Opinie

Op het schoolplein

Vorige week viel ik als Alice in Wonderland in de accountancyput. Beduusd keek ik om me heen: ik was geland op het schoolplein van de lagere school in Spijkenisse. Mijn vriendjes uit de vijfde klas renden om me heen.

De zorgloosheid van dat schoolplein in de (kleine) pauzes. Onze wereld was klein. We waren onbekommerd. Droegen geen verantwoordelijkheid. Leefden van minuut tot minuut. We hadden geen enkel besef van de grotemensenwereld.

We wilden alleen maar lol hebben. Lazen niet de krant. Keken niet naar het journaal. Konden het woord integriteit spellen noch begrijpen. We waren naïef en onschuldig, hadden geen notie van 'de samenleving', 'de politiek', 'de kritische burger'.

Wij wilden alleen maar voetballen op straat en wachtten op de laatste bel om onze kinderwereld in te trekken, waar we nog geloofden in de magie van cowboys en indianen, Batman, soldaatje spelen en het dragen van de schooltas van Kathy, op wie ik verliefd was zonder te beseffen wat dat precies was.

De grote - echte - mensenwereld waar onze ouders grote mensendingen deden was onbegrijpelijk, en ver weg. We leefden in een parallele wereld van de onschuld. We leefden van moment tot moment.

Ik zag dit schoolplein half maart al in de reacties van accountantskantoren en de NBA op het AFM-rapport over de kwaliteit van de controles van middelgrote kantoren. Volledig gespeend van een begin van begrip hoe volwassenen kijken naar het schoolplein.

Het nieuws was toch niet echt breaking news voor de kritische volgers in de samenleving die sinds 2000 de boekhoudschandalen, tuchtzaken en wereldwijde politieke pleidooien voor herinrichting van het vak een beetje volgen. Vriend en vijand van de voormalige onafhankelijke accountancywereld weten inmiddels wel dat - in de woorden van Shakespeare in Hamlet - 'there's something rotten in the State of Denmark'.

De staat van de accountancy staat wereldwijd in de schijnwerpers van regeringen, toezichthouders, parlementen, kritische cliënten, geïnformeerde krantenlezer, kijkers naar Pauw en Witteman en Buitenhof. Om maar te zwijgen van de stroom aan onderzoeksjournalistiek, blogs en wetenschappelijke studies over het symbolische karakter van de ‘verantwoordelijkheid jegens het maatschappelijk verkeer'.

Maar het dringt niet echt door tot het schoolplein. Op het schoolplein hielden we vast aan onze eigen gemaakte regels. Drie corners: penalty. En, dat ventje met dat ziekenfondsbrilletje dat in de klas slimmere vragen stelde dan ons, mocht niet meespelen omdat hij te bijdehand was. En, trouwens toch niets begreep van onze spelletjes. Toen gebruikten we scheldwoorden voor die losers. Net als nu, diep in de put, voor toezichthouders die de publiecke saeck dienen. De publiecke wat..?

Vorige week werd het nog eens dunnetjes overgedaan in de discussie over het afsluiten van raamcontracten voor advisering door de grote vier. Op de valreep, voordat per 1 januari 2013 de scheiding tussen controle en advisering in werking trad, vanwege de overgangsregeling van twee jaar.

In een reactie zegt PwC 'met veel verbazing' kennis te hebben genomen van van de opstelling van de AFM. 'Naar ons idee zijn wij nog volop in discussie met de toezichthouder over de interpretatie van de overgangsregeling.'  

Dus als je in discussie bent met elkaar is het geoorloofd (en legitiem) om voorafgaand aan de uitkomst van een volwaardig professioneel - en maatschappelijk uiterst relevant - debat gewoon je eigen goddelijke gang te gaan? En, gewoon vooruitlopend op consensus en het maken van afspraken, disrespect te betonen aan zowel de gesprekspartners als het maatschappelijk verkeer?

KPMG noemt de uitspraken van de AFM 'populistische one-liners, prematuur en tendentieus'.

Er sprak een verongelijktheid uit die me deed denken aan de ruzies die we op het schoolplein hadden over of een schot op de paal was of net binnenkant paal - en er dus was gescoord. De paal bestond uit een schooltas, dus het waren puur denkbeeldige ruzies. Maar ik herinner me de verongelijktheid van zelfingenomen straatvoetballertjes die blind waren voor de mening van anderen, die niet konden omgaan met kritiek. Die dachten op grond van verwrongen ideeen over hun voetbalkwaliteiten dat zij een monopolie hadden op de ‘waarheid'.

In de grotemensenwereld van verantwoordelijke media, de Tweede Kamer, toezichthouders, onafhankelijke (accountanty) hoogleraren en burgers passen dit rapport en de (defensieve) reacties in het patroon van het steeds verder wegzakken van het trotse accountantsbeeldmerk. Dat sinds 2000 afzakt in het drijfzand van onverantwoordelijkheid, onnozelheid over het afbladderende imago en ongeloofwaardigheid. En onwaarachtige reacties en standpunten inneemt tegenover een kritische samenleving die meewarig kijkt naar het accountancyschoolplein van de naïviteit.

In een hoofdredactioneel commentaar van 28 maart schrijft de NRC: 'Accountants hebben kennelijk een andere opvatting over hun vertrouwensrol in het bedrijfsleven dan politici en de samenleving zelf.'

Op het schoolplein hadden wij ook andere opvattingen dan de grotemensenwereld. Maar dat duurde bij ons maar een paar jaar.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Bob Hoogenboom is hoogleraar forensic business studies Nyenrode en veiligheidsvraagstukken aan de Vrije Universiteit.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.