Categorie: Corporate governance
Onderwerp: Moet mijn cliënt een auditcommissie instellen?
Regelgeving: artikel 21a Wta

Vraag

Onze cliënt is een kleine onderlinge waarborgmaatschappij die niet op de beurs is genoteerd. De voorzitter van de raad van commissarissen heeft de code corporate governance gelezen en vraagt zich af of er voor de waarborgmaatschappij een verplichting bestaat om een remuneratie-, een selectie- en/of een auditcommissie in te stellen. Wat zegt de Nederlandse wetgeving op dit punt?

Antwoord

Er bestaat geen wettelijke verplichting om een remuneratiecommissie en/of selectie- en benoemingscommissie in te stellen. Voor Nederlandse beursfondsen is in de nieuwe (wettelijk verankerde) code corporate governance (Frijns) wel een principe opgenomen waarin instelling van dergelijke commissies boven een bepaalde omvang van de raad van commissarissen wordt voorgeschreven, maar daar mag gemotiveerd van worden afgeweken op basis van het comply or explain-principe.

Het bedrijf in deze vraag is echter niet beursgenoteerd, waardoor de code niet geldt.

Met betrekking tot auditcommissies wordt verwezen naar artikel 21a van de Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta) waarin is vastgelegd dat bij algemene maatregel van bestuur regels kunnen worden gesteld ten aanzien van de instelling door organisaties van openbaar belang (oob) van een auditcomité of een orgaan met gelijksoortige taken.

Dit wetsartikel is verder uitgewerkt via het Koninklijk Besluit 323 van 26 juli 2008 waar in artikel 2 lid 2 is opgenomen dat iedere oob vanaf het boekjaar 2008 een auditcommissie dient in te stellen.

Voor de definitie van een oob wordt verwezen naar artikel 1 lid 1 letter l van de Wta. Indien volgens deze definitie sprake is van een levensverzekeraar of schadeverzekeraar met zetel in Nederland als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht waaraan ingevolge die wet een vergunning is verleend dan is die verzekeraar een oob. Het bedrijf uit bovenstaande vraag dient dus waarschijnlijk een auditcommissie in te stellen. De comply or explain escape van de code corporate governance is hier niet mogelijk.

De auditcommissie moet zijn samengesteld uit leden van de raad van commissarissen of uit leden van het bestuursorgaan die niet zijn belast met het uitvoerend bestuur. De auditcommissie dient een aantal best practice-bepalingen en principes uit de Nederlandse code corporate governance na te leven.

In deze specifieke bepalingen worden de taken van een auditcommissie beschreven en is bepaald dat daarin ten minste één financieel expert zitting heeft. Ook wordt de rol van de auditcommissie bij de benoeming en beoordeling van het functioneren van de externe accountant beschreven.

Op basis van artikel 2 lid 3 van het Koninklijk Besluit kan een orgaan worden aangewezen dat dezelfde taken uitvoert als de in dat besluit omschreven taken van de auditcommissie. Hierbij geldt ook dan dat ten minste 1 lid van dit orgaan onafhankelijk dient te zijn in de zin van best practice-bepaling III.2.2 van de code corporate governance. In het jaarverslag moet een opgave worden gedaan van (indien van toepassing) dit andere orgaan, inclusief de samenstelling.

In beginsel is het mogelijk dat de volledige raad van commissarissen van uw cliënt als auditcommissie optreedt. Hierbij is het echter wel van belang dat aan alle bepalingen zoals genoemd in het Koninklijk Besluit wordt voldaan.

Er zijn in Nederland ruim duizend oob's.