Fraude in praktijk (92)

Schone auto's, schone cijfers?

De onderneming X BV stelt tegen vergoeding ruimtes voor het wassen van auto's ter beschikking. A is directeur van X BV. Hij heeft X BV twintig jaar geleden opgericht. Door zijn inzet en betrokkenheid groeit X BV uit tot een nationale speler van formaat met een financieel gezond plaatje. Deze groei ontgaat het Amerikaans bedrijf Y Inc. niet.

Dit Amerikaanse concern, opererend op mondiaal niveau in de autowasbranche, is onder de indruk van de wijze waarop A zijn zaken regelt.

Deze interesse leidt ertoe dat X BV zijn aandelen verkoopt aan Y Inc. De verkoop van de aandelen geschiedt in twee tranches. De laatste tranche, van veertig procent, dateert van vorige maand.

Na de verkoop, vier jaar geleden, van de eerste tranche (zestig procent van de aandelen) treedt een aantal wijzigingen op bij X BV Zo wordt A werknemer van X BV en gaan voor X BV de rapportagevereisten van Y Inc. gelden. De periodieke verslaggeving van de resultaten van X BV gebeurt via het groepsrapportagesysteem 'Cards'. De bonusregeling van het conglomeraat van Y Inc. gaat ook gelden voor (alle werknemers van) X BV De omvang van de bonus werd voor een belangrijk deel bepaald door de in Cards gerapporteerde brutomarge.

De controlerend accountant van Y Inc. is het mondiaal opererende kantoor Z. De statutaire jaarrekening van X BV wordt gecontroleerd door de firma C.

X BV is binnen het conglomeraat van Y Inc. een zeer kleine speler. Door groepsaccountant Z is X BV aangemerkt als 'niet materieel'.

De jaarafsluiting ten behoeve van de groepsjaarrekening vindt plaats in de tweede week van het nieuwe boekjaar. Dan worden de (jaar)cijfers door de controller van X BV ingevoerd in Cards. Hierbij worden de accounting principles van Y Inc. toegepast. Deze accounting principles wijken op belangrijke punten af van de principles zoals die worden toegepast in de statutaire jaarrekening van X BV.

Uit een op verzoek van Y Inc. uitgevoerde internal audit blijkt dat de cijfers zoals die door de controller van X BV zijn gerapporteerd in Cards de afgelopen vier jaar niet aansloten op de statutaire jaarrekening. De geconstateerde verschillen werden niet verklaard door de toepassing van andere accounting principles. De in Cards gerapporteerde brutomarge was aanzienlijk hoger dan die in de statutaire jaarrekening. Cumulatief ging het om een bedrag van enkele miljoenen euro's.

Door Y Inc. wordt medio het vijfde jaar een (forensisch) onderzoek ingesteld. Het onderzoek wijst uit dat alle gerapporteerde activa bestaan en dat er geen aanwijzingen zijn die erop duiden dat activa onrechtmatig aan X BV zijn onttrokken. Wel zijn de bonussen de afgelopen jaren te hoog berekend (en betaald). Deze werden immers berekend op basis van de in Cards gerapporteerde brutomarge.

Was hier sprake van fraude?

De reactie van de bij deze casus betrokken personen was als volgt:

  • De controller die de cijfers in Cards heeft ingevoerd, is sinds een halfjaar niet meer werkzaam bij X BV en weigert medewerking aan het onderzoek.
  • A wast zijn handen in onschuld: "Onze statutaire jaarrekening is altijd voorzien van een goedkeurende verklaring. De accountants van C hadden nooit opmerkingen. De verslaglegging in Cards was de verantwoordelijkheid van de controller, ik vertrouwde op hem. Ik kreeg nooit vragen vanuit Y Inc. Waarom zou ik hier bewust aan meewerken? Ik heb bij de verkoop van mijn aandelen reeds 'gecasht'."
  • Groepsaccountant Z stelt zich op het standpunt dat X BV voor de controle van Y Inc. 'niet materieel' was.
  • Accountant C van X BV stelt zich op het standpunt dat zij de statutaire jaarrekening controleerden en geen opdracht hadden om vast te stellen of deze aansloot op de gerapporteerde cijfers in Cards.
  • Medewerkers van de afdeling controlling van Y Inc. geven aan dat zij de afgelopen twee jaar geen  aansluiting hebben gemaakt tussen de statutaire jaarrekening en de cijfers in Cards. De verschillen die zij in eerdere jaren constateerden, werden door de controller van X BV verklaard door "verschillen in accounting principles". Dat zij de aansluiting niet maakten in de afgelopen twee jaar is niet opgemerkt door groepsaccountant Z.

In de statutaire jaarrekening is een te hoge bonus verantwoord. Zou de aansluiting tussen de resultaten in het groepsrapportagesysteem en de statutaire jaarrekening wel zijn gemaakt, dan waren de te hoge bonussen wellicht bekend geworden.

Het is in deze casus niet duidelijk geworden of de te hoge bonussen het gevolg waren van een bewust handelen (fraude), namelijk door manipulatie van de in Cards gerapporteerde brutomarge, dan wel van ondeskundigheid/ onwetendheid.

Wel wordt weer het belang duidelijk van de aansluiting tussen de (gecontroleerde) statutaire jaarrekening en de cijfers in het groepsrapportagesysteem, met name als sprake is van toepassing van verschillende accounting principles. Dit laatste behelst een frauderisicofactor.

Het is dus zaak deze aansluiting vast te stellen of vast te stellen dat de aansluiting intern is gemaakt en dat verschillen afdoende zijn verklaard.

De rubriek wordt verzorgd door:
Remco de Groot (Ernst & Young Fraud Investigation & Dispute Services), Michel Grummel (Alvarez & Marsal Dispute Analysis Benelux), Bart Graafland (Deloitte Forensic & Dispute Services), Valentijn Kerklaan (KPMG) en Christine Manders (PwC).

Artikelen in deze serie zijn ontleend aan de forensische praktijk van de auteurs. De auteurs beschrijven niet de casus zoals die zich heeft voorgedaan. Zij veranderen belangrijke elementen in de casusbeschrijving of voegen daar elementen aan toe om te voorkomen dat de beschrijving herleidbaar is tot individuele personen of organisaties. 

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.