Anja Zandee-Dingemanse

Voor wat betreft de forfaitaire bijtelling voor het privégebruik van een leaseauto heeft de wetgever in 2005 besloten om met behulp van 'groene faciliteiten' milieuvriendelijk gedrag te stimuleren. Hierdoor is anno 2016 artikel 3.20 Wet IB 2001 betreffende de bijtelling voor het 'privégebruik auto' uitgegroeid tot een wetsartikel met twintig leden!

Er zijn diverse bijtellingspercentages met als doel de zakelijk rijder te stimuleren om te kiezen voor een auto met een lage CO2-uitstoot. Getuige de grote populariteit die de zuinige auto’s genieten, is die missie geslaagd. Of de door de wetgever gewenste reductie van CO2-uitstoot wordt bereikt kan echter worden betwijfeld.

Wijzingen 2017

Ingaande 2017 wijzigen de autobelastingen dus weer. Volgens het kabinet wordt daarmee het stelsel van autobelastingen eenvoudiger, onder meer door het aantal bijtellingspercentages te verminderen van vier naar twee. Daarnaast wordt de aanschafbelasting personenauto's en motorrijwielen (bpm) voor 2020 met in totaal 14,7 procent verlaagd en wordt het algemene bijtellingspercentage verlaagd van 25 naar 22 procent. De veranderingen moeten ook zorgen voor stabiele belastinginkomsten en een efficiëntere bijdrage aan een gezonder milieu.  

Bijtelling

Voor auto's die in 2017 op kenteken worden gezet, geldt met ingang van 2017 het algemene bijtellingspercentage van 22 procent. De verlaagde bijtelling voor zuinige auto's en semi-elektrische auto’s verdwijnt in 2017. Alleen voor volledig elektrische auto’s wordt het bijtellingspercentage 4 procent.

Twee bijtellingspercentages dus. Heel overzichtelijk, maar het duurt even voor we zover zijn. Door het overgangsrecht hebben we tot het jaar 2020 met diverse bijtellingspercentages te maken, afhankelijk van wanneer de auto voor het eerst op kenteken is gezet. Heeft u nu (2016) een auto in de 25 procent-categorie? Dan valt deze auto vanaf 2017 helaas niet in de 22 procent-categorie, maar blijft de bijtelling van 25 procent behouden.

En heeft u nu (2016) een (zeer) zuinige auto dan houdt u gedurende zestig maanden het verlaagde bijtellingspercentage van 4, 7, 14, 15, 20 of 21 procent. De zestig maanden is te rekenen vanaf de eerste dag van de maand volgend op die waarin de auto voor het eerst te naam is gesteld in het kentekenregister. Voor auto's van vijftien jaar en ouder blijft de Youngtimer regeling gelden. Voor deze auto’s geldt een algemeen bijtellingspercentage van 35 procent van de dagwaarde van de auto.

Alternatieven

Er zijn inmiddels wat alternatieven voor het huidige systeem geopperd. Zo wil autobranchevereniging Bovag dat de bijtelling per kilometer wordt berekend. Een berekening per kilometer is eerlijker dan een vast bedrag. Wie veel privé rijdt, betaalt dan meer bijtelling en wie weinig rijdt juist minder. En het is ook goed voor de bereikbaarheid en het milieu, aldus Bovag.

Een ander alternatief is de gestaffelde bijtelling gebaseerd op het daadwerkelijke gebruik. Hoe minder men rijdt, hoe lager de bijtelling. Dit zou gecombineerd kunnen worden met gedifferentieerde tarieven voor auto’s met een aantoonbaar lagere CO2-uitstoot. Maar eenvoudiger wordt het hiermee niet.

Het te belasten voordeel voor privégebruik auto kan ook worden bepaald op basis van een evenredig deel van de totale werkelijke kosten. Dat evenredig deel zou dan het aantal privékilometers gedeeld door het totaalaantal kilometers zijn.

Ingewikkeld

Voorlopig zitten we dus tot 2020 met meerdere bijtellingspercentages en diverse overgangsregels, waardoor de bijtellingsregels onnodig ingewikkeld zijn geworden.

De vraag naar plug-in hybride auto's zal door de stijging van de bijtelling naar 22 procent in 2017 vermoedelijk fors afnemen. De vraag naar volledig elektrische auto's zal daarentegen naar verwachting fors toenemen.

We moeten nog afwachten wat de beleidsvoornemens van een nieuw kabinet na de verkiezing voor de Tweede Kamer van maart 2017 zijn, maar we mogen aannemen dat het milieubeleid daarin een belangrijk element zal zijn.