Bijna vijftigduizend euro aan 'bedongen' buitengerechtelijke incassokosten toewijsbaar?
Kan een schuldeiser altijd de 'bedongen' incassokosten vorderen, ook als deze bijvoorbeeld € 47.991,98 bedragen, terwijl de werkelijke kosten veel lager liggen?
Carolin Vethanayagam
Dit was aan de orde in de uitspraak van Rechtbank Overijssel van 12 juni 2019. In algemene voorwaarden worden vaak bepalingen opgenomen over buitengerechtelijke incassokosten, bijvoorbeeld dat deze 15 procent of een ander percentage van de hoofdsom bedragen. In beginsel is dit ook toegestaan bij business to business-relaties. Onder omstandigheden kan de rechter de bedongen buitengerechtelijke incassokosten echter matigen.
In bovenvermelde uitspraak van de Rechtbank Overijssel was vast komen te staan dat de gedaagde partij een hoofdsom van € 226.113,17 verschuldigd was aan de eisende partij. De Rechtbank heeft dit bedrag dan ook toegewezen.
De eisende partij stelde tevens aanspraak te kunnen maken op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten en had ook voldoende onderbouwd dat er buitengerechtelijke incassowerkzaamheden waren verricht. Volgens de eisende partij bedroegen de buitengerechtelijke incassokosten op basis van de algemene voorwaarden 15 procent van de in de dagvaarding genoemde openstaande hoofdsom van € 319.613,17, zodat de buitengerechtelijke kosten € 47.991,98 zouden bedragen.
Werkelijke kosten
De Rechtbank oordeelt dat - nog los van de vraag of de algemene voorwaarden van toepassing zijn op de overeenkomst tussen partijen, hetgeen de gedaagde partij had betwist - op basis van de uitspraak van de Hoge Raad kan worden afgeleid dat een hoger bedrag dan het wettelijk tarief aan buitengerechtelijke kosten alleen toewijsbaar is als de werkelijke kosten hoger zijn dan de wettelijke tarieven en als dit - in geval van betwisting - ook aannemelijk wordt gemaakt (zie Hoge Raad 10 juli 2015, ECLI:NL:HR:2015:1868).
De eisende partij had ter zitting echter te kennen gegeven niet te kunnen aantonen dat de werkelijke kosten hoger waren dan het wettelijk tarief. Aangezien de gedaagde partij had betwist dat dergelijk hoge kosten waren gemaakt en de eisende partij niet aannemelijk kon maken dat de werkelijke kosten het wettelijke tarief overstegen, oordeelt de Rechtbank dat de buitengerechtelijke kosten worden toegewezen conform het wettelijk tarief. Op basis van de in de dagvaarding genoemde openstaande hoofdsom van € 319.613,17 bedroegen de buitengerechtelijke incassokosten volgens de Rechtbank op basis van de wettelijke regeling € 3.373,07. Dit is dan ook het bedrag aan buitengerechtelijke kosten dat wordt toegewezen.
Motiveren en onderbouwen
Bij 'bedongen' buitengerechtelijke incassokosten doet de schuldeiser er dus goed aan om de gemaakte kosten te motiveren en goed te onderbouwen. Anders loopt deze het risico dat de rechter de gevorderde bedongen incassokosten ambtshalve matigt tot het wettelijk tarief, omdat dat mag op grond van de wet.
- Uitspraak Rechtbank Overijssel 12 juni 2019 ECLI:NL:RBOVE:2019:2235
Gerelateerd
Raad van State: één cao voor beveiligers in loondienst
Beveiligers in Nederland vallen voortaan allemaal onder dezelfde cao. Een uitzondering die de Vereniging Veiligheidsdomein Nederland (VVNL) had, waardoor haar leden...
Nog maar vijftien procent van de werknemers is lid van een vakbond
In 2023 was 15 procent van de werknemers tussen de 15 en 75 jaar aangesloten bij een vakbond. Daarmee zet de daling van de afgelopen jaren door; in 2018 was nog...
Australiërs mogen voortaan baas negeren buiten werktijd
Australiërs mogen voortaan onbelangrijke telefoontjes of e-mails van hun baas negeren die buiten werktijd binnenkomen. Dat komt door nieuwe wetgeving die nu van...
Meer geschillen op de werkvloer door mondiger werknemers
Nederlanders raken vaker verwikkeld in een geschil op de werkvloer, signaleert Stichting Achmea Rechtsbijstand (SAR). Het aantal werkgerelateerde hulpvragen steeg...