Faillissementsrecht

De staat en de Belastingdienst: één of twee schuldeisers?

Wanneer de Nederlandse staat het faillissement van een schuldenaar aanvraagt en stelt dat deze ook nog een schuld heeft aan de Belastingdienst dan wordt er toch geen faillissement uitgesproken. De staat en de Belastingdienst worden namelijk als één en dezelfde schuldeiser beschouwd.

Robbert Roeffen

De staat heeft een vordering op een schuldenaar. De staat vraagt het faillissement van de schuldenaar aan omdat hij zijn betalingsverplichting niet nakomt. De staat stelt dat de schuldenaar ook zijn schuld aan de Belastingdienst niet betaalt. Volgens de staat is er sprake van twee verschillende schuldeisers. 

Wettelijke vereisten

De wet kent diverse vereisten voor faillietverklaring. Een van de vereisten is dat de schuldenaar tenminste twee schulden heeft aan verschillende schuldeisers. De Hoge Raad wil niet van dit vereiste afwijken. Recentelijk heeft hij nog geoordeeld dat het niet mogelijk is om een faillissement van een schuldenaar uit te spreken die slechts één schuldeiser heeft (Hoge Raad 24 maart 2017 ECLI:NL:HR:2017:488). Het doel van het faillissement is volgens de Hoge Raad het verdelen van het vermogen van de schuldenaar onder zijn gezamenlijke schuldeisers. En dat is niet aan de orde wanneer er maar één schuldeiser is. 

Het is daarbij niet eens relevant hoeveel die ene schuldeiser te vorderen heeft of dat de schuldenaar die ene schuld toch nooit kan betalen. Het gaat er om dat de schuldenaar meerdere schulden onbetaald laat en meer dan één schuldeiser heeft: het zogeheten pluraliteitsvereiste. Dat leidt tot de vraag: is de Belastingdienst wel een andere schuldeiser dan de staat?

Rechtspersoonlijkheid

De staat heeft een verzoekschrift bij de rechtbank ingediend en daarin verzocht het faillissement van de schuldenaar uit te spreken. In het verzoekschrift staat als partijnaam van de staat: 'Inspectie SZW, Agentschap van Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid'. De staat is op grond van artikel 2:1 lid 1 BW een publiekrechtelijke rechtspersoon. 

Uit het verzoekschrift blijkt dat de schuldenaar ook nog een belastingschuld heeft. De rechtbank oordeelt dat de Belastingdienst (eveneens) onderdeel is van de staat en geen zelfstandige rechtspersoonlijkheid heeft. Dit blijkt bovendien nog eens uit de door de staat overgelegde uittreksels uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel. In zowel het uittreksel van de Inspectie SZW - Centraal kantoor Utrecht als die van de vestiging Belastingdienst/kantoor Den Haag wordt namelijk als rechtsvorm vermeld: 'Publiekrechtelijke rechtspersoon: De Staat (Ministerie).' 

Beslissing

De rechtbank oordeelt dat de inspectie SZW en de Belastingdienst niet twee verschillende schuldeisers/rechtspersonen zijn. Zij zijn geen afzonderlijke dragers van rechten en verplichtingen. Zij dienen als één publiekrechtelijke rechtspersoon te worden aangemerkt, en dat is de staat (27 juni 2017, ECLI:RBDHA:2017:7140). Omdat er niet aan het pluraliteitsvereiste is voldaan wijst de rechtbank het verzoek tot faillietverklaring daarom af.

Robbert Roeffen is advocaat in Eindhoven bij het kantoor Keizers Advocaten en gespecialiseerd in het insolventierecht.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.