Nieuws 28 augustus 2019

Maatschap toch aansprakelijk, vennoten niet

Een accountantsmaatschap uit de Achterhoek is aansprakelijk voor de schade die investeerder Finsens Planning en Blanda Vastgoed hebben geleden, door bij de aankoop van een verliesgevende zorginstelling af te gaan op een ondeugdelijk rapport van twee accountants van het kantoor.

Lex van Almelo

Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft de vorderingen van Finsens Planning en Blanda begin mei, na afwijzing door de rechtbank, alsnog toegewezen, zo blijkt uit een onlangs gepubliceerd arrest. De vennoten van het kantoor blijven buiten schot vanwege de uitsluitingsclausule, die onder de gegeven omstandigheden echter niet geldt voor de maatschap.

Tijdelijke doorhaling

In 2014 neemt Finsens Planning het economische eigendom van een particuliere woonzorginstelling met vijftien wooneenheden. over van exploitant Blanda. Finsens laat de huisaccountant van Blanda rapporteren over de financiële vooruitzichten. De keuze voor dit kantoor is mede ingegeven door de deskundigheid op het terrein van zorginstellingen. Een registeraccountant en accountant-administratieconsulent van het kantoor komen echter met een ondeugdelijk rapport van bevindingen en een veel te rooskleurige prognose van de bezettingsgraad van de wooneenheden.

De Accountantskamer en het College van Beroep voor het bedrijfsleven vinden dat het rapport geen deugdelijke grondslag heeft. Het CBb verlengt de opgelegde tijdelijke doorhaling zelfs van één tot drie maanden, omdat de twee accountants financiële gegevens van Blanda hebben gebruikt zonder toestemming van de directie. Ook hebben zij het rapport uitgebracht zonder medeweten van de Blanda-directie. Daarbij hebben zij het objectiviteits- en vertrouwelijkheidsbeginsel geschonden. Bovendien is het rapport op talloze punten ongefundeerd.

Exoneratie

De zorginstelling gaat failliet, blijkt achteraf al jaren verlies te maken, maar maakt toch een doorstart. Finsens en Blanda claimen de schade bij de maatschap en de vennoten. De maatschap is de opdrachtnemer. Normaal gesproken zijn de maten dan persoonlijk aansprakelijk, als zij als beroepsbeoefenaren niet de zorgvuldigheid hebben betracht die je van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot mag verwachten.

In de algemene voorwaarden heeft de maatschap haar aansprakelijkheid en die van de maten en uitvoerenden uitgesloten. Als je de exoneratieclausule in dit geval redelijk uitlegt, is de maatschap onder deze omstandigheden wél aansprakelijk, zegt het gerechtshof. Zo gaat het aan beide zijden om professionele, commerciële partijen, die tijdens de procedure bij de rechtbank met zoveel woorden hebben gezegd dat zij ook tevreden zouden zijn met aansprakelijkheid van de maatschap alleen.

Volgens het hof heeft die maatschap de opdracht niet uitgevoerd zoals je van een redelijk bekwaam en redelijk handelend accountant mag verwachten. De maatschap heeft in strijd gehandeld met de verplichtingen van een goed opdrachtnemer. Mede omdat het kantoor zich op de kantoorwebsite en tegenover Finsens presenteerde (en presenteert)  als deskundige op het terrein van particuliere woonzorginstellingen en in ieder geval van 2012 tot 2014 de huisaccountant was van Blanda.

Als Finsens had geweten hoe de vork in de steel zat, had het de woonzorginstelling nooit gekocht. Het rapport heeft Finsens daarom zowel financiële als reputatieschade berokkend en de maatschap is daarvoor aansprakelijk.

Hoe hoog de schade is die het kantoor moet vergoeden en in hoeverre sprake is van eigen schuld van Finsens, wordt in een aparte procedure uitgezocht.