IFRS 9 ook voor corporates niet zonder gevolgen
Voor 2018 staat een aantal ingrijpende veranderingen op de rol voor de jaarrekening van ondernemingen die onder IFRS rapporteren. Nieuwe voorschriften voor omzet verantwoording (IFRS 15) en financiële instrumenten (IFRS 9). In 2019 volgt de invoering van nieuwe leasingregels (IFRS 16), waarbij huurverplichtingen voortaan op de balans komen.
Eric Hoogcarspel en Dick Korf
Ondernemingen zijn volop bezig om de noodzakelijke en soms complexe veranderingen in de verslaggeving voor te bereiden en te implementeren. Het valt ons op dat van deze drie standaarden IFRS 9 bij niet-financiële ondernemingen (hierna: corporates) nog weinig aandacht krijgt. Op het eerste gezicht begrijpelijk, omdat IFRS 9 vooral ingrijpende gevolgen heeft voor de bancaire sector.
IFRS 9 brengt een groot aantal wijzigingen voor de verslaggeving, die ook voor corporates grote impact kunnen hebben en waarvan het zaak is om hier tijdig op te acteren.
Tegelijkertijd ook zorgelijk, want elke onderneming heeft vorderingen en leningen op de balans en meestal ook eigen bankfinanciering, soms ook aandelen- of andere beleggingen. IFRS 9 brengt een groot aantal wijzigingen voor de verslaggeving die ook voor corporates grote impact kunnen hebben en waarvan het zaak is om hier tijdig op te acteren. Een aantal daarvan behandelen we in deze bijdrage.
Invoering van IFRS 9 in 2018 betekent dat het cumulatieve effect van de overgang naar de stand per 1 januari 2018 moet worden verwerkt als stelselwijziging via het eigen vermogen. Vergelijkende cijfers over 2017 zijn niet vereist.
Nieuw raamwerk
IFRS 9 kent een geheel nieuw raamwerk voor de rubricering en waardering (classification and measurement) van financiële activa. Daarbij valt te denken aan posten zoals elke corporate die kan hebben: debiteuren, andere vorderingen en leningen, aandelenbelangen, derivaten en dergelijke. De waardering voor derivaten is ongewijzigd en blijft fair value via de resultatenrekening. Voor aandelenbelangen wordt de waarderingsgrondslag in alle gevallen fair value. IFRS 9 biedt niet meer de vrijstelling op kostprijs te waarderen als geen betrouwbare fair value beschikbaar is; er zal in alle gevallen een fair value-waardering moeten komen.
Verder relevant voor aandelenbelangen is dat per belegging moet worden aangegeven of de wijziging in de fair value via de resultatenrekening loopt of via het eigen vermogen. Deze keuze is per instrument te maken, maar wel onomkeerbaar. Bij verwerking via het vermogen is opmerkelijk en nieuw dat er geen ‘recycling’ naar de resultatenrekening plaatsvindt bij verkoop. Enige uitzondering daarop is ontvangen regulier dividend, dat in de resultatenrekening wordt verwerkt. Ook bestaat er voor aandelen geen impairment-regime meer. Dit betekent dat er bij verwerking via het eigen vermogen in de resultatenrekening geen waardeveranderingen of impairments zullen komen.
Verwerking van leningen
Ook de verwerking van leningen, waaronder debiteuren, intercompany-financieringen etc. kan onder IFRS 9 anders uitpakken dan nu het geval is. Bepalend voor de verwerking is enerzijds het business model waartoe de lening behoort. Is het een post die alleen gehouden wordt om hoofdsom en rente te ontvangen over de looptijd, dan vindt waardering op kostprijs plaats. Als er ook tussentijdse verkopen plaatsvinden, dan vindt waardering plaats tegen fair value via het eigen vermogen (‘other comprehensive income’).
Ook het karakter van de lening is relevant voor de verwerking: genereert de lening uitsluitend reguliere rente en aflossing, of bevat deze bijzondere condities die (kunnen) leiden tot afwijkende kasstromen? Als de lening bijzondere condities bevat dan wordt die lening gewaardeerd op fair value via de resultatenrekening, ongeacht het business model. Over het algemeen zullen reguliere debiteuren ook onder IFRS 9 op kostprijs kunnen worden gewaardeerd. Verschillen kunnen ontstaan bijvoorbeeld in geval van (voorgenomen) factoring, waar vorderingen niet worden gehouden om de kasstromen gedurende de looptijd te incasseren, maar om deze te verkopen en dus op fair value via de resultatenrekening moeten worden verwerkt.
Vorderingen die andere kasstromen genereren dan uitsluitend reguliere rente en aflossing zijn bijvoorbeeld bepaalde mezzanine-leningen bij securitisaties, converteerbare obligaties of leningen waarvan de waarde afhankelijk is van onderliggende aandelenbelangen of andere niet reguliere rentecomponenten. Dergelijke leningen staan nu mogelijk nog op kostprijs of fair value via het eigen vermogen. Onder IFRS 9 zullen deze instrumenten tegen fair value in de resultatenrekening moeten worden verwerkt. Het afzonderen van embedded derivaten uit financiële activa is onder IFRS 9 namelijk niet langer aan de orde. Kortom: de analyse en vaststelling van business modellen en de test van de karakteristieken van leningen is ook voor corporates relevant.
Verliezen
Geheel nieuw is de overgang van incurred losses naar expected credit losses voor het bepalen van debiteurenvoorzieningen. Dat betekent letterlijk dat voor elke vordering – kostprijs én fair value via het eigen vermogen – bij de eerste verwerking in de balans een voorziening voor kredietverlies moet worden opgenomen. Ongeacht of deze goed of slecht is. De voorziening wordt berekend op basis van het verwachte verlies voor de komende twaalf maanden.
Voor elke vordering moet bij de eerste verwerking in de balans een voorziening voor kredietverlies worden opgenomen.
Bij significante verslechtering van de kredietwaardigheid wordt de voorziening verhoogd naar ‘lifetime expected loss’. Er bestaan diverse praktische alternatieven voor het bepalen van de expected loss-voorzieningen, zoals bijvoorbeeld een ‘provision matrix’. Hierbij wordt gekeken naar de relatie tussen de mate van achterstalligheid en het optreden van kredietverliezen, die vooral relevant is voor handelsdebiteuren bij corporates. Bijzondere aandacht behoeven de rentedragende leningen met langere looptijden, zoals bijvoorbeeld intragroepsfinancieringen en andersoortige financieringen. Bij het bepalen van de expected credit loss dient uitgegaan te worden van verwachtingen omtrent de toekomst. Waarbij rekening moet worden gehouden met meerdere relevante economische scenario’s. De expected credit loss-benadering moet worden uitgewerkt in policies en processen.
Financiële verplichtingen
Voor financiële verplichtingen blijft onder IFRS 9 veel bij het oude. Alleen wanneer deze door toepassing van de fair value-optie (vrijwillig) op fair value worden gewaardeerd, moet onder IFRS 9 het door verandering van de eigen kredietwaardigheid van de onderneming veroorzaakte deel van de wijziging van de totale fair value in het eigen vermogen worden geboekt, in plaats van via het resultaat zoals dat nu het geval was. Voor financiële verplichtingen blijven, in tegenstelling tot voor financiële activa, de bepalingen wel van kracht voor het afzonderen van embedded derivaten, waarvoor geen ‘nauw verband’ met de lening bestaat.
Een verandering die ook relevant kan zijn betreft de verwerking van contractuele wijzigingen in financiële verplichtingen, bijvoorbeeld na herstructurering van bancaire kredietverlening. Mocht dat niet leiden tot verwijdering van de oude lening uit de balans, dan zal het contantewaarde-effect van de verandering direct in de resultatenrekening worden verwerkt, in plaats van amortisatie over de resterende looptijd.
De hedge accounting-bepalingen bieden in veel gevallen een vereenvoudiging en in sommige gevallen, met name voor corporates, een uitbreiding van de mogelijkheden ten opzichte van de huidige vereisten. Een voorbeeld van dat laatste is dat voor niet-financiële afgedekte posities nu ook specifieke risicocomponenten mogen worden aangewezen als afgedekt. Te denken valt aan de aluminiumprijs-component bij de inkoop van frisdrankblikjes.
Vereenvoudiging zit vooral in het aantonen dat een hedge in hoge mate effectief moet zijn. Op dit moment moet daarvoor worden bepaald of de effectiviteit van de hedge zich in de bandbreedte 80-125 procent bevindt. Onder IFRS 9 worden die harde grenzen losgelaten en zal in de meeste gevallen een meer kwalitatieve benadering vooraf toereikend zijn. Wel blijft het zo dat de in het resultaat te boeken ineffectiviteit moet worden bepaald.
Hedgerelatie
Als de verhouding tussen de afgedekte positie en de daarvoor gebruikte derivaten wijzigt, zal onder IFRS 9 ‘rebalancing’ van de hedgerelatie moeten plaatsvinden, om de verslaggeving weer in lijn te brengen met de economische hedgerelatie. Het is niet meer nodig om daarvoor een bestaande hedgerelatie te verbreken en een nieuwe hedgerelatie op te zetten. Dat mag onder IFRS 9 ook niet meer, zolang de economische hedgerelatie nog bestaat.
Verder kan volatiliteit in het resultaat worden beperkt door het zogenoemde ‘cost of hedging’-concept. Onder deze benadering worden fair value-wijzigingen veroorzaakt door buiten een hedgerelatie gehouden componenten in eerste instantie via het eigen vermogen verwerkt. Dit is mogelijk voor termijnpunten, tijdswaarde van opties en (nieuw onder IFRS 9) ook voor de valutabasisspread in cross currency swaps. De daarmee samenhangende bedragen worden ofwel over de looptijd van de hedge naar het resultaat geamortiseerd (voor aan tijdsperiode gerelateerde hedges; bijvoorbeeld een lening in vreemde valuta), of uitgesteld tot een toekomstige transactie wordt verantwoord. Dan worden ze gecorrigeerd op de boekwaarde daarvan (voor transactie gerelateerde hedges; bijvoorbeeld de afdekking van het valutarisico op toekomstige inkopen).
Tenslotte
De complexiteit van de invoering en de invloed op vermogen en resultaat zal van bedrijf tot bedrijf verschillen.
De wijzigingen die we hebben behandeld laten zien dat IFRS 9 ook voor corporates gevolgen heeft. Naast genoemde wijzigingen kent de standaard nog meer gedetailleerde bepalingen die aandacht vragen. De complexiteit van de invoering en de invloed op vermogen en resultaat zal van bedrijf tot bedrijf verschillen; afhankelijk van de aard en omvang van de financiële instrumenten die worden gebruikt.
Om verrassingen te voorkomen moedigen we alle corporates aan om IFRS 9 de komende maanden te omarmen en de implementatie te realiseren. De tijd tot 2018 is kort en de klokt tikt.
Gerelateerd

Een voortdurende uitdaging in onzekere tijden
Europese banken hebben in de periode 2020-2022 ongeveer twee tot drie keer zoveel geld in de stroppenpot gestopt, vergeleken met de jaren ervoor. Hasan Gürkan bekijkt...

COVID-19 en IFRS 9 kredietverliezen
IFRS 9 brengt grotere volatiliteit met zich mee bij abrupt verslechterende economische omstandigheden.

Hét moment voor grondige review van IFRS 9?
IFRS 9 werkt in geval van een abrupte crisis sterker procyclisch dan de vorige boekhoudregel, betoogt Hasan Gürkan.
'IFRS 9-regels worden onverantwoord opgerekt'
De IFRS 9-regels worden vanwege de coronacrisis minder streng gehanteerd, wat het risico op een financiële crisis doet toenemen.