Total engineering houdt in dat het totale proces van ontwerp tot en met de uitvoering van een bepaald project door het architechtenbureau wordt verzorgd. Onderdeel van het proces is de inhuur van onderaannemers die uit het budget van de opdracht worden betaald.

Recent is bij de directie van X een anonieme brief binnengekomen over mogelijk onregelmatigheden door medewerker Y. Volgens de briefschrijver zou onderaannemer Z werkzaamheden hebben verricht aan de woning van medewerker Y. De kosten hiervan zouden ten laste zijn gekomen van een bouwproject van onderneming X. De directie van X besluit een extern onderzoek te laten uitvoeren door een forensisch accountant.

Uit de analyse door de forensisch accountant van de projectdossiers van medewerker Y komt naar voren dat enkele werkzaamheden door verschillende onderaannemers dubbel zijn gefactureerd, namelijk als onderdeel van de aanneemsom en als meerwerk. Tevens zijn bij inspectie van de bouwlocatie enkele geleverde goederen, zoals deuren en kozijnen, niet aangetroffen, terwijl de onderaannemer ze wel aan onderneming X heeft gefactureerd.

Uit interviews met de onderaannemers is naar voren gekomen dat medewerker Y, in ruil voor de opdrachtverlening, niet alleen goederen en diensten vroeg maar ook contant geld. Onderaannemer Z vertelde in dit verband aan de forensisch accountant dat medewerker Y twee keer een bedrag van € 13.500 had gevraagd. Als reden hiervoor gaf medewerker Y bij de onderaannemer aan dat onderneming X liquiditeitsproblemen had en daarom eerder geld uit het project nodig had. Uit het onderzoek van de forensisch accountant blijkt dat de totale schade voor onderneming X € 45.000 bedraagt.

Geconfronteerd met de bevindingen gaf medewerker Y toe goederen en contant geld te hebben gevraagd aan de onderaannemers. Als verklaring voor zijn daden vertelde hij de forensisch accountant dat hij recent was gescheiden en als gevolg daarvan over onvoldoende middelen beschikte om zijn huis opnieuw in te richten. Y is op staande voet ontslagen.

De rubriek wordt verzorgd door: Remco de Groot (Ernst & Young Fraud Investigation & Dispute Services), Michel Grummel (Alvarez & Marsal Dispute Analysis Benelux), Ellen van Nimwegen (PricewaterhouseCoopers Forensic) en Bart Graafland (Deloitte Forensic & Dispute Services).