Corruptie

Op naar een faciliterende handreiking over corruptie

Op 4 juli jl. publiceerde de NBA de herziene Handreiking 1137 'Corruptie, werkzaamheden van de accountant'. Deze Handreiking 1137 vervangt de eerste versie uit 2016, maar bevat nog steeds tekortkomingen.

Albert Bosch

Corruptie is een onwenselijk verschijnsel, dat een maatschappij ontwrichtend effect kan hebben. De noodzaak om op te treden tegen corruptie is evident. Dat de accountant een rol en een wettelijke verplichting heeft op te treden en te handelen in het publiek belang, staat wat mij betreft ook niet ter discussie. Het is daarom van belang, zoals ook is vermeld in Handreiking 1137, "dat accountants de risico's en complexiteit van corruptie goed inschatten".

Corruptie_zwartehandschoen_geld_900x590.jpg

'Waar wat mij betreft nog wel verder over gediscussieerd mag en moet worden, is hoe de rol van de accountant met betrekking tot corruptie moet worden ingevuld.'

Wat ook niet ter discussie staat wat mij betreft, is dat de rol van de accountant begrensd is en dat de klant van de accountant primair verantwoordelijk is voor de preventie en bestrijding van corruptie (door of vanuit haar organisatie). Dit wordt ook erkend in de inleiding van Handreiking 1137.

Waar wat mij betreft nog wel verder over gediscussieerd mag en moet worden, is hoe de rol van de accountant met betrekking tot corruptie moet worden ingevuld. De reden voor die verdere discussie is tweeledig. Enerzijds ontbreekt in Handreiking 1137 nadere uitleg over het niet identificeren van corruptierisico's. En anderzijds wordt het effect dat corruptie op de jaarrekening heeft mijn inziens te ver opgerekt, resulterend in oneigenlijke consequenties die daaraan worden verbonden.

Alvorens op deze twee bezwaren tegen de herziene handreiking in te gaan, is het goed om te realiseren dat de primaire rol waarvoor de accountant wordt ingehuurd door een klant, het controleren of samenstellen van de jaarrekening is. Een accountant wordt niet primair ingehuurd om corruptierisico's te identificeren en te onderzoeken, om aansluitend de jaarrekening ("nu je er toch bent") te controleren of samen te stellen.

In die primaire rol van het controleren of samenstellen krijgt de accountant een kijkje in de keuken van de klant en kan daarbij stuiten op corruptie (risico's, indicaties en/of aanwijzingen). Wet- en regelgeving zoals de Wwft en NV NOCLAR zijn bedoeld om een juridische basis te geven (en een verplichting op te leggen) om de (mogelijke) signalen of overtredingen van wet- en regelgeving, waaronder corruptie, extern te melden.

Ondersteuning bij risicoanalyse

Een belangrijk onderdeel van een controleopdracht, en ook voor een samenstellingsopdracht, is het maken van een risicoanalyse. Die vormt immers de basis voor de verdere werkzaamheden en moet ertoe leiden dat de opdracht klantspecifiek, en daarmee efficiënt én effectief, wordt uitgevoerd.

In theorie zijn er heel veel verschillende fraude- en corruptierisico's te bedenken. Niet al die risico's zijn relevant voor iedere opdracht. Sterker nog, de meeste risico's zijn niet relevant. In haar rapport 'Scherper op frauderisico's' constateerde de AFM dat in veel van de 32 onderzochte dossiers twee of meer frauderisico’s zijn geïdentificeerd, wat meestal klant- of sectorspecifieke frauderisico's zijn. In haar rapport schrijft de AFM ook dat "in de onderzochte wettelijke controles gemiddeld 3 frauderisico's zijn geïdentificeerd (variërend van slechts 1 tot 7 frauderisico's per wettelijke controle)".

'Wanneer mag je als accountant concluderen dat een bepaald (theoretisch) corruptierisico in een specifieke opdracht niet relevant is?'

En hoewel de AFM ook constateert dat in meerdere controledossiers (evident) aanwezige frauderisico's niet zijn onderkend en dat accountants (beter) moeten onderbouwen waarom frauderisicofactoren wel of niet leiden tot een concreet frauderisico, zal de accountant in de praktijk veel fraude- en corruptierisico's, uit de pool van theoretische fraude- en corruptierisico's, niet-identificeren (of afwijzen voor een specifieke opdracht). Het (bewust) niet-identificeren van risico's is daarmee een essentieel onderdeel van de risicoanalyse. En dit is een potentiële bron van beroepsfouten. Het is daarom jammer dat Handreiking 1137 juist aan het niet-identificeren geen aandacht besteedt. Welke werkzaamheden je op grond van Standaard 315 moet doen, is redelijk helder. Maar wanneer mag je als accountant concluderen dat een bepaald (theoretisch) corruptierisico in een specifieke opdracht niet relevant is? De NV COS geven hier geen antwoord op. De AFM beschrijft in voornoemd rapport wel de bevindingen en kritiek op het niet-identificeren van risico's, maar ook zij geeft niet echt een antwoord op de vraag wanneer je positief mag concluderen dat een risico er niet is (good practice 4 in het AFM-rapport komt een beetje in de buurt, maar blijft oppervlakkig).

Het gebrek aan aandacht voor het niet-identificeren van corruptierisico's, hoe tegenstrijdig dit intuïtief ook aanvoelt, vind ik een grote tekortkoming in de toepasbaarheid in de praktijk van Handreiking 1137. En dat brengt mij bij de tweede tekortkoming.

Het effect van corruptierisico’s op de jaarrekening

Een controle is een toets aan normen. In het geval van een jaarrekeningcontrole wordt de jaarrekening getoetst aan verslaggevingsvereisten. Alleen wanneer een jaarrekening voldoet aan deze normen, dat wil zeggen dat de resterende onzekerheden en niet-gecorrigeerde afwijkingen van die normen niet van materieel belang zijn, geeft de jaarrekening een getrouw beeld en kan de accountant een goedkeurende controleverklaring verstrekken.

Uit Standaard 320 volgt dat afwijkingen van materieel belang zijn, als redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij de economische beslissingen beïnvloeden die gebruikers nemen op basis van de jaarrekening. Handreiking 1137 maakt in dat verband onderscheid in directe en afgeleide transactiestromen, rekeningsaldi en toelichtingen ('TRT') die verband houden met corruptie. Directe TRT gaan over de daadwerkelijke betalingen of ontvangsten van de corrupte activiteiten (bijvoorbeeld de verwerking van de gedane omkoping) en in afgeleide TRT worden de gevolgen van de corruptie weerspiegeld. In Handreiking 1137 wordt dit aan de hand van het volgende voorbeeld duidelijk gemaakt:

Te hoge commissie
Een bouwbedrijf wint de aanbesteding van een bouwproject met behulp van een agent. De aanneemsom van het project is € 100  miljoen en de kostprijs € 94 miljoen, zodat de winstmarge € 6 miljoen bedraagt. Aan de agent is een commissie van € 0,3 miljoen betaald, terwijl de accountant ziet dat de agent volgens het contract 0,2 procent van de aanneemsom als commissie zou ontvangen. De klant en de agent kunnen niet aantonen waarom er € 0,1 miljoen meer is betaald en waaraan dit bedrag is besteed. Later blijkt dat de agent met dit bedrag een overheidsfunctionaris heeft omgekocht. De controlerend accountant hanteert een materialiteit van € 5 miljoen. Hier bedraagt de directe transactiestroom € 0,3 miljoen, waarvan € 0,1 miljoen samenhangt met omkoping. De afgeleide transactiestromen bedragen € 100 miljoen (aanneemsom), € 94 miljoen (kostprijs) en € 6 miljoen (winstmarge)

Verderop in Handreiking 1137 wordt dit voorbeeld 'Te hoge commissie' vervolgd:

"De afgeleide transactiestromen zijn ook van belang, omdat de jaarrekening het maatschappelijk verkeer inzicht moet geven in de financiële prestaties van een onderneming. Gebruikers van de jaarrekening baseren hun beslissingen (deels) op de jaarrekening. Wanneer een deel van de financiële prestaties het resultaat is van corruptie had een gebruiker mogelijk een andere beslissing genomen. Om bij het bouwbedrijf uit Te hoge commissies te blijven: de totale omzet van de onderneming bedraagt € 850 miljoen. Hiermee overtreft zij de verwachtingen van beleggers. Het bouwbedrijf had namelijk een omzetverwachting van € 800 miljoen uitgesproken. Wanneer het project van € 100 miljoen niet was binnengehaald, was de verwachte omzet niet gehaald."

Ik heb de volgende bezwaren tegen dit voorbeeld:

  1. Er wordt niet doorgepakt op de vraag of en zo ja wat nu de afwijking in de jaarrekening is. Welke aanpassing had het bouwbedrijf moeten aanbrengen in haar jaarrekening? Praktijkhandreiking 1137 geeft hier geen antwoord op. Wel is elders vermeld (in paragraaf 4.4.5) dat als "voorbeeld van situaties die kunnen leiden tot risico's op een afwijking van materieel belang met diepgaande invloed op de financiële overzichten, zijn: […] individuele transacties, zoals de betaling van € 100.000 om een project van € 100 miljoen binnen te slepen". […]
  2. Gebruikers hadden mogelijk een andere beslissing genomen, als de corruptie niet was gepleegd. De omzet in dit voorbeeld was dan niet boven, maar onder verwachting uitgekomen. Of had de onderneming zonder de corruptie (en daarmee verkregen opdracht) een lagere verwachting uitgesproken?
  3. Als je zou concluderen dat de omzetverantwoording in de jaarrekening van het bouwbedrijf niet getrouw is (want 100 miljoen van deze afgeleide TRT is behaald dankzij corruptie), is dan de omzetverantwoording van de concurrent van het bouwbedrijf ook niet getrouw? Zonder de corruptie hadden zij namelijk de opdracht verkregen en nu hebben zij een 100 miljoen lagere omzetverantwoording en nemen gebruikers wellicht een andere beslissing.
  4. Er wordt geredeneerd vanuit alternatieve scenario's als de corruptie niet was gepleegd. Een alternatief scenario leidt tot een ander beeld in de jaarrekening. Maar dat maakt niet dat het gepresenteerde beeld fout is; het is, met de door corruptie verkregen opdracht, een getrouwe weergave van wat er aan omzet is behaald.

Laten we het voorbeeld in de tijd uitwerken. Uit het voorbeeld kun je de volgende tijdlijn distilleren:

Jaar t

A.     Klant betaalt agent 0,3 mln in plaats van contractuele 0,2 mln en wint contract ter waarde van 100 mln

Jaar t + 1

B.     Accountant constateert 0,1 mln te veel commissie

C.     Klant heeft geen goede verklaring voor 0,1 mln

D.     Accountant evalueert onzekerheid van 0,1 mln bij een materialiteit van 5 mln

E.      Klant voert opdrachten uit, inclusief ‘besmette’ project van 100 mln

F.      Klant geeft omzetverwachting van 800 mln af

Jaar t + 2

G.    Accountant controleert omzetverantwoording van in totaal 850 mln en heeft geen negatieve bevindingen of afwijkingen (want met de uitvoering van de projecten gaat niets verkeerd of raar)

Jaar t + 3

H.     Klant laat onderzoek doen naar commissiebetaling uit jaar t + 1 en daaruit blijkt dat sprake was van omkoping bij de verkrijging van de opdracht van 100 mln.

Zoals bij punt 1 hierboven aangegeven 'vindt' Handreiking 1137 dat de betaling in jaar t (moment A) een voorbeeld is van een situatie die kan leiden tot een risico op een afwijking van materieel belang, met diepgaande invloed op de jaarrekening. Maar als we moment D erbij pakken: hoe zwaar (kwantitatief en kwalitatief) evalueert de accountant de onzekerheid van 0,1 mln (bij een materialiteit van 5 mln)? Aanvullende werkzaamheden uitvoeren? Hoe ver wil je gaan en wat is economisch rationeel, voor een onzekerheid van 0,1 mln (waarbij het mij waarschijnlijker lijkt dat met de agent een contract van 0,3 mln is overeengekomen in plaats van 0,2 mln, maar dit terzijde).

Het is goed mogelijk dat veel van de werkzaamheden die in paragraaf 5.3.3 van handreiking 1137 worden genoemd, geen negatieve of rare uitkomsten hebben. Maar dan toch maar verder met hoofdstuk 6 van Handreiking 1137 ('Wat te doen als je aanwijzingen voor corruptie identificeert?'), indien de accountant  concludeert dat het ontbreken van een goede verklaring van de klant en agent voor die aanvullende 0,1 mln (i.e. een onzekerheid) een aanwijzing voor corruptie is? Ik herhaal, bij een materialiteit van 5 mln?

'Wanneer bevatte welke jaarrekening een afwijking als gevolg van corruptie die van diepgaande invloed is? Daar geeft Handreiking 1137 geen antwoord op.'

Ik acht het goed mogelijk dat de (aanvullende) betaling van 0,1 mln de accountant op moment D niet helemaal lekker zit, maar dat de accountant ook overweegt dat het beeld van de jaarrekening niet in materieel opzicht in het geding is. Gevolg: de jaarrekening over jaar t is getrouw. En die over jaar t + 1 is dat ook, aangezien in jaar t + 2 tijdens de controle van jaar t + 1 geen onzekerheden of afwijkingen naar voren komen (moment G). Ergo, wanneer bevatte welke jaarrekening een afwijking als gevolg van corruptie die van diepgaande invloed is? Daar geeft Handreiking 1137 geen antwoord op.

Het komt op mij over dat met behulp van de begrippen 'afgeleide materialiteit' en 'kwalitatieve materialiteit' wordt getracht tot de conclusie te kunnen komen dat door corruptie (i) een afwijking in de jaarrekening ontstaat en (ii) dat die afwijking van diepgaande invloed is. Waarmee ik niet wil stellen dat dit onzinnige begrippen zijn, maar praktijkhandreiking 1137 slaagt niet in de vertaling van corruptie naar afwijkingen in de jaarrekening.

Corruptie is wel relevant voor de accountant

Ik concludeer dat er niet snel sprake is van een afwijking in de jaarrekening als gevolg van corruptie, maar dat maakt het gehele onderwerp niet irrelevant voor de accountant. Zoals in de inleiding geschreven: (ook) de accountant heeft een rol in de preventie en signalering van corruptie. Dit is wat mij betreft niet een actieve zoekplicht naar corruptie (wel naar afwijkingen als gevolg van corruptie), maar wel de verplichting om niet weg te kijken en door te pakken als er sprake is van een indicatie en/of aanwijzing voor corruptie. Niet direct vanwege de jaarrekening zelf, maar om invulling te geven aan de meldplicht die op de externe accountant rust en het maatschappelijk belang.

Een parallelvoorbeeld is de recente casus van Prestige Perfumes. De jaarrekening is niet aangetast door de trade based money laundering die heeft plaatsgevonden. De onderdelen omzet en debiteuren zijn getrouw weergegeven in de jaarrekening. Wel mag van de accountant worden verwacht dat hij deze vorm van witwassen had gesignaleerd (zoals de onderneming zelf dit ook moet hebben gesignaleerd, ongeacht wat het OM hierover heeft beweerd) en dientengevolge moet de accountant een Wwft melding hebben gedaan. Maar de jaarrekening zelf? Die is getrouw.

Resumerend: ik roep de NBA op direct te starten met de 2025-editie van Handreiking 1137 en de door mij gesignaleerde tekortkomingen op te lossen.

Albert Bosch RA is partner bij V&A accountants-adviseurs en verbonden aan de accountantsopleiding van de Vrije Universiteit Amsterdam.

Gerelateerd

12 reacties

Stefan Hoogendijk

Dag Albert, bedankt voor je vervolg reactie. Zo komen we tot de kern!
De vraag is dus inderdaad hád je dit redelijkerwijs kunnen en moeten weten. Welke minimale risico-inschattingswerkzaamheden (315R) mag je verwachten, had de accountant dan aandacht moeten besteden aan het e.e.a. en had je dus over die feiten/omstandigheden kunnen beschikken. Om het bij de RJ te houden is RJ 272.402a dan wel een pareltje i.r.t. "Hierbij veronderstelt de rechtspersoon dat de fiscale autoriteiten over alle relevante informatie beschikken en dat toetsing van de onzekere belastingpositie door de fiscale autoriteiten zal plaatsvinden." , dus ookal is de boete (in jouw reactie "een nieuw feit") nog niet opgelegd, als je wel redelijkerwijs kan weten dat die opgelegd wordt, moet je daar even wel rekening mee houden (als die toeziet op RJ 272.402a situaties).

Het zou wat onzorgvuldig zijn om de casus Uber in dit kleine vakje uit te werken. De vragen kunnen zijn: als je op de hoogte was en als je dit redelijkerwijs kon weten (was er al een zaak?) en je weet de maat van de boete (en deze is waarschijnlijk) én de klant zou deze redelijkerwijs niet kunnen voorkomen zou je langs de guidance van voorzieningen tot een opname kunnen komen. Goed om zo een casus inderdaad uit te werken in de PH en of je het gedachte goed van RJ 272.402a daar ook in moet betrekken bij de inschatting van de omvang van de verplichting (als je daar aan toekomt).

Albert Bosch

Beste Stefan, dank voor je reactie met diverse punten. Vanwege beperkte reactieruimte reageer ik niet op alles.

Probeer corruptiecasussen terug in de tijd volgordelijk te beoordelen en niet met hindsight bias. Combineer dat met de bepalingen in RJ 115.102 e.v. alsmede RJ 930.33 (mijn gehanteerde norm; IFRS is minder mijn ding) en dan concludeer ik dat de jaarrekening veelal getrouw is, gegeven de op dat moment bekende en verkregen (controle-)informatie. Als in jaar t boetes worden opgelegd voor gedragingen in jaar t-2 zijn dat in jaar t nieuwe feiten/gebeurtenissen die pas dan verwerkt moeten worden. Dus jouw laatste vraag inzake PP: ook indien het OM in 2024 een boete oplegt van 4 mln, maakt dat de jaarrekening 2 jaar eerder niet fout. Toen was nog geen sprake van een boete. En de gerealiseerde omzet en winst 2 jaar geleden: die verander je niet meer. Je kunt de geschiedenis niet herschrijven. Ik snap wel dat de behaalde omzet en winst ‘besmet’ zijn, want in feite onrechtmatig verkregen. Maar (on)rechtmatigheid is niet een van de getrouwheidsaspecten. Hoe onrechtvaardig dat wellicht ook aanvoelt.

Dan kun je het nog hebben over de toelichting en bestuursverslag (waar Alexander ook op wijst). Op dat punt zit er iets paradoxaals in het gehele vraagstuk. Stel, bedrijf A pleegt corruptie, weet dan (want bewust gedaan) en verhult dat voor de accountant. A riskeert een boete als dit bekend wordt. Maar hoewel dit een risico is voor A, gaat A dit niet vermelden in het bestuursverslag en/of de toelichting. Als A goed haar best doet in het verhullen, dan is de kans op een boete zeer laag, en is dit niet langer een van de voornaamste risico’s die je mag terug verwachten in het bestuursverslag. (En is het voor de accountant van A nog lastiger dit te ontdekken.)

Vind je overigens de (reeds goedgekeurde) jaarrekening 2023 van Uber niet-getrouw, nu de AP een forse boete heeft opgelegd i.v.m. privacy schending van chauffeursinformatie?

Stefan Hoogendijk

ok in het geval van Prestige Perfumes, is het maar de vraag of je voldoende fundament voor de conclusie had, in dit geval heeft het OM een lagere boete gegeven, maar die had ook de gehele overwinst kunnen afpakken - in de voorziening berekening - en de controle daarop - kon je daar niet perse op gokken? https://www.accountant.nl/nieuws/2024/7/pheijffer-accountants-moeten-lessen-trekken-uit-casus-prestige-perfumes/ en onderliggend FD artikel waar M. Pfeijffer zich ook verwonderd waarom ze USD4 mio winst hieruit hebben mogen houden "Dat bedrag had het OM kunnen ontnemen, maar dat is niet gebeurd. Opmerkelijk, temeer omdat de officier van justitie in deze krant stelde: ‘Deze marges en verdiensten zijn voor dit handelsbedrijf onderdeel van de reguliere handel, maar door de vergroting van de omzet is er ook meer winst behaald.’", vind je de jaarrekening nog steeds getrouw als die boete van 4 miljoen er wel kwam? Heeft de onderneming daadwerkelijk recht op die opbrengsten of volgt daar nog bloed uit?

Stefan Hoogendijk

Hoewel ik de grote lijn van je bijdrage snap en toejuich, heb ik wel wat kanttekeningen bij je vragen onder "te hoge commissie":
#1 onder IFRS bestaat genoeg guidance die dit tot in den puntjes heeft gedefineerd (in sommige sectoren is dit namelijk schering en inslag), dan kan het zomaar je opbrengsten raken (hetzij omdat deze - deels - onvoldoende zekerzijn, hetzij omdat je ze wel mag houden maar onder aftrek van boetes), of in de voorzieningen/niet in de balans opgenomen rechten & verplichtingen.
#2 ja, dus als de verwachting dus lager is, dan komen er ook andere getalletjes uit de financiële forecasts e.d. (lagere opbrengsten, marge, winst, ..)? Als dat het verschil is tussen duurzame winst of de komende jaren verlies, zal dat wel degelijk impact (kunnen) hebben.
#3 dat bedrijf X geen vergoeding krijgt, wil niet zeggen dat Y die per definitie wel krijgt. Wel kan Y een contract krijgen voor jaar +1, terwijl X 'm dus verliest. Voor een bestuursverslag zal dat wel relevant zijn. Daarnaast, ook in bepaalde sectoren niet ongewoon, kan je gecompenseerd worden voor de geleden schade omdat je ten orechte een contract niet hebt verkregen (contingent asset?), dus de opbrengstverantwoording zal het mogelijk niet snel raken, maar andere delen van de jaarrekening zal management (al dan niet zeer graag) willen laten blijken dat ze een groot contract kunnen binnen slepen tlv de concurrentie.
#4 niet altijd, dat is het punt, het kan zijn dat je geen recht hebt op de opbrengsten, dan kan het hard gaan. In sommige contracten zal je wél recht hebben op de opbrengsten, maar heb je het risico op forse boetes (voorzieningen/kosten) en kan op die manier een niet getrouwe weergave ontstaan - omdat je dus geen recht op de gehele omzet (en winst) hebt/had.

Stijn vd Stap

Zeer rake bijdrage die enkele pijnpunten in praktijkhandreikingen - die helaas soms toch nog te ver weg staan van de praktijk - uitstekend blootlegt!

Twee sidenotes:

1) Dit bouwbedrijf zal, na al die vragen van de accountant (en het bijbehorende meerwerk), de volgende keer 'gewoon' 0.3% ipv 0.2% in haar agent-contract opnemen en die agent de vergunning laten 'regelen' voor die 0.3%. Alle getalletjes sluiten dan weer netjes op elkaar aan en geen haan die ergens naar zal kraaien.

2) Fenomeen 'fraude is altijd materieel' cq 'voor afwijkingen voortkomend uit fraude geldt een lagere materialiteit dan voor afwijkingen uit fouten'... Dat stokpaardje lijkt enerzijds heel breed te leven wanneer je mensen bevraagt maar maakt controles (als je erover nadenkt) nagenoeg onuitvoerbaar. De combinatie van een lagere materialiteitsgrens die men voor afwijkingen voortkomend uit fraude (schijnbaar) zou willen hanteren, in combinatie met een vermoedelijk verhoogd inherent risico (agv verhulling) maakt dat de controlewerkzaamheden als je dit stokpaardje wérkelijk gestalte wilt geven exponentieel kunnen toenemen.

Alexander Vissers

Stelling 1: de rol van de accountant.
De wettelijke controle is in de wet geregeld en betreft anderen dan accountants. Daarmee is de NBA onbevoegd zich daarin te mengen. Art. 393 lid 3 BW2 gelezen in samenhang met Richtlijn 2013/34/EU beschrijft enerzijds wat de accountant moet doen en daarmee anderzijds wat de onderneming moet dulden. Daarmee is niet alleen zoals Albert Bosch het stelt het controleren de primaire rol het is de enige rol, afgezien van afgeleide wettelijke verplichtingen uit Wwft en Verordening 2014/537/EU. Iets anders is in strijd met het EVRM en is détournement de pouvoir. De Ledenvergadering van de NBA en bij delegatie het bestuur na het horen van de leden kunnen regels stelen over hoe accountants hun werk goed moeten doen, niet wat ze moeten doen dat staat of in de wet of mogen ze zelf weten. Voor "Handreikingen" door het bestuur besloten bestaat al helemaal geen ruimte of wettelijke mogelijkheid. De plaats van fraude in de wettelijke controle is in de Richtlijn geregeld. De Richtlijn vereist gedurende de gehele controle alertheid dat fraude met een materiële uitwerking op de jaarrekening kan zijn gepleegd en dat de "audit evidence' frauduleus kan zijn. Dat heeft dus niet met een ex ante risico inschatting te maken, en voor zover de ISA c.q. eensluidende NVCOS afwijken van dwingend Unierecht zijn ze onverbindend.
Stelling 2: Oprekken effect corruptie.
Voor zover het de kritiek op het voorbeeld ten aanzien van de omzetverwachting betreft heeft Albert Bosch volledig gelijk, dit is onzinnig. Materiële corruptie heeft echter een heel andere werking: ten eerste kunnen megaboetes worden opgelegd door de VS op grond van de Foreign Corrupt Practices Act en door anderen, ten tweede kan schadevergoeding door de gedupeerde (bijv. Petrobras) worden geëist en kan eventueel de overeenkomst worden ontbonden. Dat betekent een grote fundamentele onzekerheid in de jaarrekening. De relevantie is bij weinig ondernemingen potentieel materieel.

Albert Bosch

@Arnout en Alle, dank voor de positieve reactie.

@Alexander, idem, met als aanvulling dat het de vraag wanneer sprake is van een afwijking naar mijn mening lastiger is dan door jou is geschetst in de aangehaalde voorbeelden. Ik vind de door mij gestelde vraag (of vragen) minder eenvoudig te beantwoorden. Maar dat kan ook veel over mij zeggen.

@Dick, ook bedankt voor de reactie. Ik heb ook, gegeven mijn reactie en bespreking daarvan met jullie (dank voor de ruimte), getwijfeld of ik deze bijdrage moest schrijven. Maar ik achtte het wel zinvol. De vraag die wij collectief nog niet goed hebben beantwoord, is wanneer nu sprake is van een afwijking in de jaarrekening als gevolg van corruptie. Speelt ook bij witwassen en fraude (en de in consultatie zijnde handreiking daarover). Aangezien ik in deze bijdrage maar beperkt oplossingen aandraag, neem ik de hartelijke uitnodiging voor verder discussie graag aan. We hebben elkaars contactgegevens; komt goed.

Dick van Onzenoort

Beste Albert,
Dank dat je de moeite neemt om je visie op de handreiking zo uitgebreid op papier te zetten. Dat 'corruptie' geen makkelijk onderwerp is, moge duidelijk zijn.
Eerder heb jij ook uitgebreid gereageerd op de consultatieversie van de handreiking en je reactie is -uiteraard- meegenomen in de finale versie (en ook met je besproken). Neemt niet weg dat we blij zijn met ook deze reactie. Want alleen met discussie komen we tot een volgende stap en brengen we het beroep een stap verder. We nodigen je dan ook van harte uit voor verdere discussie bij de implementatie van deze handreiking.

Met vriendelijke groet,

Dick van Onzenoort
NBA Werkgroep Fraude (de 'schrijvers' van deze Handreiking)

Alle Bergsma

Hear hear

Alexander Vissers

Het artikel werpt een interessante vraag op: namelijk wat is materieel in de jaarrekening van een bouw- / installatieconcern? Als we één ding zeker weten is dat beleggers zo goed als geen stuiver geven voor de jaarrekening van een bouwbedrijf en met name geen waarde hechten aan de "winst". En dat was eigenlijk al voor dat Imtech failliet ging. De jaarrekeningen van grote bouwconcerns zeggen ook zo goed als niets, een winst of verlies van een paar procent van de omzet / een paar procent van het (bruto) onderhanden werk valt binnen de schattingsmarges bij onzekere en stijgende bouwkosten. Alleen als meerdere jaren achter elkaar winsten worden gemaakt en de cash flow positief is willen beleggers er een beetje in geloven, beleggers zijn veel slimmer dan wij denken. Dus wat is materieel in een jaarrekening van een bouwconcern?
De andere door Albert gestelde vraag valt wel te beantwoorden: wanneer bevatte welke jaarrekening een afwijking als gevolg van corruptie die van diepgaande invloed is? SBM Offshore, zowel vanwege een ontbrekende boetevoorziening als het weergeven van omzet op grond van een ongeldige, door omkoping tot stand gekomen overeenkomst. En mogelijk zijn ook jaarrekeningen van Strukton onjuist daar moet het onderzoek nog naar worden afgerond.

Alexander Vissers

Even toegepast op de corruptie bij Petrobras SBM Offshore, afhankelijk van toepasselijk recht (IPR) zijn rechtshandelingen aantastbaar wanneer de goede trouw ontbreekt er is dan geen sprake van een contract. Alleen eventueel van verrijking (onverschuldigde betaling). Dat maakt nogal wat uit. SBM heeft een aardige veer moeten laten. En bij Petrobras stonden de activa mogelijk voor een te hoog bedrag in de balans. Dus bij omkoping kan een groot gevaar voor een materiële fout bestaan althans voor materiële onzekerheid. Als dit kennelijk het geval is - indicatoren en een hoog risico land en / of gevoelige branche - zal een accountant alert moeten zijn.
Verder, er is geen grondslag voor een Handreiking over corruptie, in Nederland gaat de wetgever over regelgeving, de NBA mag slechts regels stellen -in erbarmelijk Nederlands- over "de eer van de stand" en "een goede uitoefening van de werkzaamheden van accountants" dat wil zeggen hoe accountants zich correct gedragen en hoe zij accountantswerk uitvoeren, "hoe" niet "wat" zij moeten doen. Fraude en meldplicht zijn in de wet geregeld de NBA is niet bevoegd dit op te rekken. En al helemaal niet middels "Handreikingen". De Handreikingen moeten zonder uitzondering worden ingetrokken of vernietigd.

Arnout van Kempen

Mooie, uitgebreide, en broodnodige analyse. We moeten echt af van “de accountant als Haarlemmer wonderolie voor al uw maatschappelijke uitdagingen”. De rol van de openbaar accountant, voorzover niet privaat maar publiek gericht, is assisteren bij of controleren van verantwoordingsinformatie. Een risico is dus altijd en uitsluitend een risico op een materiële afwijking in die informatie (op product/dienst niveau) of een risico op associatie met niet-integer gedrag of een niet-integere partij (op accountants/kantoor niveau)

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.