Audit

Audithervorming: proces bepalend voor succes

Niet de verandering stagneert, maar het goede gesprek erover.

Berry Wammes

'Het is beter een pas op de plaats te maken en de sector de tijd te geven om aan de slag te gaan met het implementeren van wat er nu al ligt." Sommigen bepleiten rust omdat de accountantssector al te veel over zich heen heeft gekregen, maar voor Jan-Willem Wits is juist het gebrek aan resultaat reden voor een staakt het vuren: "Blijven we sleutelen aan een motor die steeds stroever gaat opereren?"

Binnen en buiten de accountancy zijn partijen het erover eens dat de sector de afgelopen jaren vooruitgang heeft geboekt. De meningen verschillen echter over resultaat en tempo. De MCA vond het veranderproces niet effectief en niet snel genoeg gaan, volgens de CTA "was men er nog lang niet" en in hun laatste rapportage betoonden ook de kwartiermakers zich kritisch over het tempo.

Audit 2 900x590

Aan de snelheid van de wet- en regelgevers zal het niet liggen. Van de in totaal 105 maatregelen die sinds 2015 zijn voorgesteld door NBA, MCA en CTA zijn er inmiddels bijna negentig ingevoerd of verkeren in het stadium van voorbereiding of serieuze overweging. Dat is een fors aantal in korte tijd. Maar wat nu precies het resultaat van deze pakketten is, en of er wel of geen voortgang is geboekt, is kennelijk nog steeds onduidelijk. In de tussentijd blijven politiek en media het beeld voeden dat de sector tekortschiet. Het FD blijft spreken van "accountants die hun zaakjes niet op orde hebben" en van een beroepsgroep "die nog strenger moet worden aangepakt". De vraag is hoe we beroep en samenleving uit deze verlammende houdgreep kunnen verlossen.

'Een belangrijke reden voor de twijfel over het succes van de audithervorming is dat de beoogde uitkomsten niet helder zijn gedefinieerd. '

Een belangrijke reden voor de twijfel over het succes van de audithervorming is dat de beoogde uitkomsten niet helder zijn gedefinieerd. Is het streven dat er zich geen deconfitures meer voordoen, of willen we vooral goede rapportcijfers van de AFM? Of gaan we het succes zoeken in de voorwaarden, zoals bijvoorbeeld een open en gezonde bedrijfscultuur? Zolang we geen overeenstemming hebben over wat we beogen, en wanneer dat gereed moet zijn, zal ook de consensus ontbreken over het succes van de getroffen maatregelen.

Politiek opportuun

De accountancysector is geen unicum. De Rotterdamse onderzoeker Martin de Bree constateert in het FD van 20 juli dat wetten vaak niet doen wat ze moeten doen. Een belangrijke oorzaak is dat veel wetten worden ingevoerd omdat ze politiek opportuun zijn, maar zonder dat doelstellingen vooraf helder zijn bepaald en voldoende zijn bediscussieerd. De beschrijving die Jan-Willem Wits geeft van de wetsbehandeling van accountancy-onderwerpen toont op treffende wijze dat ook hier politieke agenda’s en partijbelangen prevaleren boven doel en inhoud van de voorstellen.

De Bree geeft nog een tweede oorzaak van ineffectieve wetgeving: de mensen achter de tekentafel hebben te weinig aandacht voor de uitvoering. Onderschat wordt dat wetten in snel veranderende omgevingen belanden, waarin rationaliteit zelden de boventoon voert. Daarom zouden we er beter aan doen te kijken hoe een maatregel in de praktijk uitpakt en daar doorlopend van leren.

Het gebrek aan heldere doelen en normen voor voortgang en succes vertroebelt de discussie. Zo beklaagt de VEB zich in haar recente reactie op de kabinetsvoorstellen over het huidige gebrek aan controlekwaliteit en staaft dat met dertien grote affaires. Daarvan hebben zich er vier buiten Nederland voorgedaan en dateren zeven van vóór 2015. Ik zie niet goed hoe deze affaires een bewijs moeten vormen voor de al dan niet vermeende gebreken van vandaag de dag. Het AFM-rapport waar de VEB vervolgens naar verwijst gaat over de controles van 2015 en 2016. Zelfs de AFM geeft op haar site aan dat "de inhoud mogelijk niet meer actueel is".

Voor de twee overgebleven affaires geldt eerder het omgekeerde: moeten we daar niet veel meer op inzoomen? Sowieso hebben zich in Nederland na 2015 weinig grote affaires voorgedaan, maar voor zover die er waren kun je de vraag stellen: hoe heeft een en ander kunnen gebeuren in een omgeving die aanmerkelijk scherper en meer kwaliteitsbewust opereert dan zes jaar geleden. Wat waren de oorzaken, als het niet geldzucht was of gebrek aan onafhankelijkheid? Wat hebben we over het hoofd gezien?
Hier manifesteert zich die andere faalfactor van De Bree: evalueren we onze maatregelen aan de hand van de praktijk en zijn we in staat ervan te leren?

Schot hagel

Terug naar de heldere doelstellingen en effectieve maatregelen. Tekenend is dat de sector in 2014 van de wetgever slechts vier maanden de tijd kreeg om met eigen voorstellen te komen (en dat vervolgens fluks deed). Een van de terechte kritieken achteraf was dat er (te) weinig discussie was geweest over de effectiviteit van die 53 maatregelen. In de jaren daarna zijn CTA en MCA met hun aanbevelingen gekomen, in totaal 52. Gedurende de totstandkoming van hun rapporten was er meer tijd voor discussie, maar ook hier is de effectiviteit van de definitieve aanbevelingen niet echt aan de orde geweest. Daar komt nog bij dat Nederland een weinig robuust wetgevingsproces kent; initiatiefwetsvoorstellen vanuit de Tweede Kamer kunnen zonder noemenswaardige hoor- en wederhoorprocedures door diezelfde Kamer worden aangenomen; iets dat in het VK ondenkbaar is.

'Een van de terechte kritieken achteraf was dat er (te) weinig discussie was geweest over de effectiviteit van die 53 maatregelen .'

Je kunt dus gerede twijfel hebben over de doordachtheid van elke afzonderlijke maatregel, anderzijds is het totale pakket te beschouwen als een schot hagel. Ik bedoel dat in positieve zin: je raakt altijd wel iets. Het effect van een schot hagel is bovendien dat niemand stil blijft zitten. Zo vertrok er in de periode 2015-2016 een fors aantal partners bij de grote kantoren. Geen gevolg van een formele maatregel, wel van een scherp besef van urgentie bij de leiding van de betreffende kantoren. Diezelfde leiding zette tevens de schouders onder het invoeren van een kwaliteitsgerichte cultuur. De effecten van beide ingrepen waren zichtbaar in de AFM-rapportages.

In het complex van wettelijke maatregelen, ook de meest recente, kun je bovendien wel degelijk rode draden ontwaren. Vrijwel alle maatregelen zijn te herleiden naar vijf doelen, namelijk maatregelen die:

  1. de onafhankelijkheid van de auditor versterken;
  2. kwaliteitsgericht handelen versterken;
  3. het interne en externe toezicht versterken;
  4. de transparantie versterken;
  5. de verantwoordingsketen versterken.

Gelet op de consequente richting zou het verbazend zijn als de maatregelen op deze terreinen uiteindelijk geen effect hebben. De motor loopt misschien stroever, maar het voertuig gaat wel de goede kant op. Cruciaal is dan wel of de maatregelen bijdragen aan het ultieme doel: verbetering van de controlekwaliteit. En opnieuw is de vraag hoe we daar achter komen, met andere woorden: hoe meten we dat?

'De motor loopt misschien stroever, maar het voertuig gaat wel de goede kant op.'

De AFM-rapporten zijn een gezaghebbende maatstaf, maar zelfs de AFM geeft aan dat de uitkomsten niet representatief zijn, en zeker niet dekkend voor het volledige kwaliteitsspectrum. Zo focust de toezichthouder op risicovolle gebieden en kijkt daarbij vooral naar de naleving van de controlestandaarden en in mindere mate naar proceskwaliteit of toegevoegde waarde.
Dan kunnen we gebruikerservaringen meten - zoals de poll in 2019 onder voorzitters van de audit committees - maar ook dit is maar een deel van het verhaal. Ook een derde criterium, het uitblijven van affaires, is onbevredigend. Dat kan immers een kwestie van geluk zijn: de audit evidence is gebrekkig, maar manifesteert zich niet bij organisaties die hun interne beheersing goed op orde hebben.

Doelen en succesfactoren

De conclusie is dat het weliswaar verbazend zou zijn dat als er geen voortgang wordt geboekt, maar dat het bepalen van unaniem gedragen, overall succesfactoren op zijn zachtst gezegd beperkingen kent. Dat ontslaat ons evenwel niet van de verplichting om vooraf na te denken over doelen en succesfactoren per onderdeel. Dat gebeurt nu te weinig.

Een voorbeeld waarin dat wél gebeurde betrof de MCA-aanbeveling om vlieguren voor kleine kantoren in te voeren. De maatregel had tot doel het risico op controlegebreken in het niet-oob-segment terug te dringen. Een intensieve discussie tussen ministerie, AFM en NBA/SRA leidde tot het gedeelde inzicht dat de maatregel te grofmazig was, waarop werd besloten de invoering voorlopig op te schorten. Een ander goed voorbeeld betreft de invoering van audit quality indicators. De brede consultatie leidt - los van de uitkomst - tot een zinnige discussie over controlekwaliteit.

De voorbeelden geven het belang van een intensief debat aan, waarin doelbewust ruimte wordt gecreëerd voor uiteenlopende perspectieven. Een minder geslaagd voorbeeld in eigen kring is de invoering van de verplichte melding van fraude en continuïteit in de verklaring. In het najaar van 2020 voerde het NBA-bestuur hierover een discussie met de kwartiermakers, waarop een commitment werd afgegeven voor snelle invoering. Die invoering bleek op bepaalde onderdelen ingewikkelder dan voorzien, reden om het implementatieplan aan ter passen en het afdwingen via regelgeving gedeeltelijk uit te stellen. In hun rapportage aan de minister constateerden de kwartiermakers vervolgens dat de NBA "uit de pas liep met haar eigen plan". Ook hier manifesteren zich de twee faalfactoren van De Bree: te snel tot een maatregel besluiten omdat dat politiek opportuun is en vervolgens de implementatie onderschatten. 
Het goede nieuws is overigens dat er gaande het proces is gecorrigeerd. Er wordt nu op grote schaal proefgedraaid en het invoeringsproces biedt ruimte voor evalueren en leren.

'Rust, of anderszins pas op de plaats maken, is wat mij betreft niet aan de orde.'

Van belang is dat we deze laatste werkwijze doorzetten. Rust, of anderszins pas op de plaats maken, is wat mij betreft niet aan de orde. Wel het formuleren van heldere doelen en ambities, het actief opzoeken van verschillende perspectieven, en continu leren en evalueren. Dit vergt geduld - dadendrang is niet altijd de beste drijfveer - en het is geen schande als doelstellingen en maatregelen tussentijds worden aangepast.
Ook hier een voorbeeld: de raden van commissarissen waar Jan-Willem Wits terecht naar verwijst. Nu mag je van een individuele rvc niet verwachten dat die zich eigenstandig manifesteert over de hoofden van de bestuurders heen, maar waarom weten we zo weinig van hun functioneren? Waarom hebben we zes jaar na dato nog steeds niet geëvalueerd wat ze bijdragen aan de controlekwaliteit en het publiek belang?

Uitdagingen

Ruimte voor discussie en evaluatie hoeft niet te leiden tot stroperigheid of eindeloos gesoebat. Besluitvormende en evaluerende processen veronderstellen een intensieve dialoog, maar ook een governance die duidelijk maakt wie wanneer de knopen doorhakt.

Dit laatste is van belang gelet op de uitdagingen die op het auditberoep afkomen. De coronapandemie, met de onvermoede inzet van accountants in het kader van de omvangrijke steunmaatregelen, is mogelijk nog maar een voorteken van wat er op ons afkomt. Wie het meest recente rapport van het VN Klimaatpanel (IPCC) leest, zal de discussie over de audit van financiële jaarrekeningen als klein bier beschouwen. Waarom zouden we ons bekommeren om de financiële cijfers van een onderneming als de toekomst van de planeet op het spel staat? Het aangekondigde pakket maatregelen van de Europese Commissie spreekt boekdelen: accountants, óók in het mkb, zullen op afzienbare termijn oordelen moeten vellen over de klimaatimpact van de organisaties die ze controleren. En ook hier geldt: dit is nog maar het begin.

Concluderend: Er is geen reden voor pas op de plaats, tegelijkertijd moeten we waken voor overspannen verwachtingen van alleen formele maatregelen. Wat minstens zo zwaar telt is de kwaliteit van het gesprek erover, het actief opzoeken van nieuwe perspectieven en blijven leren van wat we doen.

Berry Wammes is programmadirecteur Cultuur en Beroepsontwikkeling bij de NBA. Hij was tot 1 september 2023 algemeen directeur van de NBA.

Gerelateerd

9 reacties

Rik Blijham

Een gebrek aan analyse dat onze sector teistert? Het is maar net waar je naar kijkt. Alleen in het beperkte aantal reacties hier komen al twee analyses voor. En naast de omvang van de financiële prikkels van Jules is er ook het nodige over de richting daarvan gezegd. Arnout zelf benoemt de wettelijke controleplicht regelmatig als piece de resistance.
Analyses genoeg alleen geen analyses die de sector zint. En dus worden ze neerbuigend afgedaan als stokpaardjes waarvan het voornamelijk irritant is dat ze steeds weer bereden worden. Of wordt geroepen dat ze wetenschappelijke onderbouwing ontberen.
Gebrek aan wetenschappelijke onderbouwing heeft er niet aan in de weg te staan om in zeven jaar tijd 105 (geen tikfout) maatregelen door te voeren waarvan we nu moeten lezen dat het niet duidelijk is waarheen die ons moeten leiden. Een schot hagel in de wanhopige afwachting of er in ieder geval iets doel treft. Je zult binnen je kantoor maar belast zijn met het vormgeven aan de maatregelen.
Het lijkt erop dat het bizarre aantal maatregelen vooral moet verhullen dat het niet de bedoeling is dat er iets wezenlijk verandert.
Mijn voorspelling: de komende zeven jaar komen er nog minimaal 105 (geen tikfout) maatregelen bij. En over 20 jaar voeren we nog exact dezelfde discussies als 20 jaar geleden.

Jaap Nienhuis

Lobby in het publiek belang!

Algemeen kan men stellen dat sterke, onevenwichtige lobby leidt tot suboptimale, snel verouderende wetgeving. Een wetgevingsproces is het in balans brengen van toenemende, gerechtvaardigde verwachtingen van diverse categorieën stakeholders. Audithervorming is een continu proces dat in een stroomversnelling raakt op een cruciaal moment als de ontwikkeling van nieuwe wetgeving. Dan worden lijnen doorgetrokken.

In Duitsland is onlangs de Finanzmarktintegritätsstärkungsgesetz (FSIG) ingevoerd. Voorafgaand verscheen in Handelsblatt (24/2/2021) 'Lernen aus dem Fall Wirecard; das Oligopol der grossen Bilanzprüfer muss gebrochen werden' door Annette Messemer. Deze Duitse econome en politicologe zit in de Raad van Bestuur van Société Générale, is lid van het Audit and Internal Control Committee en van het Risk Committee van deze Franse bank. Volgens haar is sterkere regulering van het accountantsberoep geen panacee. Zij schrijft de structurele problemen toe aan onvoldoende concurrentie door dominantie van de Big4 bij de jaarrekeningcontrole van grote concerns. Van de Dax-fondsen wordt 92% door de Big4 gecontroleerd. In de meeste andere Europese landen is het beeld vergelijkbaar. In Frankrijk is joint audit sinds 1966 verplicht voor grote, beursgenoteerde ondernemingen: twee kantoren verdelen de werkzaamheden, maar zijn elk verantwoordelijk voor de verklaring. Door dit systeem zijn middelgrote kantoren stapsgewijs in de controle van grotere concerns gegroeid. CAC40-ondernemingen, vergelijk AEX, worden nog voor 82% door de Big4 gecontroleerd. Kleinere Franse beursfondsen echter, vergelijk de Nederlandse Midcap, worden voor 43% door andere, niet-Big4, accountantskantoren gecontroleerd. Joint audit geeft voortdurend controle door een sparringpartner. Bij accountantsrotatie is de overgang frictieloos. Er is minder kans op belangenconflicten tussen controle en advies bij keuze uit een ruimere pool van aanbieders.

Jan Weezenberg

Geachte Heer Muis,
U schrijft :
"Veel komt neer op wat internationale bureaucratieën kennen als “syndicated responsibilities’: het vermogen een governance constructie op te zetten waarin alle acteurs met hun meningen en besluiten bijdragen, maar geen van de spelers verantwoordelijkheid heeft, en wil, voor de einduitkomsten.".

Bij mij komt het bange gevoel op dat Uw beschrijving ook van toepassing is op het nieuwe denken over faculties en communities.
(Niet naast de bekende harkjes structuur maar in plaats van....)

Die faculties en communities worden immers beschreven als kennis centra, oftewel clubs met de kenmerken van stafafdelingen.

(Al mijn beweringen zijn gebaseerd op teksten op de websites van NBA zelf)

Deze organisatieverandering kost trouwens nog een fors vermogen....


Vriendelijke groet,
Jan Weezenberg



jules muis

Altijd goed om weer even een (lach)spiegel voorgehouden te worden, ook al is het af en toe om te huilen. Zonder reēel uitzicht op beter.

Je kunt dit plaatje zien als een mierenhoop zonder konigin: noeste verwarde werkers, grillige aan en afvoerlijnen, blinde regie, het proces loopt nog maar is gedoemd tot een herhaling van zetten, pappen en nathouden. Endgame?

“Zolang we geen overeenstemming hebben over wat we beogen, en wanneer dat gereed moet zijn, zal ook de consensus ontbreken over het succes van de getroffen maatregelen” zegt Berry terecht.

Maar dat brengt me meteen tot de vraag? Waar is de leidende rol van het NBA? Of willen we die niet meer? Hoe ziet het zichzelf? Als surfer van de golven, of golvenmaker als het moet? Leadership from behind or up front?


Veel komt neer op wat internationale bureaucratieën kennen als “syndicated responsibilities’: het vermogen een governance constructie op te zetten waarin alle acteurs met hun meningen en besluiten bijdragen, maar geen van de spelers verantwoordelijkheid heeft, en wil, voor de einduitkomsten.

Garneer dat ook nog met een sprankje hoop. “Sowieso hebben zich in Nederland na 2015 weinig grote affaires voorgedaan “ zegt Berry(Steinhoff?); als ware Nederland een eiland waar de echt grote affaires die zich in die tijd in het buitenland hebben afgespeeld geen weerslag hebben op de grote brandnames in onze eigen ‘industrie’; als ware het dat er bij iedere grote affaire elders er ergens wel een Nederlandse BV opduikt; en alsof we nooit gevlugd zijn in het excuus dat te lastige hervormingsvoorstellen, het beloningsmodel, de internationale afspraken van de grote kantoren voor de voeten zou lopen.


Ik laat het bij mijn herhaalde suggestie op deze site: aangezien alle grote controle calamiteiten teruggevoerd kunnen worden op $$ verblinding, organiseer over het beloningsprikkelmodel eens een goed publiek gesprek?

Des Pudels Kern in actie


Ron Heinen

@Jan Bouwens: Dank voor de reactie.

De "Tax Haven" constructies van de Fortune-500 bedrijven waarnaar ik refereer
(waarbij NL en de Big4 een grote rol spelen, zie bijvoorbeeld mijn eerder gegeven literatuurverwijzingen

https://itep.org/wp-content/uploads/offshoreshellgames2017.pdf

en

https://doi.org/10.1016/j.jwb.2017.10.004

in "De trekpop van het grootkapitaal")

zijn wereldwijd opgezette constructies.

Wanneer je de gegeven literatuurverwijzingen bekijkt dan zie je ook de rol van nederlandse wetgeving waarvan deze constructies gebruik maken en hoe groot de kapitaalstromen zijn welke door "Tax Havens" in NL gaan.

Dit is tevens mijn laatste reactie op dit artikel.

Jan Bouwens

@Ron. Ik vind het punt dat je maakt moeilijk te rijmen met de plicht van kantoren om OOB bedrijven niet en met advies en met controle van dienst te zijn. Dat kan niet in Nederland aldus WTA 24b.

Ron Heinen

@Arnout van Kempen: Wanneer je het eerder door Berry Wammes besproken boek "Bean Counters" leest, zie

https://www.accountant.nl/opinie/2018/8/het-belang-van-bonen-tellen/

dan kun je in fig.6 zien dat de Big4 inkomsten uit auditing sinds 1975 ongeveer gehalveerd zijn en de inkomsten uit belastingadvies aan hun clienten meer dan verdubbeld.

Deze belastingadviezen van de Big4 bestaan voor een groot deel uit advisering over het opzetten en uitvoeren van "Tax Havens" door de Fortune-500 bedrijven welke klanten van de Big4 zijn.

De rol welke NL hierbij speelt is bijvoorbeeld te lezen in de literatuurverwijzingen van "De trekpop van het grootkapitaal", zie

https://www.accountant.nl/discussie/opinie/2021/5/de-trekpop-van-het-grootkapitaal/

Hier zie je dus een voorbeeld van het conflict tussen auditonafhankelijkheid en klantloyaliteit bij de Big4.

De Big4 gaan meer voor inkomstenmaximalisatie via klantloyaliteit en minder voor auditonafhankelijkheid.

Arnout van Kempen

Een uitstekende analyse van het gebrek aan analyse dat onze sector teistert. Politieke opportuniteit, en nog wat andere factoren, zullen opnieuw effectief voorkomen dat er iets verbetert op dit punt, maar dat mag de pret niet drukken.

Nieuwe commissies zullen oude stokpaardjes benoemen in nieuwe creatieve termen. Politici zullen geschokt en verbijsterd zijn als de pers daar om vraagt, zoals ze over alles geschokt en verbijsterd zijn.

Regelgevers zullen regels geven, zonder bekend doel en zonder merkbaar resultaat.

Want intussen wonen we in een piratenland (aldus het FD) waar advocaten en journalisten worden vermoord (politici zijn geschokt en verbijsterd), crimineel geld in onvoorstelbaar grote stromen rond gaat maar banken, notarissen en accountants klem worden gezet tot het de economie schaadt terwijl het criminele geld zelf grotendeels met rust wordt gelaten.

Er is veel in dit prachtland om dankbaar voor te zijn. Er is ook genoeg om cynisch van te worden. Het is mooi dat iemand als Berry daar gewoon doorheen blijft ploeteren, tegen de bierkaai, maar toch

Ron Heinen

@Berry Wammes: Dank voor het achtergrondartikel.

Citaat: "Wie het meest recente rapport van het VN Klimaatpanel (IPCC) leest, zal de discussie over de audit van financiële jaarrekeningen als klein bier beschouwen. Waarom zouden we ons bekommeren om de financiële cijfers van een onderneming als de toekomst van de planeet op het spel staat? Het aangekondigde pakket maatregelen van de Europese Commissie spreekt boekdelen: accountants, óók in het mkb, zullen op afzienbare termijn oordelen moeten vellen over de klimaatimpact van de organisaties die ze controleren. En ook hier geldt: dit is nog maar het begin."

Dit brengt m.i. met zich mee dat accountants in de toekomst zich opener zullen moeten opstellen naar andere (wetenschappelijke) disciplines welke de feiten en bewijzen aanleveren voor het kunnen beoordelen van de klimaatimpacht van de organisaties die ze controleren.

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.