Rondetafel nodig over spreekrecht accountant
Vanmorgen las ik in het Financieele Dagblad dat de vereniging van beursgenoteerde bedrijven VEUO haar achterban laat weten dat de accountant tijdens de aandeelhoudersvergadering alleen in kan gaan op vragen over de opzet van de controle en de controleverklaring.
Daarmee reageert zij op de door de Vereniging van Effectenbeziters (VEB) aan de zes grotere accountantskantoren geuite wens de accountant in de aandeelhoudersvergadering van beursgenoteerde ondernemingen diens rol als ‘vertrouwensman van het maatschappelijk verkeer' waar te laten maken.
Zo zal de VEB de accountant onder andere vragen stellen over de omvang van de controle, de schattingen en prognoses van het management, het corporate governance-verslag en de toenemende pensioenenproblematiek.
Interessante impasse, zo bedacht ik.
Interessant, omdat een maand geleden de UK Competition Commission tot de conclusie kwam dat de 'audit market does not serve the shareholders'.
Ik citeer: 'Although auditors are appointed to protect the interests of shareholders, who are therefore the primary customers, too often auditors' focus is on meeting the needs of senior management who are key decision takers on whether to retain their services.'
Dit statement wordt gemaakt ter ondersteuning van de Commission's wens tot vergroting van de verscheidenheid in de auditmarkt. Verder gaat zij nog in op de ontevredenheid van institutionele beleggers over de toereikendheid van de rapportering en communicatie door auditors.
Ik hoef hier natuurlijk niet uit te leggen dat Mazars de constateringen van de Competition Commission heeft onderschreven en actief wil bijdragen aan de gewenste verbeteringen.
Ook AFM-bestuurder Gerben Everts heeft onlangs de dienstbaarheid aan het maatschappelijk verkeer voorop gesteld. Hij stelt dat 'de draai terug moet worden gemaakt naar het maatschappelijk verkeer als "cliënt" van controlediensten'.
In dat licht moeten we ook de strikte uitleg bezien van de AFM van de niet langer naast de controle toelaatbare diensten, een ander actueel thema.
Nog interessanter is een ander dilemma dat zich hier openbaart. Vorige zomer hebben elf accountantskantoren de Code Accountantsorganisaties ondertekend. Deze code heeft tot doel het publieke belang van de controleverklaring (en andere uitingen) beter in de bedrijfsvoering te borgen, onder meer door intern toezicht door onafhankelijke derden en verbetering van de externe verantwoording.
Het toezicht door derden moet onder de Code leiden tot de instelling van een Commissie Publiek Belang (CPB). Ook moet de accountantsorganisatie een reguliere dialoog voeren met interne en externe belanghebbenden, waaronder in ieder geval de aandeelhouders van haar beursgenoteerde controlecliënten.
Ook Mazars is bezig met de instelling van de CPB en stelt zich actief op in de dialoog met externe belanghebbenden. De brief die wij van de VEB ontvingen beschouw ik als input vanuit een extern belanghebbende.
Wij hebben deze bekeken en met onze beursgenoteerde controlecliënten besproken in hoeverre de gestelde vragen zijn te beantwoorden binnen de huidige wet- en regelgeving. Natuurlijk zijn niet alle vragen te beantwoorden op basis van de door ons uitgevoerde controlewerkzaamheden. Maar toch is een flink aantal vragen vanuit het publieke perspectief bezien best logisch.
En daar wringt voor mij de schoen. Als accountant namens het publiek belang, een belang dat door middel van de Commissie Publiek Belang juist concrete vorm en invloed krijgt op onze bedrijfsvoering en externe verantwoording, zou ik dit dilemma willen bespreken in een rondetafel met alle stakeholders, inclusief onze beroepsorganisatie, beleggers, collega's, toezichthouders, commissarissen en besturen van beursgenoteerde ondernemingen.
Zodat duidelijk wordt wat het publieke belang op dit punt nu precies is en wil, en waar onze regels knellen. Zodat onze accountants een nog duidelijker rol hebben in een markt die op zoek is naar relevantie van en vertrouwen beursgenoteerde ondernemingen en hun accountants.