Fraude in praktijk (44)

'Winst' uit persoonsgebonden zorg

Stichting X fungeert als tussenpersoon voor de aanvraag van persoonsgebonden budgetten (pgb), een budget dat een cliënt na overhandiging van een geldig indicatiebesluit krijgt toegekend. De patiënt kan het pgb vervolgens gebruiken om binnen de wettelijke kaders zelf de zorgverleners in te huren of om zelf hulpmiddelen aan te schaffen.

Het zorgkantoor verstrekt een voorschot en achteraf moet de cliënt de bestede gelden verantwoorden bij het zorgkantoor.

De accountant van de stichting is tijdens de controle van de jaarrekening door één van de medewerkers daar geïnformeerd dat de bestuurder van de stichting mogelijk fraudeert met pgb's. De accountant stelt in de administratie vast dat die vermoedens naar alle waarschijnlijkheid juist zijn. Hij informeert daarom schriftelijk het college van toezicht van de stichting en start een aanvullend onderzoek uit hoofde van COS 240. Uit het onderzoek blijkt een ontluisterend beeld.

De stichting is opgericht om als tussenpersoon te fungeren voor het aanvragen van pgb's. De cliënt verleent de stichting een volmacht, waarna deze het proces van aanvraag tot en met de verantwoording voor de cliënt verzorgt. De correspondentie en de financiële afwikkeling lopen via de stichting. Makkelijk voor de cliënt, maar ook prettig voor de bestuurder van de stichting. Uit het onderzoek blijkt namelijk dat de stichting de zorg inkoopt bij Y BV. En laat de vrouw van de stichtingsbestuurder nu toevallig ook de directrice van Y BV zijn.

Y BV blijkt onvoldoende gekwalificeerd maar goedkoop personeel in dienst te hebben. De firma declareert systematisch de maximale vergoeding, zonder dat zorg wordt verleend aan de cliënten. Omdat de stichting zorg draagt voor het proces van aanvraag en verantwoording van pgb's zijn de cliënten niet op de hoogte van de praktijken van Y BV. Op deze wijze weet Y BV zeer veel ‘winst' te genereren, namelijk het verschil tussen de gedeclareerde en verleende diensten, en de marge tussen de verantwoorde uurtarieven en lage uurlonen. De bestuurder van de stichting en zijn vrouw hebben op deze wijze voor enkele tonnen gefraudeerd.

De accountant rapporteert zijn bevindingen schriftelijke aan de raad van toezicht en dringt aan op het redresseren van de fraude en het treffen van maatregelen om dergelijke fraude te voorkomen. De bestuurder wordt ontslagen en met het zorgkantoor worden afspraken gemaakt om de te veel ontvangen bedragen terug te betalen. Daarnaast treft de stichting diverse organisatorische maatregelen, waaronder het inbouwen van functiescheiding tussen de aanvraag van het pgb, het verlenen van zorg en het opstellen van de financiële verantwoording.

Had de accountant de fraude eerder kunnen ontdekken? Dit is niet eenvoudig te zeggen. Een belangrijk deel van de fraude speelt zich immers af buiten zijn zicht, namelijk bij Y BV. De accountant had bij de stichting wel vast kunnen stellen dat de Stichting de zorg altijd inkocht bij Y BV. Hierdoor waren de stichting en de bv zo nauw met elkaar verbonden dat dit uit oogpunt van fraude extra risico's met zich meebracht. pgb-fraude is immers een bekend fenomeen: een accountant met branchekennis had dit moeten weten.

De accountant had extra aandacht kunnen besteden aan de transacties tussen de stichting en Y BV, alsmede de eigendomsverhoudingen bij Y BV. Had hij dit gedaan, dan had hij de fraude mogelijk eerder ontdekt.

Deze rubriek wordt verzorgd door: Remco de Groot, Ernst & Young Fraud Investigation & Dispute Services, Michel Grummel, Alvarez & Marsal Dispute Analysis Benelux, Ellen van Nimwegen, PricewaterhouseCoopers Dispute Forensic, Jurgen van Vliet, Deloitte Forensic & Dispute Services.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.