevallen ook zijn gewaarschuwd, volstaat de Accountantskamer met een waarschuwing.

Meer informatie

Zie ook dit bericht.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.