KPMG: 'Oneliners AFM tendentieus en prematuur'
KPMG zegt met grote verwondering kennis genomen te hebben van uitspraken van de AFM in de media over het afsluiten door de big four van contracten voor adviesdiensten bij controlecliënten. De 'populistische one liners' van de AFM zijn volgens het kantoor 'niet op feiten gebaseerd, tendentieus en prematuur'.
Persbericht van KPMG:
KPMG ontstemd over uitspraken AFM
KPMG heeft met grote verwondering kennis genomen van uitspraken van de AFM in de media. Ondernemingen en accountantsorganisaties zouden in strijd met nieuwe wetgeving hebben gehandeld door vóór 1 januari 2013 contracten af te sluiten voor advieswerkzaamheden bij controlecliënten die na 1 januari niet langer zijn toegestaan. KPMG is pas vanavond op de hoogte gesteld van de conclusies van de AFM na een generiek onderzoek bij de Big Four. Nog voordat we hierover het gesprek kunnen aangaan, zoekt de AFM de media op. KPMG is zeer verbaasd over de populistische one liners die nu in de media verschijnen. Ze zijn niet op feiten gebaseerd, tendentieus en prematuur. De AFM moet toezien op zorgvuldige processen bij accountantsorganisaties. Dat zou de AFM voor zichzelf ook moeten bewaken.
De Wet op het accountantsberoep (Wab) beoogt dat accountantsorganisaties vanaf 1 januari 2013 geen advieswerkzaamheden meer verrichten bij Organisaties van Openbaar Belang (OOB's) waar zij optreden als externe accountant, tenzij deze werkzaamheden een direct verband houden met de controle. Daarbij heeft de wetgever bewust een overgangstermijn van twee jaar aangehouden: alle advieswerkzaamheden die vóór 1 januari 2013 zijn overeengekomen, mogen met een maximale periode van twee jaar worden afgemaakt. Volgens KPMG is deze overgangstermijn toegevoegd omdat het wetgevingstraject zeer lang heeft geduurd en er slechts drie weken waren tussen het moment dat de Eerste Kamer met de wet instemde en de inwerkingtreding. Dat is door leden van de Senaat ook expliciet naar voren gebracht, mede in het belang van het maatschappelijk verkeer om organisaties niet van het ene op het andere moment met nieuwe wettelijke spelregels te overvallen.
KPMG herkent het beeld niet dat ondernemingen in de laatste maanden vóór de inwerkingtreding van de nieuwe wet massaal contracten hebben afgesloten om advieswerkzaamheden, met name op fiscaal gebied, ook na 1 januari 2013 veilig te stellen. KPMG heeft daar ook geen belang bij, aangezien de fiscale activiteiten van KPMG Meijburg (financieel) los staan van de accountants- en adviestak van KPMG. Voor zover ondernemingen gebruik maken van de wettelijke overgangstermijn, is daar naar de mening van KPMG helemaal niets dubieus aan. Het gaat vaak om zeer complexe internationale advieswerkzaamheden die niet van de ene op de andere dag door nieuwe dienstverleners kunnen worden overgenomen. Dat heeft de wetgever ook onderkend en is de ratio van de wettelijke overgangstermijn. KPMG is verbaasd dat dit nu bij de AFM op onbegrip stuit met diskwalificaties als: "De kantoren dachten handig te zijn, maar die handigheid wordt door ons niet op prijs gesteld". De AFM is toezichthouder. Als zij echt vinden dat KPMG de wet heeft ontdoken, dan moet de AFM optreden. Nu roept de AFM ons op om nog eens goed naar de contracten te kijken. Daardoor blijft er mist hangen over de uitleg van de wet.
Uiteraard respecteert KPMG dat de AFM een visie heeft op de interpretatie van de wetgeving. Maar het is allereerst aan de wetgever zelf om eventuele verwarring rond de duiding van de wet weg te nemen. KPMG roept alle betrokken dan ook op tot een gezonde dialoog om helderheid in deze kwestie te verkrijgen.