Fraude in praktijk (85)

Waar zijn de vrachtwagens heen?

De rechter-commissaris heeft een curator benoemd in het faillissement van een transportbedrijf. Om de financiële administratie te kunnen doorgronden heeft de curator een accountant ingeschakeld.

Uit de initiële analyse van de administratie blijkt dat het aantal fysiek aanwezige transportmiddelen sluit met de specificatie van de post materiële vaste activa in het grootboek. Ook blijkt dat het saldo van de tussenrekeningen op faillissementsdatum hoger is dan het gemiddelde van de afgelopen jaren. Daarnaast constateert de accountant aan de hand van de crediteurenadministratie over het jaar voorafgaand aan het faillissement dat de betalingstermijn van drie crediteuren korter is geworden terwijl de betalingstermijn van de overige crediteuren gelijk is gebleven of langer is geworden.

Deze resultaten geven de curator het vermoeden van onregelmatigheden en hij laat de accountant een diepgaand onderzoek uitvoeren naar de feiten en omstandigheden van deze betalingen en naar de samenstelling van de tussenrekeningen.

Uit de analyse van de mutaties op de tussenrekeningen inclusief brondocumenten komt naar voren dat de directeur-grootaandeelhouder in de maanden vóór het faillissement naast de verkoop van enkele vrachtwagens aan derden ook twee vrachtwagens heeft onttrokken uit de boedel van de onderneming. Via diverse journaalposten heeft hij deze onttrekking administratief geboekt op een tussenrekening.

Verder komt uit een onderzoek in openbare bronnen (onder andere kadaster en kamer van koophandel) en een internet/social media search naar de drie mogelijk bevoordeelde crediteuren naar voren dat deze bedrijven waren gelieerd aan familieleden van de directeur-grootaandeelhouder.

Ook blijkt uit een analyse van de onderliggende verkoopcontracten en facturen dat de afgesproken betalingstermijn van de betaalde facturen nog niet was verstreken.

Deze bevindingen waren voor de curator aanleiding om een procedure te starten in het kader van actio Pauliana. Op die manier kan de curator opkomen tegen rechtshandelingen van de directeur-grootaandeelhouder die tot benadeling van de boedel en dus ook van de schuldeisers hebben geleid.

Als een onderneming nog niet in staat van faillissement is, moet de accountant alert zijn op dreigende discontinuïteit en dus professioneel kritisch zijn ten aanzien van mogelijke paulianeuze handelingen.

Ook dient hij in zo’n situatie extra alert te zijn op risico’s van fraude en overtreding van wet- en regelgeving, omdat het management mogelijk gelden zal willen onttrekken of de jaarrekening zal willen manipuleren om aan de eisen van de geldschieters te blijven voldoen.

Mocht de accountant stuiten op mogelijke onregelmatigheden, dan dient hij aanvullend onderzoek te doen en zijn meldplichten uit hoofde van de Wwft en de Wta na te komen.

De rubriek wordt verzorgd door:
Remco de Groot (Ernst & Young Fraud Investigation & Dispute Services), Michel Grummel (Alvarez & Marsal Dispute Analysis Benelux), Ellen van Nimwegen (PricewaterhouseCoopers Forensic) en Bart Graafland (Deloitte Forensic & Dispute Services).

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.