Minder jaarrekeningvrijstellingen voor doorstroomvennootschappen?
Sommige aanbevelingen van de Commissie Doorstroomvennootschappen resulteren niet alleen bij doorstroomvennootschappen in meer jaarrekeningverplichtingen, maar ook bij niet-doorstroomvennootschappen.
Gert-Peter den Hollander
In oktober verscheen het rapport 'Op weg naar acceptabele doorstroom' van de Commissie Doorstroomvennootschappen, waarin onder andere wordt voorgesteld om doorstroomvennootschappen (waar ook veel holding- en financieringsvennootschappen onder lijken te vallen) minder vrijstellingen te verlenen voor het opstellen en publiceren van hun jaarrekening en bestuursverslag. In april is op deze site al uitgebreid ingegaan op de vrijstellingen voor dergelijke entiteiten, waar ik graag naar verwijs.
In het rapport van de commissie worden drie maatregelen voorgesteld om de vrijstellingen voor doorstroomvennootschappen drastisch in te perken:
- Schrappen van artikel 2:403 BW.
- Uitbreiden van het netto-omzet begrip voor doorstroomvennootschappen met financiële inkomsten (zoals dividend en rente).
- Betrekken van gegevens van deelnemingen bij de bepaling van de omvang van een (doorstroom)vennootschap.
Staatssecretaris Vijlbrief heeft in zijn brief aan de Tweede Kamer aangegeven dat het aan een volgend kabinet is om de aanbevelingen van de commissie te beoordelen en eventueel om te zetten in beleid. In het kader van die toekomstige beoordeling wil ik graag het volgende meegeven bij de drie voorgestelde maatregelen.
Schrappen van artikel 2:403 BW
Artikel 2:403 BW stelt een vennootschap vrij van het opstellen en deponeren van een jaarrekening, als een Europese moeder zich aansprakelijk stelt voor de schulden van een vennootschap en die moeder een gecontroleerde jaarrekening publiceert. Het schrappen van artikel 2:403 BW is een generieke maatregel, die niet alleen doorstroomvennootschappen raakt, maar ook niet-doorstroomvennootschappen.
De commissie noemt als argument dat de mogelijkheden voor systematisch onderzoek naar doorstoomvennootschappen vergroot worden. Dat zal ongetwijfeld waar zijn, maar de negatieve consequenties van afschaffing van artikel 2:403 BW voor niet-doorstroomvennootschappen (hogere administratieve lasten uit hoofde van jaarrekeningverplichtingen) zijn mijns inziens disproportioneel. Daarnaast lijkt het minder waarschijnlijk dat doorstroomvennootschappen veel gebruik maken van artikel 2:403 BW, omdat concerns dergelijke vennootschappen onder andere gebruiken ter beheersing van aansprakelijkheidsrisico's.
Uitbreiding van het omzetbegrip
Het uitbreiden van het omzetbegrip voor doorstroomvennootschappen met rente- en dividendinkomsten is een meer specifieke maatregel, die effectief is als de financiële inkomsten van een entiteit meer bedragen dan 12 miljoen euro en het balanstotaal hoger is dan 6 miljoen euro. Bij een dergelijke omvang kwalificeren deze vennootschapen niet langer als micro of klein, zodat een jaarrekening en bestuursverslag moet worden opgesteld en gepubliceerd, voorzien van een accountantsverklaring.
Het lijkt me goed uitlegbaar dat doorstroomvennootschappen niet als micro of klein kunnen worden beschouwd. Ik merk op dat de Europese richtlijn jaarrekening (EU/2013/34) uitbreiding van het omzetbegrip voor doorstroomvennootschappen mogelijk maakt, vanwege de lidstaatoptie in artikel 3 lid 12* zoals al besproken in april 2021). Deze maatregel past derhalve ook binnen de afspraken die in Europees verband zijn gemaakt.
Betrekken van gegevens van deelnemingen
Het meenemen van de gegevens van deelnemingen bij de bepaling van de omvang van een vennootschap is ook een generieke maatregel, die tevens niet-doorstroomvennootschappen raakt. Deze maatregel lijkt niet veel toe te voegen, als het omzetbegrip voor doorstroomvennootschappen wordt uitgebreid met financiële inkomsten.
Ik concludeer dat sommige aanbevelingen van de Commissie Doorstroomvennootschappen niet alleen de jaarrekeningverplichtingen van doorstroomvennootschappen doen toenemen, maar ook die van niet-doorstroomvennootschappen. Ik kan enig begrip opbrengen voor het beperken van jaarrekening-vrijstellingen voor doorstroomvennootschappen ter vergroting van de transparantie over de activiteiten van dergelijke vennootschappen, maar dat zou geen nadelige consequenties voor niet-doorstroomvennootschappen moeten hebben.
Een specifieke maatregel gericht op doorstroomvennootschappen verdient daarom de voorkeur. Het uitbreiden van het omzetbegrip voor doorstroomvennootschappen (met bijvoorbeeld rente- en dividendinkomsten) lijkt relatief eenvoudig, zonder veel gevolgen voor niet-doorstroomvennootschappen.
* Voor ondernemingen waar de netto-omzet niet relevant is, kunnen inkomsten uit andere bronnen als netto-omzet worden aangemerkt.
Gerelateerd
Jury Sijthoff-prijs ziet kwaliteit verslaggeving stagneren
De jury van de FD Henri Sijthoff-prijs stelt dat de kwaliteit van verslaglegging van grote Nederlandse bedrijven afgelopen jaar is gestagneerd. Het voldoen aan de...
Jaarverslag van HSBC vraagt veel van postbode
Het jaarverslag over 2023 van de internationale bank HSBC is zo dik, dat Britse postbodes moeten waken voor rugklachten.
'Ouderwetse mentaliteit bedreigt relevantie accountant'
Accountants moeten anders omgaan met het waarderen van immateriële activa, anders verliezen ze hun relevantie, stellen twee Canadese accountants. Volgens hoogleraar...
Besluit verhoging controlegrenzen gepubliceerd
Het besluit over de verhoging van de controlegrenzen, waar de ministerraad recent mee instemde, is op 12 maart gepubliceerd in het Staatsblad. Daarmee treedt het...
AFM: Accountants moeten kritischer zijn op alternatieve prestatiemaatstaven
Volgens toezichthouder AFM gaat er veel mis bij het gebruik van alternatieve prestatiemaatstaven. De toezichthouder dringt er bij accountants op aan om kritischer...