Beslaglegging redelijk, maar in strijd met geheimhouding
Een ontslagen RA heeft terecht beslag laten leggen bij cliënten van haar voormalige werkgever toen deze AA haar ontslagvergoeding niet uitbetaalde. Maar zij had daarbij geen gebruik mogen maken van de vertrouwelijke cliëntgegevens.
Accountantskamer
- Zaaknummers:
- 12/1029 Wtra AK
- Datum uitspraak:
- 21 december 2012
- Oordeel:
- deels gegrond
- Maatregel:
- geen
- Status:
- definitief
- Vindplaats:
- ECLI:NL:TACAKN:2012:YH0336
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
Een accountant-administratieconsulent ontslaat een registeraccountant. De registeraccountant heeft nog achterstallig loon tegoed en spant een kortgeding aan. Medio september 2009 wordt op de zitting bij de kantonrechter afgesproken dat de werkgever haar vóór 1 oktober 2009 een bruto bedrag van 16 mille betaalt, waarbij zij moet aangeven op welke fiscaal correcte wijze dat moet gebeuren. Als de gekozen fiscale oplossing niet acceptabel is voor de Belastingdienst zullen de gevolgen daarvan voor rekening komen van de ontslagen accountant.
Na enig geharrewar maakt de AA op 30 oktober op de privérekening van de ontslagen accountant 8.889,14 euro over, te weten het netto-equivalent van de 16 mille. De registeraccountant stort dit bedrag op 2 november terug met de vermelding "retour, niet conform rechterlijke beschikking".
Op 4 november komt om 16.17 uur alsnog de 16 mille binnen, op de rekening van de persoonlijke holding van de accountant. De accountant heeft die ochtend echter juist executoriaal derdenbeslag laten leggen onder een aantal cliënten van het kantoor van haar voormalige werkgever.
In maart 2012 stuurt de AA de oud-werknemer een brief waarin hij wijst op een uitspraak van de Accountantskamer, die het te ver vindt gaan als de ene accountant de ander dreigt met beslaglegging. De AA dreigt de ontslagen RA met een claim van 50 mille en vraagt haar om een reactie. Twee maanden later dient hij een klacht in tegen de RA.
Klacht
De RA heeft:
a. het onmogelijke geëist, namelijk een bruto ontslagvergoeding, terwijl zij weet - althans als registeraccountant behoort te weten - dat klager als werkgever gehouden was loonbelasting en premies in te houden, tenzij de accountant zou zorgen voor een deugdelijke verklaring van de fiscus. De accountant had ten minste in overleg moeten treden en een bewijs van een stamrecht-bv moeten leveren en had niet in strijd met wetgeving moeten handelen;
b. executoriaal derdenbeslag gelegd onder cliënten van de klager, terwijl zij een manier had kunnen kiezen die minder verstrekkende gevolgen had voor de klager en zijn cliënten en heeft geen gebruik mogen maken van de vertrouwelijke informatie over de cliënten van klager.
Oordeel
De klacht is deels gegrond.
Anders dan in de uitspraak die de klager aanhaalt, is de Accountantskamer in dit geval van mening dat de accountant een zorgvuldige afweging heeft gemaakt alvorens beslag te laten leggen. De AA was in dit geval namelijk akkoord gegaan met de bruto-uitbetaling van de ontslagvergoeding van 16 mille en had ook uitdrukkelijk afgesproken dat de gevolgen voor fiscale missers bij de ontslagen accountant zouden liggen. De stelling dat de AA het bedrag niet in zijn geheel hoefde over te maken, vindt de Accountantskamer dan ook onzin. "Klager dient als accountant wel beter te weten."
Volgens de Accountantskamer is de AA willens en wetens akkoord gegaan met de uitbetaling van het volledige bedrag zonder inhouding, maar vervolgens gaan eisen dat er een driepartijenovereenkomst moest worden gesloten, met de Belastingdienst als derde, om zekerheid te krijgen over de stamrechtvrijstelling. De 'halsstarrige houding' van de klager heeft de accountant volgens de Accountantskamer kunnen uitleggen als onwil om te betalen. Ook heeft zij de nodige aanmaningen gestuurd. Daarom is het beslag te rechtvaardigen. Ook al omdat het gaat om onbetaald gelaten salaris en omdat er geen minder zwaar alternatief voorhanden was.
De accountant had echter geen gebruik mogen maken van de vertrouwelijke informatie die zij als accountant had verkregen. Zij heeft die informatie ten behoeve van zichzelf gebruikt, terwijl het beginsel van geheimhouding noopt tot terughoudende omgang met vertrouwelijke informatie. Dus hoewel de keuze voor derdenbeslag redelijk was, heeft de accountant met het beslag gehandeld in strijd met haar geheimhoudingsplicht.
Maatregel
De Accountantskamer besluit geen maatregel op te leggen omdat:
- de keuze voor het beslag gerechtvaardigd was;
- het beslag door het optreden van de klager is uitgelokt;
- de klager dus zelf schuld heeft aan het beslag;
- de klager drie jaar heeft gewacht met het indienen van de klacht;
- en met de klacht en de claim vooral zichzelf wil bevoordelen.