Discussie | Debat

Veel eensgezindheid tijdens NBA-debat 'Toekomst audit'

De accountancy heeft sectorbreed serieuze problemen en de urgentie om als sector zelf met overtuigende maatregelen te komen wordt unaniem gevoeld. De stuurgroep die het formuleren van die maatregelen gaat begeleiden wordt verbreed met mensen van buiten de oob-kantoren.

Geert Dekker

Die eensgezinde conclusies en de toezegging over de verbreding, dit laatste na pleidooien van diverse aanwezigen, waren enkele van de concrete resultaten tijdens het op 28 mei gehouden NBA-debat over 'De toekomst van de audit'. In totaal waren daarbij (deels op uitnodiging) zo'n 45 mensen aanwezig, onder wie zowel bekende 'critici', NBA-bestuurders als - vooral - vertegenwoordigers van accountantskantoren, waaronder alle big four.

De al eerder geplande bijeenkomst had op 14 mei een extra lading gekregen door de dwingende opdracht van de politiek aan de accountantssector om in september met concrete maatregelen te komen om de kwaliteit van de beroepsuitoefening te waarborgen. Zo niet, dan bekijkt de politiek zelf of extra maatregelen nodig zijn.

Als aftrap voor het debat, dat zeer strak en efficiënt werd geleid door oud-PvdA-voorzitter, presentator en programmamaker Felix Rottenberg, schetsten achtereenvolgens Giljam Aarnink (bestuurder EY), Marie-Pauline Lauret (partner Mazars) en Marcel Pheijffer (hoogleraar Nyenrode, blogger op Accountant.nl) kort hun analyse van het probleem en de mogelijke oplossingsrichtingen.

Giljam Aarnink formuleerde vier kernvragen: Staat het publiek belang wel centraal in het beroep? En kwaliteit? Zijn de maatschappelijke verwachtingen reëel en kunnen wij die wel leveren? En is de accountant wel transparant? "Soms lijkt het alsof er niks deugt", stelde hij. "De beeldvorming is aanmerkelijk negatiever dan de werkelijkheid. Er is al veel gebeurd. Maar we zijn er nog zeker niet en er moet concreet iets gebeuren om dat op te lossen. Het is zeker niet alleen perceptie, we moeten er met zijn allen op al deze punten de schouders onder zetten."

Cultuurverandering en diversiteit

Marie-Pauline Lauret benadrukte vooral het belang van cultuurverandering en pleitte in dat verband onder meer voor vergroting van de diversiteit bij de kantoren. "Niet alleen in termen van man-vrouw, maar ook in generaties en andere achtergronden. Betrek jonge mensen veel meer bij het debat en heb ook het lef om jongere mensen sneller te laten doorstromen."

Volgens Lauret is het beroep te passief, moeten accountants durven zeggen waar het verkeerd is gegaan en kan de houding 'wij worden niet begrepen' echt niet meer. Ook stelde ze vragen bij het huidige verdien- en partnermodel. "Wat wij in verleden hebben mogen verdienen door specifieke ontwikkelingen zoals IFRS, is geen norm meer voor nu. En ik ben niet per se tegen het partnermodel, maar je moet wel kijken naar de invulling daarvan. Daarbij gaat het over kwaliteit versus financiële prikkels."

Marcel Pheijffer stelde vast dat de huidige discussie ook 38 jaar geleden al werd gevoerd, getuige onder meer het rapport 'The Accounting Establishment' van de Amerikaanse Senaat in 1976. "We weten al heel lang wat er moet gebeuren, maar wat doet u er nu aan? Het lijkt op het verplaatsen van de dekstoelen op de Titanic. Voor de maatschappij is niet herkenbaar dat u er aan werkt."

Hij benadrukte dat wat er nu bij KPMG aan de hand is, ook bij andere kantoren had kunnen gebeuren. Hij hekelde accountants die kritiek van de AFM afdoen als 'zeuren over ISA-dingetjes', evenals 'het dogma' dat de combinatie controle-advies meerwaarde zou opleveren, het wijzen naar prijsdruk als oorzaak voor controleproblemen ("nee zeggen bij een te laag budget kan best") en ook de niet altijd geloofwaardige samenstelling van de commissies publiek belang bij oob-kantoren. "We doen inderdaad al veel, wordt gezegd. De vraag is echter: doen we de goede dingen?"

Zijn we een professie ten behoeve van het publiek belang of een industrie ten behoeve van de markt? Dat is volgens Pheijffer de kernvraag. "In het tweede geval moet je de controleverplichting afschaffen. In het eerste geval is mijn remedie: verhoog de grens voor verplichte controle drastisch - breidt wel de definitie van oob uit - en maak waar dat openbaar belang speelt, het toezicht nog scherper dan nu."

Verbreding van werk- en stuurgroep

Tot slot richtte hij zijn pijlen op de samenstelling van de eerder die dag door NBA-voorzitter Huub Wieleman in een column aangekondigde werkgroep en stuurgroep die, gewapend met de 'oogst' van het debat, de voorstellen voor maatregelen gaan formuleren. De werkgroep die het werk gaat doen is samengesteld uit jongere beroepsgenoten van oob-vergunninghoudende kantoren. Daarbij wordt ze begeleid door een stuurgroep samengesteld uit bestuurders van kantoren en de NBA.

Aansluitend bij eerder op de dag geplaatste kritiek in reacties op Accountant.nl pleitte Pheijffer voor het betrekken van bekende 'critici' en beroepsgenoten uit niet-oob-kantoren in die gremia. "Doe het niet alleen met de grote kantoren, want dan stimuleer je de kritiek, zowel van binnenuit als van buiten."

In de zaal was er veel bijval voor die oproep, onder meer van Tuacc-aanvoerder Pieter de Kok, Marie-Pauline Lauret en Steven van Eijck (voorzitter commissie publiek belang bij EY). Na concreet doorvragen door Felix Rottenberg zegde Wieleman toe gehoor te geven aan de kritiek en ook mensen van buiten de oob-sfeer in de stuurgroep op te nemen. Hij legde uit dat aanvankelijk voor de oob-opzet was gekozen omdat de discussie en aandacht nu eenmaal vooral in dat domein spelen en gezien de korte doorlooptijd snelheid en effectiviteit in de besluitvorming is vereist. Vervolgens zouden de maatregelen volgens hem dan worden vertaald naar andere segmenten.

"Maar er is duidelijk behoefte aan verbreding", erkende Wieleman. Ook de aanwezige big four-bestuurders stemden in met het verbreden van de stuurgroep.

Excuus van KPMG

De aanwezigen onderschreven vrijwel unaniem dat de huidige problemen de hele sector betreffen en niet alleen de veel aandacht trekkende big four en zeker ook niet alleen het momenteel geplaagde KPMG. Wel nam KPMG-bestuurder Marc Hogeboom de gelegenheid te baat voor het voorlezen van een met applaus onthaald openingsstatement:

"Beste mensen, voordat ik vanmiddag mijn bijdrage aan het debat zal leveren, stel ik het op prijs om een enkele opmerking te kunnen maken inzake KPMG.

Wij varen door wild water waarvan de deining door onszelf is veroorzaakt. In werk voor controleklanten dat ter discussie komt, in zaken die onszelf als organisatie aangaan. We schaden daarmee niet alleen de belangen van onszelf maar ook die van onze klanten, de maatschappij en van de beroepsgroep als geheel. En met name voor deze laatste wil ik in het kader van deze bijeenkomst van vanmiddag, namens KPMG mijn oprechte excuses aanbieden.

Ik doe dat in de overtuiging dat wij, en dat proces is al ingezet voordat wij eergisteren de welkome entree van Jan Hommen konden aankondigen, met alle kracht en prioriteit onze inspanningen zullen concentreren op de kwaliteit van ons controlewerk. Waarin we terug zullen gaan naar de basis, werkend zonder uiterlijk vertoon, degelijk en met ingeprent plichtsbesef. Ons terdege realiserend dat ons bestaansrecht ligt in onze vertrouwensrol voor de maatschappij. Dit motiveert mij om deel te nemen aan dit debat."

Vervolgens kwam in de diverse vragenrondes een serie vaststellingen, voorstellen en prioriteiten naar voren, waaronder:

  • innovatie;
  • doorbreken van de interne gerichtheid van de partnerstructuur;
  • maatschappelijk verkeer bepaalt wat wij moeten doen, niet wijzelf;
  • het beroep moet authentiek en met empathie worden beleefd;
  • kwaliteit moet tot in de haarvaten worden beleefd, is nu niet altijd het geval;
  • gebrek aan lef, kies voor het publieke belang;
  • de commissie publiek belang is nu een tandeloze tijger, er zijn externe bestuurders nodig;
  • meer wetenschappelijk onderzoek en toegang tot gegevens bij de kantoren;
  • betere samenwerking tussen opleiding en beroep;
  • het beroep ontbeert leiderschap, verbondenheid, een gemeenschappelijke visie;
  • er is een onbalans in ons beroep geslopen, te veel op geld verdienen gericht;
  • totaal gebrek aan inhoudelijke investering in het vak (geld verdienen is makkelijk, geld investeren is moeilijker);
  • meer diversiteit inbrengen verhoogt de geloofwaardigheid;
  • de toon aan de top moet gaan draaien, stakeholders moeten zien dat er werkelijk iets is veranderd;
  • kom met iets fundamenteels, op zijn minst de voorwaarde om alleen te praten met de raad van commissarissen, het bestuur is er alleen om vragen te beantwoorden;
  • betrek ook de andere disciplines binnen de grote organisaties bij de veranderingen.

Opvallend was dat over al deze suggesties geen grote verschillen van mening bleek te bestaan. Ook de vraag van Rottenberg aan de zaal wie het voor minstens 75 procent eens was met de gepresenteerde dogma's van Marcel Pheijffer, leidde tot een verrassend resultaat: het overgrote deel van de aanwezigen stak zijn hand op.

Kanttekeningen werden gezet bij de verantwoordelijkheden van de accountant. "De accountant is onderdeel van het systeem, en kan het niet alleen", stelde PwC-bestuurder Michael de Ridder. "Daarom zullen we ervoor moeten zorgen dat commissarissen veel meer dan nu het geval is hun verantwoordelijkheid als opdrachtgever nemen."

'Communiceer in alle openheid'

Rottenberg adviseerde het beroep om de komende maanden door te pakken en in september voor de politiek met een duidelijke lijst prioriteiten te komen, inclusief een beschrijving "in alle openheid" van welke maatregelen dan al zijn doorgevoerd en welke punten later zullen volgen, voor de korte, middellange en lange termijn. "Haal de kernpunten er uit en geef aan hoe de voortgang bij elk punt is. Dat moet kunnen in drie maanden, anders bent u geen knip voor de neus waard. Kom met een club die slagkracht heeft en een grote morele representativiteit. Die brede samenstelling is belangrijk. Dit is geen communicatietrucje, het moet snel en serieus. De Kamer moet zeggen: jullie hebben het niet slecht gedaan. Je moet verrassen en verbazen, en uitstralen dat je het zelf wilt."

In de slotbeschouwingen werd vrij eensgezind vastgesteld dat er een breed gedragen gevoel van urgentie bestaat, het bewustzijn dat er iets moet gebeuren en dat de wil er is om te proberen de diverse groepen samen te brengen en het voor elkaar te krijgen. Omdat de tijd kort is en cultuurverandering een kwestie van lange adem, is het essentieel de buitenwereld - onder wie politici - ervan te overtuigen dat de sector wel stáát voor die cultuurverandering.

Huub Wieleman zei te zijn opgevallen dat het volgens iedereen een sectorbreed vraagstuk is en dat er een sterke commitment blijkt om er samen aan te willen werken. "Het is best een complex probleem, zoals al blijkt aan de veelheid aan punten die hier naar voren is gebracht. Maar we moeten gaan leveren. Ik ben het eens met Felix Rottenberg dat de timing duidelijk moet zijn. Daarbij moeten we wel accepteren dat we in die drie maanden soms alleen op hoofdlijnen maatregelen zullen aangeven. Maar wel concreet."

Geert Dekker is journalist.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.