Verslaggeving

'Ouderwetse mentaliteit bedreigt relevantie accountant'

Accountants moeten anders omgaan met het waarderen van immateriële activa, anders verliezen ze hun relevantie, stellen twee Canadese accountants. Volgens hoogleraar externe verslaggeving Arjan Brouwer is het logisch dat accountants zich meer moeten bezighouden met niet-financiële informatie. “De huidige regels kun je conservatief noemen."

Björn Remmerswaal

"We moeten samenwerken om de existentiële dreiging van de irrelevantie van het beroep op te lossen", zeggen Canadese accountants Patricia Meredith en Barbary Stymiest medio februari in een column. In Canada zijn zij betrokken bij verschillende initiatieven die zijn gericht op de toekomst van het accountantsberoep.

Rekenmachine2_900x590.jpg

'We moeten samenwerken om de existentiële dreiging van de irrelevantie van het beroep op te lossen.'

Meredith en Stymiest citeren de beroemde investeerder Warren Buffet, die in 2019 besloot om zijn jaarlijkse brief aan de aandeelhouders van Berkshire Hathaway niet langer te openen met de procentuele verandering in de boekwaarde per aandeel van het bedrijf. "Het is nu tijd om die praktijk achterwege te laten. Feit is dat de jaarlijkse verandering in de boekwaarde van Berkshire een maatstaf is die de relevantie heeft verloren die het ooit had."

Volgens Meredith en Stymiest hadden accountants "overal ter wereld" met spoed in actie moeten komen. "Als de beroemdste investeerder ter wereld en een levenslange gebruiker van financiële overzichten ineens zegt dat deze grotendeels irrelevant zijn, dan zou de beroepsgroep ongerust moeten zijn."

Immateriële activa

De twee Canadese accountants leggen uit dat de economie in de afgelopen dertig jaar is verschoven van industrieel naar digitaal en dat die twee zich verhouden als dag en nacht. "De eerste is gebaseerd op schaarste aan inputs: grondstoffen zoals hout, steenkool en ijzererts, en aan menselijke arbeid. De tweede is afhankelijk van een overvloed aan inputs: menselijke creativiteit en sociale en relationele verbindingen, om er twee te noemen."

Het cruciale verschil komt volgens de twee accountants op het volgende neer: "Als ik in de industriële economie een auto heb en die aan jou verkoop, heb jij een auto en ik niet. Als ik in de digitale economie een idee heb en het aan jou verkoop, hebben we allebei een idee waarmee we geld kunnen verdienen."

Het verschil in de manier waarop we waardecreatie in deze twee verschillende economieën verantwoorden is volgens Meredith en Stymiest wel onderkend door de markt, maar de boekhouding is niet goed meegegroeid. Om dat punt kracht bij te zetten noemen ze Amerikaanse getallen die we ook in Nederland kennen: in 1975 vertegenwoordigde de GAAP-boekwaarde 84 procent van de marktwaarde van de aandelen die in de Fortune 500-index waren opgenomen. In 2020 vertegenwoordigde dit nog slechts 10 procent.

Het verschil? Immateriële activa, zoals investeringen in menselijk kapitaal, data en ander intellectueel eigendom. Meredith en Stymiest maken zich zorgen dat als de juiste waardering hiervoor blijft ontbreken, beleidsmakers economische beslissingen zullen nemen die gebaseerd zijn op verkeerde aannames.

Discussie

Deze discussie is ons in Nederland niet vreemd en sinds digitalisering zijn intrede deed, laait hij zo nu en dan weer op. In 2013 zei Hans Strikwerda dat de boekhoudregels moesten worden aangepast vanwege een toename van immateriële activa, die volgens hem sinds begin jaren negentig gaande is. Vijf jaar later gebruikte IASB-voorzitter Hans Hoogervorst in een toespraak bij een Accountancy Europe-conferentie autofabrikant Tesla als voorbeeld: "Sinds Tesla in 2010 naar de beurs ging, verliest het bedrijf geld en heeft het zeven miljard dollar cash verbrand. De aandelen werden verdund, maar toch is de marktwaarde van het bedrijf maar liefst vijftig miljard dollar. Daarmee heeft Tesla meer marktwaarde dan General Motors (GM), terwijl GM meer dan honderd keer zoveel auto's verkoopt en winstgevend is."

Hoogervorst hamerde daarom op betere toelichtingen op immateriële activa. "De markt heeft informatie nodig over hoe intangible resources gemanaged worden in de context van de strategie van een bedrijf."

Conservatief

Arjan Brouwer, partner bij PwC en hoogleraar externe verslaggeving aan de VU Amsterdam, onderschrijft dat het bepalen van de waarde van bedrijven door digitalisering lastiger is geworden. "De huidige regels kun je conservatief noemen. Een waardevol klantenbestand, de merknaam, investeringen in de ontwikkeling van werknemers, allerlei onderzoek, je kan het vaak niet activeren terwijl het, zeker in de gedigitaliseerde wereld, veel waarde vertegenwoordigt. Intern ontwikkelde immateriële activa worden óf niet geactiveerd óf ze moeten aan een hele rits voorwaarden voldoen."

'Er kan wat betreft de jaarrekening misschien wat conservatisme vanaf, maar er zit niet heel veel rek in.'

Brouwer zet echter zijn vraagtekens bij de onheilspellende woorden van Meredith en Stymiest. "Er kan wat betreft de jaarrekening misschien wat conservatisme vanaf, maar er zit niet heel veel rek in, dat conservatisme is er niet voor niets. Een goed voorbeeld is de biotech/life sciences-sector. Bedrijven in die sector investeren soms jarenlang honderden miljoenen en maken op papier tien jaar lang verlies. Maar investeerders kijken vooral naar de berichten over de ontwikkeling van het medicijn. Zijn er goede resultaten in de verschillende fasen van de ontwikkeling? Dan kennen beleggers dat waarde toe, maar die waarde materialiseert pas als het medicijn ook daadwerkelijk op de markt presteert, en laat dat nou net in die sector vaak misgaan. Dus dan is dat conservatisme op zijn plaats."

Brouwer benadrukt dat je in het huidige systeem nu in elk geval weet dat de cijfers die in een balans staan redelijk 'hard' zijn. Als je aan die balans allerlei 'zachte' cijfers gaat toevoegen, waar je niet volledige assurance over kunt afgeven, heeft dat dan wel nut?

Deze discussie gaat volgens Brouwer vooral over met welk doel je die balans bekijkt. "Het is naar mijn mening nog steeds nuttig om te weten wat de 'harde' activa en schulden van een onderneming zijn en dat dat wordt gecontroleerd. Door digitalisering wordt niet-financiële informatie daarnaast inderdaad belangrijker. Deels wordt het ook belangrijker vanwege duurzaamheid - en daar spelen accountants ook een steeds grotere rol in, onder meer vanwege CSRD."

'De accountant kan wel een grotere rol spelen bij het toetsen van informatie in het bestuursverslag.'

Wat betreft immateriële activa kan de accountant volgens Brouwer ook een rol spelen, alleen de mate van zekerheid die een accountant over bepaalde zaken kan geven wisselt. "De accountant kan wel een grotere rol spelen bij het toetsen van informatie in het bestuursverslag. Om terug te komen op het biotech-voorbeeld: Een accountant kan, mogelijk samen met een expert, onderzoeken of een ontwikkeltraject op de juiste wijze is doorlopen en of de informatie die daarover wordt verstrekt klopt. En of het bestuursverslag de resultaten van het marktonderzoek goed weergeeft. Een belegger kan dan zelf, op basis van de beschikbare gegevens, een kansberekening maken."

Slecht idee

Martijn Bos, beleidsmedewerker Verslaggeving en Audit bij beleggerskoepel Eumedion, vindt dat Meredith en Stymiest de plank misslaan in hun column. "Het is nooit de bedoeling geweest van IFRS, en ook niet een verwachting van beleggers, dat de boekwaarde van het eigen vermogen een goede indicatie zou moeten zijn van de marktwaarde van het eigen vermogen. Dit is ook heel expliciet gemaakt in het conceptuele raamwerk van IFRS. Hierin wordt gesteld dat de boekwaarde van het eigen vermogen niet meer is dan het verschil tussen activa en verplichtingen. Dat raamwerk is van top tot teen herzien, een paar jaar geleden en dit stond niet ter discussie."

Boekwaarde zou misschien wel iets beter werken als de activa en passiva allemaal op marktwaarde zouden worden gewaardeerd. Maar Bos is hier duidelijk over: "Dat is een algemeen aanvaard slecht idee. Ik zit er ook niet op te wachten dat Coca-Cola zelf een zeer arbitraire marktwaarde van het merk gaat vaststellen en activeren. Een IFRS-jaarrekening is terecht bedoeld om beleggers zelf in staat te stellen de toekomstige kasstromen te modelleren en te waarderen."

Bestuursverslag

Net als Brouwer ziet Bos mogelijkheden voor een grotere rol van de accountant bij het toetsen van informatie in het bestuursverslag. "Het is nu aan de International Sustainability Standards Board (ISSB) en de International Accounting Standards Board (IASB) om met een gezaghebbende standaard voor het bestuursverslag te komen. Dat vindt Eumedion belangrijk. Ze kunnen voortbouwen op het International Integrated Reporting Council (IIRC) raamwerk en het eerdere 'Management Commentary' exposure draft."

'Voor beleggers is het bestuursverslag minstens zo belangrijk als de jaarrekening.'

De ISSB is nu bezig prioriteiten te stellen voor de komende jaren en Eumedion heeft eerder aangegeven dat standaarden voor het bestuursverslag een hoge prioriteit hebben. "Voor beleggers is het bestuursverslag minstens zo belangrijk als de jaarrekening. Wij willen dat de accountant het hele bestuursverslag beoordeelt, met gepaste assurance. De gewenste mate van zekerheid kan hierbij wel per onderwerp verschillen en kent mogelijk meer kleuren dan de huidige ‘beperkte’ en ‘redelijke mate’ van zekerheid."

Terugkomend op de column van Meredith en Stymiest is Bos duidelijk: "Beleggers waarderen vooral op basis van lange termijn en duurzame waardecreatie. Dat is bepalend voor het kasstroomperspectief en de risico's. Boekwaarde is een inferieure graadmeter. Als je mij vraagt of de standaarden voor de jaarrekening moeten worden aangepast en er meer immateriële activa moeten worden meegeteld, dan zeg ik: slecht idee. Hoge waarderingen van bedrijfswinsten komen juist voor bij bedrijven die schaalbaar zijn en die relatief weinig investeringen en activa nodig hebben voor verdere groei. Deze wetmatigheid is al zo oud als Warren Buffet zelf."

Björn Remmerswaal is redacteur van Accountant.nl.

Gerelateerd

3 reacties

Alexander Vissers

De hele redenering is tegen de logica: book to market 1:10 dwz helemaal niemand neemt economische beslissingen op basis van de "GAAP value" . Sterker nog de cijfers laten precies het tegendeel zien. Het belang van merken, marktpenetratie en know how zijn inderdaad toegenomen omdat het nu eenmaal niet zo heel erg onmogelijk is een auto met verbrandingsmotor te ontwikkelen maar een smartphone is een heel stuk ingewikkelder. Alle investeerders beginnen met een jaarrkening terug te rekenen naar cash flow en EBIDA. Daar is noch de waardering van vaste activa noch die van immateriële activa van enig belang.

Jan Bouwens

We vergeten dat de relevantie van de jaarrekening en de daarbij behorende controle door een gecertificeerd accountant minstens twee doelen kent. In de eerste plaats werkt de jaarrekening disciplinerend. Een management dat weet dat het zich in cijfers dient te verantwoorden, moet ook leveren. Dat betekent dat het management niet zo maar kan doen wat men wil maar dat het management weet dat bij verkeerde investeringen (verantwoord als bezitting of meteen als verlies genomen bij te grote onzekerheid) het management zal worden aangesproken. Deze functie noemt men ook wel stewardship. Een tweede doel is een waarde neer te zetten die de buitenwacht in staat stelt zich een beeld te vormen over de conditie van de onderneming. Dat is het heikele punt van besproken in de column en door Buffett.
In een CSRD tijdperk komt er meer aandacht voor andere prestaties dan financiële. Het dubbel materialiteitprincipe bepaalt dat de organisatie expliciet verslag uitbrengt van krachten zoals klimaat op de toekomstige operaties van de organisatie. Daar ligt een enorme kans want als deze niet financieel uitgedrukte prestaties bekend zijn, wordt het ook mogelijk hiervan in te schatten hoe deze de huidige balans en V&W raken. We moet niet somberen maar handelen!

Alexander Vissers

Steeds weer duikt het hardnekkige misverstand op dat een jaarrekening en de "waardering", niet voor niets "measurement" genoemd en de winst economische begrippen zijn. Sir David Tweedy propageerde dit nog in zijn "full fair value accounting" pleidooi. Zijn voorstellen hebben het niet gehaald, de gedachte dat transacties centraal moeten staan blijft diep geworteld. Al bij de discussies over de vierde Richtlijn vóór 1978 hadden de Duitsers de onzinnigheid van een economisch winstbegrip en getrouw beeld al aangetoond, maar de Britten en Nederlanders bleven volharden in hun ideaal. Met IFRS is daar definitief een streep door gezet. Kern is zo veel mogelijk vergelijkbaarheid en intersubjectiviteit, al het andere is utopie. Net zoals de Duitsers de onzinnigheid van een geconsolideerde "jaarrekening" al aantoonden, hoezo is een financieel overzicht waarin je de eigendommen en schulden van een ander opneemt en een een deel van je eigen bezittingen niet, een jaarrekening? Daarom is dit een wereldvreemd artikel: jaarrekeningen kunnen de relevantie niet verliezen die ze nooit hebben gehad. Een jaarrekening is een verzameling transacties gebeurtenissen en omstandigheden met bedragen die verder gebaseerd zijn op schattingen, gebaseerd op conventies. Dus als het twee Canadese accountants ontgaan is dat al decennia lang geen sprake meer is van waardering maar van measurement dan komt dat voor hun rekening.

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.