Van de Helpdesk

Passieve/slapende bestuursfuncties

Een accountant werkzaam bij een accountantspraktijk is 'opvolgend' bestuurder bij de stichting administratiekantoor (STAK) van een assurance-cliënt, met andere woorden hij wordt feitelijk pas bestuurder bij het overlijden van de DGA. Is dit een 'slapende' bestuursfunctie zoals genoemd in paragraaf 4.3.2 van de NVO openbaar accountant en is dit daarmee verboden?

Categorie: Onafhankelijkheid
Onderwerp: Passieve/slapende bestuursfuncties
Regelgeving: Paragraaf 4.3.2 NVO openbaar accountant

Vraag

Een accountant werkzaam bij een accountantspraktijk is 'opvolgend' bestuurder bij de stichting administratiekantoor (STAK) van een assurance-cliënt, met andere woorden hij wordt feitelijk pas bestuurder bij het overlijden van de DGA. Is dit een 'slapende' bestuursfunctie zoals genoemd in paragraaf 4.3.2 van de NVO openbaar accountant en is dit daarmee verboden?

Antwoord

Opvolgend bestuurderschap waarbij de bestuursfunctie pas inhoud krijgt na het overlijden van de DGA, wordt inderdaad als slapende bestuursfunctie gezien. Is hiervan sprake, dan mag een openbaar accountant niet bij de assurance-opdracht van de onderliggende entiteit worden betrokken.

Een openbaar accountant mag op grond van paragraaf 4.3.2 NVO openbaar accountant niet bij de uitvoering van een assurance-opdracht worden betrokken, indien hijzelf of een andere persoon werkzaam bij of verbonden aan de accountantspraktijk bij die cliënt een bestuurs- of toezichthoudende functie bekleedt. Dit geldt ook als sprake is van een passieve bestuursfunctie. Als voorbeeld noemt het voorschrift een ‘slapende' bestuursfunctie bij een STAK van een assurance-cliënt.

Met passief wordt bedoeld dat een bestuursfunctie weliswaar formeel bestaat maar inhoudelijk geen of nauwelijks betekenis heeft. De functie krijgt pas betekenis na het intreden van een bepaalde gebeurtenis zoals bijvoorbeeld overlijden of ruzie.

Actieve bestuurs- of toezichthoudende functies bij een assurance-cliënt door een openbaar accountant of een andere persoon werkzaam bij of verbonden aan dezelfde accountantspraktijk worden geacht de onafhankelijkheid onaanvaardbaar te bedreigen. De reden om ook passieve bestuursfuncties in het verbod te betrekken is dat dergelijke latente functies onverhoopt actueel kunnen worden. Op dat moment zal de openbaar accountant dus moeten kiezen tussen de bestuursfunctie of de assurance-opdracht, waarbij iedere keuze die hij maakt ongewenst is. Daarom moet de openbaar accountant ervoor waken dat hij niet voor een dergelijke keuze wordt geplaatst.

Is de assurance-opdracht een (wettelijke of vrijwillige) controleopdracht van de jaarrekening, dan mag een openbaar accountant daar ook niet bij worden betrokken als een persoon van buiten de eigen accountantspraktijk maar wel verbonden aan een netwerkorganisatie van die accountantspraktijk, bij die cliënt een (actieve of) passieve bestuursfunctie bekleedt.

De openbaar accountant die betrokken is bij de uitvoering van een non-assurance-opdracht behoeft weliswaar niet onafhankelijk maar wel objectief te zijn (artikel A-100.4, onderdeel b, jo. hoofdstuk B1-280 VGC). Niet valt in te zien waarom een (actieve of) passieve bestuursfunctie bij een non-assurance-cliënt de objectiviteit niet zou bedreigen. De risico's van, in het bijzonder, zelftoetsing, vertrouwdheid en intimidatie zijn immers ook hier aanwezig. Deze combinatie moet daarom aan de hand van het conceptueel raamwerk van de VGC worden beoordeeld.

Dit laatste geldt ook voor de combinatie van een (actieve of) passieve bestuursfunctie bekleed door een persoon van buiten de eigen accountantspraktijk maar binnen het netwerk bij een cliënt waarvoor een assurance-opdracht anders dan een (wettelijke of vrijwillige) controleopdracht van de jaarrekening wordt uitgevoerd. Weliswaar geldt hier naast de eis van objectiviteit uiteraard ook de onafhankelijkheidseis (artikel B1-290.1 VGC) maar deze specifieke situatie valt niet onder paragraaf 4.3.2 NVO openbaar accountant. Voor wat betreft deze overige assurance-opdrachten bestrijkt het verbod namelijk uitsluitend de accountantspraktijk zelf.

Voorbeeld uit de praktijk
Hoewel strikt genomen geen sprake is van een passieve bestuursfunctie, kan de in het volgende voorbeeld genoemde functie voor de toepassing van de regelgeving wel als zodanig worden aangemerkt. Het komt voor dat de openbaar accountant wordt gevraagd als derde bestuurslid zitting te nemen in het bestuur van een STAK, waarin de twee overige bestuurders eveneens certificaathouder zijn van de aandelen in de onderliggende entiteit, ieder voor vijftig procent. De derde bestuurder, de openbaar accountant dus, heeft dan een beslissend stemrecht in de situatie dat de beide andere bestuurders het niet met elkaar eens zijn.

Van de Helpdesk

Accountant.nl behandelt in de rubriek Van de Helpdesk vaktechnische vragen. Een deel van de vragen kwam binnen bij de digitale helpdesk van de NBA en is beantwoord door de NBA Helpdesk zelf. Andere vragen zijn aangeleverd en beantwoord door Auxilium, in samenspraak met de NBA Helpdesk.

Heeft u een vraag op vaktechnisch gebied? Meld deze bij de Helpdesk.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.