Statistical auditing (71)

Fraudeonderzoek

Fraudeonderzoek: de een zegt dat fraude nauwelijks is waar te nemen, de ander zegt je moet de fraude vinden. Wie heeft gelijk? Beide?

Hein Kloosterman

Er vindt de laatste tijd een heel interessante discussie plaats op Accountant.nl over fraude. Door de laatste zomergast van 2018, Esther Perel, werd mij de toon van die discussie helderder. 

In haar inleiding over relatietherapie stelde zij dat elke 'partij' vanuit zijn/haar eigen geschiedenis, beleving, spreekt. De therapeut moet dus zorgen dat de gesprekken van divergerende banen teksten gaan naar convergerende banen. Ofwel de partijen moeten naar elkaar luisteren, echt luisteren. Relatietherapie is dus voor een deel een cursus 'niet langs elkaar heen praten'. Dat langs elkaar heen praten zag ik ook bij deze discussie over fraude op Accountant.nl.

Zou het mogelijk zijn om de waardevolle elementen van de discussie te bundelen door er door de bril van een controlemethodologie naar te kijken?

Waar gaat de discussie over?

In die discussie over fraude brengen beide partijen heel goede elementen in. Zoals: accountants hebben elkaar en het publiek beloofd fraude en andere onjuistheden te ontdekken als die een materieel bedrag belopen. En: in het geval van fraude is er sprake van zodanige verhulling dat de kans die fraude aan het licht te brengen heel gering zal zijn.

Vervolgens zijn de conclusies hard. Gechargeerd zegt de ene partij dat accountants bij ieder onderzoek een aanwezige fraude zouden moeten ontdekken, dat is core business. En net zo gechargeerd zegt de andere partij dat het verhullend karakter van fraude leidt tot de conclusie dat het een illusie is om fraude te ontdekken bij een 'gewoon' onderzoek.

Wat laat een blik vanuit auditmethodologie zien?

De methodologie van accountantscontrole deelt de controle grofweg in drie soorten activiteiten in. Naast het doorgronden hoe de organisatie in elkaar steekt (understanding the business) bestaat de controle uit het beoordelen van de interne beheersing en het verrichten van zogenoemde ‘substantive’ tests*. Op basis van die drie soorten activiteiten stelt de accountant (doorgaans) dat hij 95 procent assurance, zekerheid, zal leveren als hij beweert dat de jaarrekening geen materiële afwijking bevat. Onder afwijking worden dan alle soorten misstatements verstaan, dus ook afwijkingen door fraude. Een meer precieze omschrijving luidt: als er een materiële afwijking - van welke aard dan ook - in die verantwoording had gezeten, zouden we die, behoudens een kleine kans (een audit risk van vijf procent), ontdekt hebben. Materiële afwijking betekent hier de geaggregeerde afwijkingen in dat verslag. 

Met andere woorden: door het uitvoeren van de substantive tests zoeken accountants naar afwijkingen. Zij maken daarbij gebruik van hun definitie van wat onder 'goed' moet worden verstaan. Een goede boeking impliceert dat er geen sprake is van fraude. Voor het ontdekken van fraude zal dus de accountant alle onderzochte boekingen op het aspect van al dan niet fraude beoordelen. 

Controleert de accountant alle boekingen?

Accountants controleren vrijwel nooit integraal, maar passen steekproeven toe en hanteren modellen voor risicoanalyse**. Deze modellen beredeneren dat deelverzamelingen boekingen geheel of gedeeltelijk wel goed moeten zijn, omdat er geen foutrisico's aan zijn verbonden, de interne beheersing eventuele fouten pleegt af te vangen en/of dat cijferanalyses een positief oordeel leveren. 

In het geval van verhulling van de feitelijke gang van zaken, zoals bij samenspanning, kunnen er toch gunstige uitkomsten van de risicoanalyse zijn met als gevolg dat daardoor mogelijk te weinig detailcontroles plaatsvinden om fraude op te sporen.

Terug naar de discussie

Beide partijen hebben, tenminste voor een deel, gelijk. De stelling dat het moeilijk is om fraude te ontdekken in een reguliere controle, onder meer omdat er sprake kan zijn van verhulling, snijdt hout. De stelling dat accountants zich gecommitteerd hebben om fraude te ontdekken snijdt ook hout.

Wat houdt de partijen verdeeld?

Zoals gezegd kunnen accountants kunnen hun best doen om fraude te ontdekken, zij het binnen de maatschappelijke kosten die accountantscontrole met zich brengt. Geen van de partijen in de discussie stelt dat de accountant de positieve*** controles integraal moet verrichten. Dus het streven naar efficiency verdeelt de discussiërende partijen niet.

De accountant zou de detailcontroles zo moeten verrichten dat als hij de onderzochte boekingen als 'goed' aanmerkt, ze niet te maken hebben met fraude. Volgens mij zijn over dit element de partijen het ook eens.

De risicoanalyse in de accountantscontrole blijft een lastig punt en leidt tot de vraag: "Als een deel van de detailcontroles achterwege blijft, geven de detailcontroles gecombineerd met risicoanalyse wel informatie over het afwezig zijn van fraude?" Beide partijen hebben het niet glashelder over risicoanalyse als deelproces in de accountantscontrole en de invloed ervan op de intensiteit van de detailcontroles. 

Ik mis dus in de discussie een antwoord op de vraag wat de accountant concreet zou moeten doen om fraude te ontdekken. Terwijl de methodologie van de accountantscontrole handvatten geeft om met de combinatie van grondige kennis van de organisatie en een toereikende hoeveelheid detailcontroles, fraude te kunnen ontdekken.

Verhit debat

Een discussie over fraude leidt al gauw tot een verhit debat. Als de participanten de rust hadden genomen om te redeneren vanuit een methodologisch kader, zouden zij sneller hebben gezien wat hen verdeelt en waarover zij het eens zijn.

Noten
* De substantive tests kunnen bestaan uit gegevensgerichte detailcontroles en gegevensgerichte cijferbeoordelingen. Soms komt de combinatie van beide voor.
** Onder risicoanalyse versta ik hier het aggregeren van voorinformatie om de hoeveelheid gegevensgerichte detailcontroles te reduceren.
*** Positieve controle is: is hetgeen dat is geboekt, voor alle relevante aspecten juist geboekt. 

Hein Kloosterman RE RA, gepensioneerd adviseur IT-audit en Statistical Audit. Lid van de Stuurgroep Statistical Auditing.

Gerelateerd

7 reacties

Hein Kloosterman


Beste Wim,
Prima uiteenzetting en betoog.
Jouw reactie laat zien dat wij vanuit een verschillend perspectief schrijven. Ik begin bij De Groot.
Methodologie:
Controlemethodologie is een specifieke verschijningsvorm van onderzoeksmethodologie. De Groot hanteert onder meer het uitgangspunt van Popper dat ‘stellingen’ (beweringen kan ook) falsifieerbaar moeten zijn. Dat sluit een heleboel elementen van professional judgement uit. Nattevingerwerk, bijgeloof en dat soort zaken.
Gedrag:
Menselijke relaties, ‘sociale werkelijkheid’ en dergelijke zijn zeker het wegen waard. Moeilijk punt hierbij is altijd: hoe neem je dat waar? Hoe subjectief is de conclusie? Vandaar dat mijn voorkeur uitgaat naar het objectiveren van het menselijk gedrag. Zie Tversky en Kahnemann. Dus slow thinking toepassen.
Dan Statistiek.
Het model van financial auditis gebouwd op statistiek gebruikt: steekproeven. De definities van materialiteit, uitvoeringsmaterialiteit en toelaatbare afwijking: gebaseerd op het toepassen van mathematische steekproeven.
Het confronteren van de Ist-posities met (elk hun) Soll-positie is soms complex: zo kan bij substantive testing de informatie over de Soll-positie (wanneer is een ‘boeking’ goed?) diep graven nodig maken.
Statistische steekproeven plegen te worden gebruikt om uit zo weinig mogelijk waarnemingen zo veel mogelijk informatie te halen. Dat kunnen waarnemingen in het heden zijn en waarneming uit het verleden. In de toepassing van de techniek zelf zitten veel mechanistische elementen. In het beoordelen van de afzonderlijke Ist-posities niet.
Dus:
- Onderzoeksmethodologie omvat controlemethodologie. Controle is kijken naar het verleden;
- Gedragselementen van de onderzoeker moeten worden geobjectiveerd (slow thinking);
- Statistiek biedt handvatten om de controle in te richten en dus uit te voeren. Uw reactie (maximaal 2000 tekens)

Wim Nusselder

Beste Hein,
Correct me if you think I’m wrong, maar dit is hoe ik er tegenaan kijk:

Statistiek trekt conclusies op grond van gegevens uit het verleden.
Dat is nuttig voorzover patronen zich relatief onveranderlijk herhalen (zoals in een mechanistisch systeem).
De sociale werkelijkheid, waarin mensen middelen en macht gebruiken dan wel misbruiken, is echter complex en dynamisch.
Gedrag dat in de ene situatie of het ene moment GEbruik impliceert kan in de/het andere situatie/moment MISbruik zijn en omgekeerd.
Patronen uit het verleden rechtvaardigen daardoor geen conclusies over het heden.
Dat maakt kansberekening op basis van zich herhalende patronen minder zinvol.

Mensen kunnen natuurlijk een getallenwereld creëren waarin patronen zich wél herhalen, een mechanistische schijnwerkelijkheid.
En die heeft ook nut, als houvast, als ‘ruggegraat’ van onze samenleving en onze welvaart.
Het is echter de vraag hoeveel die zegt over de sociale werkelijkheid van ge- en misbruik van middelen en macht.
Fraude (verhulling van misbruik) impliceert dat die mechanistisache getallenwerkelijkheid, waarop je je statistiek loslaat, de onderliggende sociale werkelijkheid niet meer representeert.
Statistiek geeft geen greep op fraude, maar slechts op de kundigheid van fraudeurs om een getallenwereld te creëren waarin geen statistisch significant vuiltje aan de lucht lijkt.
Je vangt daarmee hooguit de slechte fraudeurs, dus.

Dit is een zwart-wit schets, kortheidshalve, want menselijk gedrag is grotendeels onderbewust en bestaat daardoor wél uit herhalende patronen.
Statistiek is dus erg nuttig om onbedoelde fouten de ontdekken.
Juist misbruikers van middelen en macht onttrekken zich echter aan die onderbewuste patronen (en verhullen dat bewust met fraude).

Fraudeonderzoek vergt dat je je verdiept in MENSEN en RELATIES daartussen.
Statistiek gaat over GETALLEN en relaties daartussen.

De Groot’s “Methodologie” gaat over ONDERZOEKSmethodologie en niet over CONTROLEmethodologie, toch?

Hein Kloosterman

@Wim Nusselder
Misschien is waar dat methodologie en statistiek als een niet-goede insteek voor fraudeonderzoek worden beleefd. Het zou heel gek zijn als die twee elementen bij het zoeken naar potentiële fraude niet zouden worden gebruikt.
Dat die twee elementen te 'mechanistisch' zouden zijn is volgens mij flauwekul. Het was misschien beter geweest in fraudeonderzoek meer methodologie te stoppen dan te denken dat we hydrodigitaal of louter intuïtief verder komen.
Lees A.D. de Groot, Methodologie.

Wim Nusselder

Beste Marc,
Standing corrected; ik zie het nu.
Projecteerde mijn eigen voorkeuren kennelijk teveel.

Marc Schweppe, Accountant.nl

Beste Wim, het idee dat artikelen minder lezers trekken dan nieuwsberichten of opinies op deze site is bewezen onjuist. Zie bijv. het overzicht van meest gelezen berichten over 2017: op plek 2, 6, 7, 8 en 9 in de top 10 staan artikelen en vaktechnische colums. https://www.accountant.nl/nieuws/2017/12/meest-gelezen-2017/

Wim Nusselder

Artikelen trekken minder aandacht dan opinies en nieuws.
Dit artikel misschien ook omdat statistiek en controlemethodologie geen geschikte insteek zijn bij fraude.
Die veronderstellen namelijk een mechanistische sociale werkelijkheid.
Ze miskennen de complexiteit die voortkomt uit menselijke vrije wil.

nelleke krol

Gek dat dit artikel geen enkele reactie heeft uitgelokt. Eindelijk een artikel dat de vinger op de zere plek legt, nl. dat partijen langs elkaar heen praten. Het debat wordt vanuit verschillende invalshoeken gevoerd, t.w. (i) de rol en verantwoordelijkheid van controlerend accountants i.v.m. fraude onder de huidige standaarden (o.a. P. Schimmel) en (ii) de rol die accountants zouden moeten spelen om aan de bredere verwachtingen van 'de maatschappij' t.a.v. de opsporing en preventie van fraude tegemoet te komen (o.a. M. Pheijffer, de MCA rapporten en het concept Fraude protocol). Allereerst zal toch moeten worden vastgesteld welke belemmeringen er bestaan voor controlerend accountants om hun rol binnen de huidige standaarden adequaat te vervullen. Daarna zal moeten worden onderzocht in hoeverre deze rol kan worden uitgebreid... En nu op naar het Debat@!

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.