Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Twee registeraccountants bij verschillende kantoren op Curaçao werken samen aan een controleopdracht. De twee krijgen ruzie over de financiële afwikkeling. Daarbij verhindert de ene accountant op fysieke wijze dat de andere uit het kantoor kan weglopen voordat die heeft betaald. De bedreigde accountant schrijft onder druk een cheque uit van 13 mille.

De bedreigde accountant doet aangifte bij de politie en dient een klacht in bij de Accountantskamer.

Ook de dreigende accountant dient een klacht in: de fysieke bedreiging zou een verzinsel zijn.

De klacht van de bedreigde accountant tegen bedreiger wordt gegrond verklaard. De Accountantskamer legt daarvoor een waarschuwing op. De klacht van de bedreiger wordt ongegrond verklaard.

De veroordeelde accountant gaat tegen beide uitspraken in beroep.

Beroepsgronden

AWB 12/721

Deze uitspraak betreft de gegrond verklaarde klacht tegen de bedreiger en de opgelegde waarschuwing.

De Accountantskamer heeft in de weergave van de verklaringen ten onrechte geschreven dat hij de andere accountant heeft belet de kamer uit te lopen en die accountant daarbij op een bedreigende manier vasthield en tegen de muur drukte.

AWB 12/722

De Accountantskamer heeft ten onrechte twee klachtonderdelen ongegrond verklaard in de klacht van de bedreiger.

Oordeel

Beide beroepen zijn ongegrond.

AWB 12/721

Op de zitting bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de bedreiger ontkend dat hij bij de Accountantskamer de verklaringen heeft afgelegd die in de uitspraak zijn weergegeven. Er is wel fysiek contact geweest, maar dat kwam erop neer dat hij niet kon voorkomen dat de bedreigde accountant tegen hem opliep omdat de kamer waarin geruzied werd zo klein was.

Omdat de bedreiger pas op de zitting bij het college met deze nieuwe lezing van het fysieke contact is gekomen en zijn ontkenning van het vasthouden en tegen de muur drukken verder niet heeft onderbouwd, volgt het college de weergave door de Accountantskamer. Omdat de bedreiger pas met de nieuwe lezing kwam nadat het college hem zijn verklaringen bij de Accountantskamer voorhield, vindt het college de ontkenning ook "niet overtuigend".

De stelling van de bedreiger, dat de bedreigde accountant bij de politieaangifte een valse voorstelling van zaken heeft gegeven, stuit volgens het college af op de verklaringen die de Accountantskamer heeft vastgesteld. Mede omdat de bedreigde accountant consequent heeft vastgehouden aan zijn versie van de gebeurtenissen heeft de Accountantskamer zich niet ten onrechte gebaseerd op de verklaringen van de twee accountants.

De Accountantskamer vindt het terecht aannemelijk dat de bedreiger zich tegenover de bedreigde accountant fysiek zo heeft gedragen dat daardoor een bedreigende situatie ontstond. Dat de bedreigde accountant groter is dan de bedreiger doet aan de inhoud en overtuigingskracht van de verklaringen niet af en betekent niet dat er geen sprake geweest kan zijn van een fysiek dreigende situatie.

AWB 12/722

Deze uitspraak betreft het hoger beroep tegen de ongegrondverklaring van de klacht die de bedreiger had ingediend tegen de bedreigde accountant.

De bedreiger heeft niet aannemelijk gemaakt dat de bedreigde accountant tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld. De bedreigde accountant mocht gewoon de verdeelsleutel van het honorarium aan de orde te stellen voordat hij de factuur van de andere accountant zou betalen. Daarmee heeft hij geen onderlinge (betalings)afspraken geschonden. De Accountantskamer heeft klachtonderdeel a dus terecht ongegrond verklaard.

Datzelfde geldt voor klachtonderdeel b. Volgens de Accountantskamer is het aannemelijk is dat er "op initiatief van" de bedreiger sprake is geweest van zulk fysiek contact dat een bedreigende situatie ontstond. Het beroep hiertegen heeft het college inhoudelijk al afgewezen in AWB 12/721. Omdat de bedreiger in de kern dezelfde argumenten aanvoert, verwijst het college naar die uitspraak.

Maatregel

Waarschuwing.