Van de Helpdesk

Intercompany-transacties

Een moedermaatschappij X heeft een groepsmaatschappij A (90 procent) en een groepsmaatschappij B (75 procent). Alle drie zijn bv's. X waardeert de groepsmaatschappijen op nettovermogenswaarde. A verkoopt een onroerende zaak aan B met een boekwinst van 100. Hoe verwerk ik de transactie in de geconsolideerde jaarrekening van X en in de enkelvoudige jaarrekeningen van X, A en B?

Categorie: externe jaarverslaggeving
Onderwerp: intercompany-transacties tussen groepsmaatschappijen
Regelgeving: RJ 260

Vraag

Een moedermaatschappij X heeft een groepsmaatschappij A (90 procent) en een groepsmaatschappij B (75 procent). Alle drie zijn bv's. X waardeert de groepsmaatschappijen op nettovermogenswaarde. A verkoopt een onroerende zaak aan B met een boekwinst van 100. Hoe verwerk ik de transactie in de geconsolideerde jaarrekening van X en in de enkelvoudige jaarrekeningen van X, A en B?

Antwoord

De beschreven transactie is een zogenaamde sidestream sale (RJ 260.104). In de geconsolideerde jaarrekening van X wordt de sidestream sale volledig geëlimineerd (RJ 260.201). Deze transactie heeft vanuit het perspectief van de groep als rapporterende eenheid geen betekenis. Het transactieresultaat wordt geëlimineerd en de onroerende zaak blijft gewaardeerd op de oude boekwaarde. Omdat X een niet-100% belang heeft in A, moet de eliminatie van het transactieresultaat naar rato worden toegerekend aan het minderheidsbelang. Een bedrag van 90 (= 90 procent van 100) heeft betrekking op X en 10 (= 10 procent van 100) heeft betrekking op de minderheidsaandeelhouder in A.

In de jaarrekening van A wordt de verkoop van de onroerende zaak verwerkt als wordt voldaan aan de voorwaarden voor de verantwoording van de opbrengst. De onroerende zaak wordt niet langer op de balans opgenomen. Het transactieresultaat op deze verkoop (100) verwerkt A in de winst-en-verliesrekening. In de jaarrekening van B wordt de onroerende zaak opgenomen tegen de kostprijs.

Omdat de belangen in groepsmaatschappijen door X worden gewaardeerd tegen nettovermogenswaarde, verwerkt X in haar enkelvoudige jaarrekening alleen het aandeel in het resultaat op de transactie dat overeenkomt met de afname van haar relatieve belang in de overgedragen onroerende zaak (RJ 260.305 en RJ 260.211-213). Resultaat kan alleen ontstaan voor het deel dat in feite aan een derde is verkocht.

Vóór de transactie had X een belang van 90 procent in de onroerende zaak. Na de transactie een belang van 75 procent. X verkoopt dus in feite 15 procent van de onroerende zaak aan een derde. Dit leidt tot het verwerken van een resultaat in de enkelvoudige jaarrekening van X ter hoogte van 15 (= 15 procent van 100). Het resterende nog niet verwerkte resultaat van 75 (= 75 procent van 100) wordt gerealiseerd naar rato van de afschrijvingen op de onroerende zaak bij B dan wel bij vervreemding door B aan een derde partij.

Het bovenstaande leidt tot een verschil tussen het geconsolideerde en enkelvoudige eigen vermogen en resultaat van X. Ingevolge artikel 2:389 lid 10 BW dienen dergelijke verschillen in de toelichting bij de enkelvoudige jaarrekening te worden vermeld.

Bovenstaande geldt ook voor rechtspersonen die vallen onder het regime voor kleine rechtspersonen (RJk B3.403).

Van de Helpdesk

Accountant.nl behandelt in de rubriek Van de Helpdesk vaktechnische vragen. Een deel van de vragen kwam binnen bij de digitale helpdesk van de NBA en is beantwoord door de NBA Helpdesk zelf. Andere vragen zijn aangeleverd en beantwoord door Auxilium, in samenspraak met de NBA Helpdesk.

Heeft u een vraag op vaktechnisch gebied? Meld deze bij de Helpdesk.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.