Slaat RJ de plank mis bij de jaarrekening op fiscale grondslag?
Microrechtspersonen en kleine rechtspersonen mogen bij het opstellen van de jaarrekening al enkele jaren kiezen voor een jaarrekening op fiscale grondslag of een commerciële jaarrekening. In de toelichting moet de keuze worden vermeld. Logisch, want de gebruiker moet wel in staat kunnen zijn om de cijfers met toelichtingen goed te interpreteren. Is dat echt mogelijk? De jaarrekening op fiscale grondslag verlangt veel deskundigheid. De Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) is de gebruiker op belangrijke onderdelen niet van dienst.
John Weerdenburg
Jaarverslaggeving heeft als doel om de gebruikers van de jaarrekening inzicht te geven in de financiële positie van een onderneming. De definitie is opgenomen in het Burgerlijk Wetboek, artikel 2:362 BW: "De jaarrekening geeft volgens normen die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd een zodanig inzicht dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd omtrent het vermogen en het resultaat, alsmede voor zover de aard van de jaarrekening dat toelaat, omtrent de solvabiliteit en de rentabiliteit van de rechtspersoon."
In een jaarrekening op fiscale grondslag kun je je afvragen of er wel wordt voldaan aan deze definitie. Zeker bij de verwerking van de posten 'deelnemingen' en 'groot onderhoud' kun je daar je vraagtekens bij plaatsen.
Verantwoord oordeel
Voor de jaarrekening op fiscale grondslag zijn twee separate hoofdstukken toegevoegd aan de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving voor micro- en kleine rechtspersonen: RJk D3.1 voor microrechtspersonen en RJk D3.2 voor kleine rechtspersonen. Bij een jaarrekening op fiscale grondslag vermeldt artikel RJk D.3.309 het volgende: "In de toelichting wordt vermeld voor welke posten het gebruik van fiscale waarderingsgrondslagen leidt tot een afwijking van de commerciële waardering die van belang is voor het inzicht in het vermogen. Het gaat dus om afwijkingen van materieel belang. De informatie hoeft evenwel niet gekwantificeerd te worden. Doelstelling van deze informatie is alleen om de lezers van de jaarrekening bewust te maken van (neerwaartse of opwaartse) effect van toepassing van fiscale waarderingsgrondslagen op de desbetreffende posten. Deze toelichting moet eveneens worden opgenomen in de publicatiestukken."
'Is de gebruiker van de jaarrekening niet juist geïnteresseerd in de cijfermatige afwijking?'
Ja, u leest het goed: de informatie, voornamelijk cijfermatige informatie, hoeft niet te worden gekwantificeerd! Is de gebruiker van de jaarrekening niet juist geïnteresseerd in de cijfermatige afwijking? Waarom dan deze vrijstelling? Alleen om de boekhouding te vereenvoudigen, zodat beide stelsels niet naast elkaar geadministreerd moeten worden?
Inzicht in vermogen en resultaat
Deelnemingen worden in de jaarrekening op fiscale grondslag als kapitaalbelang gewaardeerd op basis van de toegepaste fiscale waarderingsgrondslag volgens de aangifte vennootschapsbelasting. Hierbij heeft de RJ een onderscheid gemaakt tussen verwerking van een deelneming binnen een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting, of juist niet:
- Als de deelneming niet behoort tot de fiscale eenheid heeft de rechtspersoon een keuze tussen twee waarderingsgrondslagen: de historische kostprijs (of lagere bedrijfswaarde), of waardering tegen de nettovermogenswaarde.
- Als een deelneming wel behoort tot de fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting heeft de rechtspersoon geen keuze! De deelneming wordt in de fiscale eenheid niet als zelfstandig actief opgenomen in de fiscale aangifte, maar de activa en de passiva van de deelneming zijn hierin (geconsolideerd) opgenomen. Daarom moet de deelneming worden gewaardeerd tegen het nettobedrag van de activa en verplichtingen van de deelneming.
Vanaf het boekjaar 2018 komt hier een belangrijke aanvulling op. In RJk D.3.202 is opgenomen: "Bij een negatieve deelneming in een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting wordt, vanwege het feit dat het nettobedrag van de activa en verplichtingen negatief is, op grond van de doelstelling om aan te sluiten op de fiscale waardering, dit bedrag als passiefpost opgenomen, ongeacht het bestaan van een verplichting tot aanzuivering van dit tekort."
'De RJ vindt de cijfermatige aansluiting op de fiscale waardering blijkbaar belangrijker dan het inzicht voor de gebruikers van de jaarrekening.'
Dit is een opvallende keuze van de RJ. Overigens geeft de raad niet aan onder welke passiefpost deze rubricering valt. Een voorziening lijkt het meest voor de hand liggen, maar welke toelichting past daarbij? Ook ten aanzien van de verwerking van het (totale) verlies van de deelneming is niets bepaald. Concreet betekent dit dat de holding in de resultatenrekening het hele verlies van de deelneming moet vermelden. Dus ongeacht het feit of de holding (juridisch) kan worden aangesproken voor dit verlies. Het eigen vermogen - ofwel het uitkeerbare vermogen - zal hierdoor dalen. De raad vindt de cijfermatige aansluiting op de fiscale waardering blijkbaar belangrijker dan het inzicht voor de gebruikers van de jaarrekening. Mijn inschatting is dat veel rechtspersonen de jaarrekening als gevolg hiervan zullen opstellen op commerciële grondslag.
Solvabiliteit en rentabiliteit
Voor de verwerking van groot onderhoud biedt de RJ kleine en microrechtspersonen de mogelijkheid om te kiezen uit twee varianten: verwerking als eigen vermogen (KER) of als voorziening. Beide methoden hebben hun specifieke eigenschappen.
Verwerking als eigen vermogen (KER)
Bij een KER (die overigens volgens RJk D.3.304 mag worden gepresenteerd als 'Overige Reserves') vindt de opbouw plaats binnen het eigen vermogen, namelijk ten laste van de Overige Reserves. Dit heeft dus geen effect op de winst-en-verliesrekening. In het jaar waarin het groot onderhoud wordt uitgevoerd komen deze lasten in mindering op het resultaat van de onderneming. Daarnaast wordt de opgebouwde KER als rechtstreekse mutatie ten gunste van de Overige Reserves gebracht. Deze variant geeft mijns inziens een te rooskleurig beeld van het eigen vermogen. De KER is immers een verplichting; geen uitkeerbaar vermogen.
Verwerking als voorziening
De andere variant, die in commerciële jaarrekeningen gebruikelijk is, geeft een beter beeld. Het groot onderhoud wordt gepresenteerd als een voorziening, die jaarlijks wordt opgebouwd ten laste van het resultaat. Hierdoor wordt de verplichting die de rechtspersoon heeft duidelijk gepresenteerd. Ook wordt de last gelijkmatig verdeeld over de periode waarop de voorziening wordt opgebouwd.
'Niemand is gebaat bij het creëren van extra onduidelijkheid of verwarring voor de gebruiker.'
Groot onderhoud is vaak een materieel bedrag. Het laat zich wel raden welke impact dit heeft op de solvabiliteit van de rechtspersoon, wanneer de post als eigen vermogen of als voorziening wordt gepresenteerd.
Te weinig oog voor inzichtsvereiste
De RJ heeft op onderdelen van de jaarrekening op fiscale grondslag te veel koers gevaren richting een koppeling met de aangifte vennootschapsbelasting. Het bijzondere is dat bij de voorwaarden voor de jaarrekening op fiscale grondslag gesproken wordt over de waarderingsgrondslagen en resultaatsbepalingsgrondslagen volgens de wet Vpb, maar dat de raad blijkbaar ook de presentatie op de Vpb-aangifte wil laten aansluiten. In mijn perceptie heeft de Raad voor de Jaarverslaggeving hier onvoldoende rekening gehouden met het inzichtsvereiste. Voor microrechtspersonen is dit nog veel erger. Bij deze categorie rechtspersonen ontbreekt het inzicht namelijk helemaal, vanwege de beperkte informatie in de balans en winst-en-verliesrekening én het gemis aan toelichting.
Niemand is gebaat bij het creëren van extra onduidelijkheid of verwarring voor de gebruiker. Dat is een heel slechte koers. Ik ben daarom benieuwd of de raad hier nog een andere positie kiest.
Gerelateerd
RJ-Uiting 2020-9, Handreiking bij de toepassing van fiscale waarderingsgrondslagen
De Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) heeft RJ-Uiting 2020-9: "Handreiking D3 'Handreiking bij de toepassing van fiscale waarderingsgrondslagen' (kleine en microrechtspersonen)"...
Waardering deelneming
Mag een deelneming op nettovermogenswaarde worden gewaardeerd?
Hoe wordt herinvesteringsreserve verwerkt bij een dochter- en een holdingvennootschap?
Een holdingvennootschap heeft een 100 procent belang in een dochtervennootschap. Beide stellen een jaarrekening op fiscale grondslag op. De holding waardeert de...
Verwerking deelneming met afwijkende waarderingsgrondslagen
Een holdingvennootschap heeft 2 deelnemingen waarin een belang van 100 procent wordt aangehouden. (Geconsolideerd zijn deze vennootschappen klein!) Dochtervennootschap...
Eerste jaar toepassing fiscale waarderingsgrondslagen
Mijn cliënt (een besloten vennootschap) overweegt om met ingang van boekjaar 2014 de jaarrekening op fiscale grondslag uit te brengen. Deze bv heeft € 80.000 aan...