Het wordt een roerig pensioenjaar
Wie dacht dat 2014 een rustig pensioenjaar zou worden, heeft het mis.
Aby Gazan
Alle wijzigingen in (collectieve) pensioenregelingen als gevolg van de Wet verhoging AOW en pensioenrichtleeftijd (Wet VAP) zijn doorgevoerd. Maar dat betekent geen rust in pensioenland.
We hebben een roerig jaar voor de boeg:
- de pensioenbom kan extra snel ontploffen als gevolg van het eenmalig verlaagde dividendtarief in 2014;
- het pensioen in eigen beheer staat ter discussie in de Eerste en Tweede kamer;
- een nieuwe ronde (fiscale) wetswijzigingen (ingang 1 januari 2015) is op komst.
Het dividendgevaar
In 2014 kan de dga tot € 250.000 dividend uitkeren tegen een tijdelijk verlaagd tarief (22 procent in plaats van 25 procent). Als de dga een fiscaal partner heeft voor de inkomstenbelasting is het zelfs mogelijk tot € 500.000 te laten uitkeren tegen 22 procent.
Maar dit dividendfeestje kan ernstig worden verstoord door de Belastingdienst. Zij vindt dat een bv geen dividend kan uitkeren of kapitaal kan terugbetalen als niet de gehele pensioentoezegging adequaat en met een ruime veiligheidsmarge is gedekt. En kan dan van oordeel zijn dat het pensioen is afgekocht. De (eventuele)rekening: 72 procent heffing over de commerciële waarde van de pensioenverplichting. Let dus extra op bij dividenduitkeringen.
Pensioen in eigen beheer ter discussie
Staatssecretaris Weekers wil de huidige pensioenverplichting omzetten naar een pensioenreserve die alleen in de werk-bv mag worden opgenomen en er mag geen rekenrente op worden losgelaten. Vervolgens moet op pensioendatum de reserve, die geen pensioenverplichting is, worden afgestort bij een bank of verzekeraar. Bovendien mag alleen worden opgebouwd in een jaar waarin (voldoende) winst in de werk-bv is gerealiseerd, later inhalen wordt niet toegestaan.
Dit voorstel heeft veel overeenkomsten met de fiscale ouderdagserve voor zelfstandigen die belastingplichtig zijn voor de inkomstenbelasting. Opmerkelijk, zeker nu er plannen zijn om een pensioenfonds voor zelfstandigen te vormen.
Weekers stelde ook twee andere varianten voor. Ik vind de variant waar het pensioenrecht onbelast wordt afgestempeld tot het bedrag van de fiscale pensioenverplichting een betere keuze. Voor het waarderen van de pensioenverplichting zou in de toekomst de rekenrente gebruikt kunnen worden die verzekeraars ook hanteren. Een alternatief hiervoor is om de fiscale pensioenverplichting als eerste inleg om te zetten in een beschikbare premiereling. Bij deze variant wordt het pensioen ook afgestempeld.
Bijkomend voordeel van deze varianten is dat er sneller dividend kan worden uitgekeerd en dat is goed voor de economie en staatsschatkist. De (extra) ruimte voor het uitkeren van dividend ontstaat omdat de fiscale en commerciële pensioenverplichtingen gelijk zijn. Wat er nu precies gaat gebeuren is onduidelijk, de politieke discussies komen nog.
Nieuwe (fiscale) pensioenwetswijzigingen per 1 januari 2015
In het Pensioenakkoord (17 december 2013) is afgesproken dat de fiscale opbouwpercentages nog verder omlaag gaan. Het maximale opbouwpercentage voor een middelloonregeling per 1 januari 2014 bedraagt maximaal 2,15 procent (in 2013 was dit opbouwpercentage nog 2,25 procent). Per 1 januari 2015 wordt dit opbouwpercentage (waarschijnlijk) verder verlaagd naar 1,875 procent. Dit betekent dus een verlaging van 0,275 procent per jaar.
Het kabinet wil de pensioenpremies van pensioenfondsen en verzekeraars hierdoor verlagen. Om deze premieverlagingen te waarborgen is er een aantal maatregelen voorgesteld. Volgens staatsecretaris Klijnsma verbetert door de premieverlaging de koopkracht voor huishoudens in ieder geval en dat kan weer een impuls aan de economie geven.
Verder is afgesproken het pensioengevend inkomen af te toppen op € 100.000. Bij een inkomen van ongeveer drie keer modaal is dan fiscale facilitering via de omkeerregel niet langer nodig omdat werknemers met deze inkomens financieel zelfredzamer zijn, is het idee.
Voor deze versobering is een alternatief bedacht: de nettolijfrente. Bij inkomens vanaf € 100.000 kan een nettolijfrente oudedagsvoorziening worden opgebouwd die ongeveer overeenkomt met een pensioenopbouw van 1,875 procent van het gemiddeld verdiende loon. De premie-inleg wordt betaald uit het nettoloon. De opgebouwde waarde van deze nettolijfrente wordt beschouwd als vrijgesteld vermogen in box 3 en de pensioenuitkering is onbelast. De regeling staat open voor iedereen, zowel voor werknemers, zzp'ers als overige ondernemers.
Dit Pensioenakkoord moet nog door de Eerste Kamer worden goedgekeurd, maar ik verwacht niet al te veel weerstand. Wordt het goedgekeurd, dan moeten dus veel (collectieve) werknemerspensioenregelingen opnieuw (voor 31 december 2014) worden aangepast.
Werk aan de winkel voor werkgevers en pensioenadviseurs. Begin op tijd met de communicatietrajecten en eventuele compensatieafspraken voor de verlaagde pensioenopbouw.
Gerelateerd
Vrouwen draaien minder werkuren en krijgen fors minder pensioen
Gepensioneerde vrouwen ontvangen gemiddeld 40 procent minder pensioen dan mannen. Dit verschil komt vooral doordat vrouwen gemiddeld minder werken dan mannen, wat...
Bijna helft van zzp'ers heeft 'pensioenspijt'
Bijna de helft (44 procent) van de zzp'ers heeft spijt dat ze niet eerder zijn begonnen met pensioenopbouw. Twee derde (64 procent) heeft het gevoel dat hun pensioen...
AFM: pensioenfondsen niet duidelijk genoeg over risico's
Pensioenfondsen informeren deelnemers niet goed genoeg over de negatieve gevolgen en risico's van hun besluiten rondom de overgang naar de nieuwe pensioenregeling.
Accountant moet bij pensioentransitie kijken naar datakwaliteit en omzetting naar nieuw stelsel
Bij de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel zijn wettelijk bij de externe accountant twee specifieke rollen belegd. De accountant moet kijken naar de datakwaliteit...
Bijna een op tien AOW'ers had vorig jaar betaald werk
Bijna een op de tien AOW'ers had in 2023 betaald werk. Dat jaar bereikten werkenden de AOW-leeftijd als ze 66 jaar en tien maanden waren, maar ondanks dat hadden...