Fraude in praktijk (31)

Misbruik van charitatieve instelling

Een accountant werkzaam in de controlepraktijk is tevens penningmeester van een charitatieve stichting. Binnen de stichting is de accountant belast met de uitvoering van alle financiële aspecten van de administratie. In feite voert hij alle administratieve handelingen zelfstandig uit.

Op enig moment ontvangt de secretaris van de stichting een anonieme brief die aanwijzingen bevat dat mogelijk sprake zou kunnen zijn van onregelmatigheden bij het uitbetalen van giften aan begunstigden.

De secretaris onderzoekt deze aanwijzingen door een kort onderzoek uit te voeren gericht op uitgaande betalingen in de administratie. De secretaris constateert dat de laatste vier jaren nagenoeg elke maand betalingen tussen de € 10.000 tot € 20.000 zijn verricht aan hem onbekende begunstigden. Bij één van deze betalingen viel de secretaris de naam van de begunstigde op, omdat deze overeenkwam met de naam van de penningmeester. Vanwege deze overeenkomst overlegt de secretaris met de voorzitter en verzoeken zij de penningmeester om een toelichting. De antwoorden van de penningmeester nemen niet alle vragen weg, waarna wordt besloten een onafhankelijk onderzoek uit te laten voeren.

Uit dit onderzoek blijkt dat over een periode van 44 maanden, 48 betalingen zijn verricht aan onbekende begunstigden; voor een totaalbedrag van in totaal € 760.000. Opmerkelijk is dat telkens enkele dagen voor de betaling een donatie voor exact hetzelfde bedrag wordt ontvangen. Deze ontvangsten zijn allen afkomstig van twee bankrekeningen. Uit onderzoek blijkt dat deze rekeningen toebehoren aan de penningmeester privé en aan zijn accountantskantoor.

De penningmeester stuurde periodiek een factuur voor de ontvangen donatie/gift. Na betaling kon hij de donaties en giften aftrekken van zijn belastbare winst uit onderneming (accountantskantoor) of als privépersoon als gift van zijn persoonlijk inkomen. Vervolgens ontving hij, na doorbetaling, de donaties en giften via zijn (schoon)familie terug. Per saldo had de stichting geen financieel nadeel, maar een (beperkt) rentevoordeel.

Het misbruik van (charitatieve) stichtingen en verenigingen is een nog relatief onbekend verschijnsel, dat aandacht verdient.

Hierbij doen zich veelal de volgende indicatoren voor:

  • grote of regelmatige ontvangsten van dezelfde donateur;
  • ongebruikelijke of valse cq. niet bestaande goede doelen;
  • betalingen afkomstig van verbonden of gelieerde partijen van de charitatieve instelling;
  • onvoldoende of ongeautoriseerde betalingen.

Teneinde voornoemde risico's te voorkomen, althans tijdig te identificeren, dient een bestuur van een charitatieve instelling:

  • effectief toe te zien op de donaties aan charitatieve doelen, dus ook eventueel onderzoek ter plaatse;
  • effectief toe te zien op ongebruikelijke ontvangsten (identificatie van de donateur);
  • inhoudelijk te beoordelen of de (geoormerkte) bestedingen voldoen aan de doelstelling van het charitatieve doel.

Veelal hebben accountantsorganisaties regels opgesteld ten aanzien van nevenfuncties van hun professionals. Zo zou een nevenfunctie als penningmeester slechts kunnen worden geaccepteerd na goedkeuring van het bestuur van de accountantsorganisatie en als bij de desbetreffende charitatieve instelling een kascommissie is ingesteld.

Deze rubriek wordt verzorgd door: Remco de Groot, Ernst & Young Fraud Investigation & Dispute Services, Michel Grummel, Alvarez & Marsal Dispute Analysis Benelux, Ellen van Nimwegen, PricewaterhouseCoopers Dispute Analysis & Investigation Services.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.