Fiscaal

De ODV: wat kan of moet de dga er mee

Op 1 april 2017 is de Wet uitfasering pensioen in eigen beheer in werking getreden. In het kader van die wet heeft de dga de keuze om zijn in eigen beheer opgebouwde pensioen af te kopen, om te zetten in een oudedagsverplichting (ODV) of premievrij voort te zetten. Tijd om nog een keer goed op een rij te zetten wat de dga nu kan of moet doen.

Anja Zandee-Dingemanse

Dga's die nog geen keuze hebben gemaakt over hun pensioen, kunnen dat in 2018 en 2019 nog doen. Verwacht wordt dat de meeste dga’s nu zullen kiezen voor de ODV. Door diverse vraag- en antwoordbesluiten komt er steeds meer duidelijkheid over de ODV.

ODV

Bij een omzetting in een ODV wordt het verschil tussen de commerciële en de fiscale waarde fiscaal geruisloos afgestempeld. Het voordeel daarvan is dat er in de toekomst meer ruimte voor dividenduitkeringen ontstaat. Na de afstempeling wordt de fiscale waarde omgezet in een ODV. Die ODV zal uiteindelijk leiden tot uitkeringen.

Als de dga besluit om de in eigen beheer opgebouwde pensioenrechten om te zetten in een ODV wordt dat in een overeenkomst met de BV vastgelegd. Het is echter niet duidelijk waaraan deze overeenkomst moet voldoen. Een definitie van het begrip ODV ontbreekt en het is ook niet duidelijk hoe de ODV civielrechtelijk moet worden omschreven. Een juiste vastlegging is gezien de fiscale gevolgen echter van groot belang. En wellicht moet de dga ook nog langs de notaris, want in het testament zal de ODV niet benoemd zijn.

Oprenting ODV

De ODV moet tijdens de opbouw- en de uitkeringsfase worden opgerent. Deze oprenting moet plaatsvinden tegen het gemiddelde U-rendement van het voorafgaande jaar. Dit percentage wordt jaarlijks bij ministeriële regeling bekendgemaakt. Voor 2018 is dat percentage 0,06. Uit een vraag- en antwoordbesluit blijkt dat die oprenting in de opbouwfase op twee manieren kan gebeuren: oprenten per balansdatum of oprenten op de omzettingsverjaardag. Tijdens de uitkeringsfase moet worden opgerent op de uitkeringsverjaardag. Oprenting per balansdatum was echter praktischer geweest.

ODV-uitkering

De uitkeringen uit de ODV moeten uiterlijk twee maanden na het bereiken van de AOW- leeftijd ingaan en moeten in twintig jaarlijkse termijnen door de BV worden uitgekeerd. Er hoeft geen actuariële berekening gemaakt te worden. In het eerste uitkeringsjaar wordt 1/20e deel van de ODV uitgekeerd, in het tweede jaar 1/19e enz. Zo worden de twintig jaren volgemaakt. De uitkering mag ook eerder ingaan, maar niet eerder dan vijf jaar voor het bereiken van de AOW-leeftijd. Het eerder laten ingaan van de ODV-uitkering dan binnen die vijf jaar leidt tot een lagere uitkering.  

ODV bij overlijden

De ODV-uitkeringen komen toe aan de dga. Bij zijn overlijden gaat het kapitaal of de resterende uitkering naar de erfgenamen. Als de dga overlijdt voordat de termijnen zijn ingegaan, moeten de termijnen binnen twaalf maanden na het overlijden ingaan. Binnen die termijn van twaalf maanden hebben de erfgenamen nog de mogelijkheid om de ODV als lijfrente onder te brengen bij een verzekeraar. Overlijdt de dga nadat de termijnen zijn ingegaan, dan gaan de nog niet uitgekeerde termijnen direct over op de erfgenamen. Uit de wettekst blijkt niet dat de ODV zonder fiscale gevolgen geheel aan de langstlevende kan toekomen. Volgens een handreiking van de belastingdienst is het wel mogelijk om de ODV zonder fiscale gevolgen te legateren aan één erfgenaam. Een wetswijziging of een besluit van de staatssecretaris had meer voor de hand gelegen.

Ingegaan pensioen omzetten

Ook een ingegaan pensioen kan tot en met 2019 omgezet worden in een ODV. Als de omzetting in een ODV plaats vindt na het bereiken van de AOW-leeftijd wordt de uitkeringsperiode van standaard twintig jaren verminderd met het aantal jaren dat de AOW-uitkering reeds heeft gelopen.

Een ODV kan, ook na ingang van de uitkeringen, nog worden omgezet in een lijfrente en worden ondergebracht bij een bank of verzekeraar. Qua ingangsdatum en uitkeringsduur kan dit meer flexibiliteit bieden.

Afkoopregeling

Vorig jaar hebben dga's massaal gebruik gemaakt van de fiscaal aantrekkelijke afkoopregeling voor hun pensioen in eigen beheer: bijna 43 duizend dga's kozen voor afkoop. Bij afkoop in 2017 gold een korting van 34,5 procent. Die korting is dit jaar 25 procent en in 2019 19,5 procent. In 2018 en 2019 zullen dga's daardoor waarschijnlijk eerder kiezen voor de ODV. Een ODV is geen pensioen en geen lijfrente, maar een volledig nieuwe oudedagsvoorziening waarop eigen - nieuwe - regels van toepassing zijn. Aansluiting bij het lijfrentebegrip uit de inkomstenbelasting was wellicht eenvoudiger geweest.

Anja Zandee-Dingemanse is fiscaal jurist bij DRV Accountants & Adviseurs te Middelburg.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.