Tuchtrecht

Ongefundeerd foutherstel ten voordele van klant

Bij het samenstellen van de jaarrekening van een aangekocht bedrijf herstelt een registeraccountant een vermeende fout van zijn voorganger op basis van – niet kritisch bekeken – informatie van het management.

Accountantskamer

Zaaknummers:
24/2414 Wtra AK
Datum uitspraak:
10 januari 2025
Oordeel:
deels gegrond
Maatregel:
waarschuwing
Status:
nog niet definitief
Vindplaats:
ECLI:NL:TACAKN:2025:3

» Direct naar annotatie

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

De dga van een bodemonderzoekbedrijf verkoopt zijn aandelen en geeft daarbij een 'garantieverklaring' af aan de koper, die de nieuwe dga wordt van het bedrijf. De accountant van de dga stelt de jaarrekening 2022 van het bedrijf samen. Volgens de nieuwe accountant viel het hem al vrij snel op dat het bedrijf veel verlies maakt op onderhanden projecten en dat de voorziening voor onderhanden projecten in de jaarrekening 2021 erg laag was. De nieuwe dga en andere betrokkenen bij het bedrijf vertellen de accountant na enkele vragen dat verwachte winsten en verliezen altijd naar rato van een lopend project werden genomen.

De accountant wijst erop dat dit niet conform de verslaggevingsvoorschriften is. Hij verwerkt een en ander als foutherstel door in de jaarrekening 2022 correcties door te voeren in de vergelijkende cijfers 2021 van de balansposten 'onderhanden werk' en 'eigen vermogen' en in de winst- en verliesrekening. In december 2023 verstrekt de nieuwe dga een Letter of Representation (LOR) aan de accountant, die nog diezelfde dag een samenstellingsverklaring afgeeft. Begin 2024 neemt de verkoper contact op met de samensteller, die dan pas hoort dat de verkoper een garantieverklaring heeft afgegeven. De verkoper vindt het foutherstel onjuist. Als de samensteller voet bij stuk houdt, dient de verkoper een klacht tegen de accountant in bij de Accountantskamer.

Klacht

De accountant heeft:

  1. zich ten aanzien van de voorziening voor onderhanden projecten onvoldoende verdiept in de redenen die de koper heeft aangevoerd om in de jaarrekening 2022 foutherstel toe te passen in de vergelijkende cijfers over 2021;
  2. bij foutherstel ten onrechte niet overlegd met de voorgaande accountant of met de verkoper;
  3. zijn commercieel belang gesteld boven het belang van de waarheidsvinding.

Oordeel

Klachtonderdeel a is gegrond; de klachtonderdelen b en c zijn ongegrond.

Ad a Voorziening Onderhanden projecten

Het verweer van de accountant is dat hij foutherstel heeft toegepast toen hij zag dat de onderhanden projecten anders werden verwerkt dan zou moeten volgens artikel B5.315 uit de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving voor micro en kleine rechtspersonen (RJk). Er werden namelijk ten onrechte verliezen genomen naar rato van een lopend project. De materiële fout in de voorgaande jaarrekening maakte foutherstel nodig.

De Accountantskamer wijst erop dat de doelstellingen van een samenstellingsopdracht volgens Standaard 4410.16 zijn:

  • deskundigheid toepassen op het gebied van administratieve verwerking en financiële verslaggeving;
  • om het management te ondersteunen bij het opstellen en presenteren van historische financiële informatie;
  • in overeenstemming met het toepasselijke stelsel van financiële verslaggeving;
  • op basis van informatie die door het management wordt verschaft; en
  • rapporteren in overeenstemming met de vereisten van deze standaard.

De Accountantskamer wijst ook op Standaard 4410.32 die voorschrijft dat de accountant het onder de aandacht van het management brengt als deze tijdens het uitvoeren van de samenstellingsopdracht stuit op vastleggingen, documenten, uitleg, significante oordeelsvormingen of overige informatie van het management die niet compleet, niet nauwkeurig of anderszins onbevredigend zijn. Daaronder valt ook geïdentificeerde of vermoede fraude of niet-naleving van wet- en regelgeving. De accountant vraagt dan om aanvullende of gecorrigeerde informatie en dringt erop aan dat geïdentificeerde of vermoede fraude of niet-naleving van wet- en regelgeving adequaat worden opgevolgd.

Volgens de Accountantskamer is verliezen verwerken naar rato van een lopend project inderdaad niet in overeenstemming met RJk B5.315. Die schrijft voor dat een voorziening wordt gevormd voor een verlieslatend contract als het waarschijnlijk is dat de totale projectkosten van een overeenkomst de totale projectopbrengsten zullen overschrijden. De omvang van deze voorziening wordt dan bepaald in overeenstemming met B10.113.

Volgens B10.113 zijn de onvermijdbare kosten van een verlieslatend contract de kosten die tenminste moeten worden gemaakt om van de overeenkomst af te komen. Dat zijn dus de laagste kosten bij het voldoen aan de verplichtingen enerzijds en anderzijds de vergoedingen of boetes bij het niet voldoen aan de verplichtingen. De hoogte van de voorziening is dan het negatieve verschil tussen de prestatie die de rechtspersoon ontvangt na de balansdatum en de contraprestatie die de onderneming na de balansdatum moet leveren.

De kosten om te voldoen aan de verplichtingen van een contract zijn de kosten die direct samenhangen met het contract, te weten:

  • de incrementele kosten voor het voldoen aan de contractverplichtingen, zoals directe arbeids- en materiaalkosten; en
  • een toerekening van overige kosten die direct samenhangen met het voldoen aan de contractverplichtingen, zoals toerekening van de afschrijvingskosten van een materieel vast actief dat onder andere wordt gebruikt voor de uitvoering van het contract.

De verkoper heeft een processtuk overgelegd, waaruit blijkt dat het waarderingsstelsel in de jaarrekening 2021 overeenstemt met de RJk. Zo is onder de grondslagen voor de waardering van onderhanden projecten onder meer vermeld: "Als het waarschijnlijk is dat de totale projectkosten hoger uitvallen dan de totale projectopbrengsten, wordt het volledige verwachte verlies opgenomen".

Volgens de accountant is de feitelijke waardering van de onderhanden projecten op dit punt niet in overeenstemming met deze grondslag en ook niet met de RJk. Hij vindt de verwerkingswijze in strijd met Standaard 4410.32 en laat dit weten aan het management. Uit het dossier blijkt verder dat de accountant de werkzaamheden die hij heeft uitgevoerd bij de uitvoering van zijn samenstellingsopdracht uitgebreid heeft vastgelegd.

De vraag is of de accountant voldoende:

  • heeft gevraagd om aanvullende of gecorrigeerde informatie (zoals bedoeld in Standaard 4410.32); en
  • aanvullende werkzaamheden heeft verricht naar aanleiding van de ontvangen informatie.

De accountant heeft van het management desgevraagd nadere informatie ontvangen, zoals een overzicht van de projecten die eind 2021 liepen, inclusief de verliezen per project die eind 2021 te verwachten zijn. Op de zitting kon de accountant de methodiek van dit overzicht niet of onvoldoende uitleggen en de vermelde bedragen niet toelichten, terwijl deze bedragen de basis waren voor het foutherstel. Zelfs de voordehandliggende vragen van de Accountantskamer kon hij niet beantwoorden.

De accountant heeft evenmin kunnen uitleggen:

  • hoe hij het bedrag van het verlies over 2021 heeft bepaald;
  • of de uren in de projectoverzichten zijn gewaardeerd tegen verkooptarief of tegen kostprijs;
  • hoe een en ander is meegewogen bij het bepalen van de projectverliezen;
  • of bepaalde projectverliezen bij het opmaken van de jaarrekening 2021 al voorzienbaar waren of pas daarna; en
  • hoe hij daarmee rekening heeft gehouden bij het foutherstel.

De Accountantskamer vindt daarom dat de accountant:

  • onvoldoende heeft onderbouwd dat hij zich genoeg heeft verdiept in de informatie die hij van het management kreeg;
  • zich kritischer had moeten opstellen tegenover deze informatie;
  • uit het oogpunt van zorgvuldigheid extra werkzaamheden had moeten verrichten voordat hij tot foutherstel overging.

De accountant had daarvoor des te meer reden nu de toelichting op waarderingsgrondslagen in de jaarrekening 2021 - die zijn voorganger heeft samengesteld - erop wijst dat verliezen op onderhanden projecten wel in overeenstemming werden verantwoord met de RJk. Door dit niet te doen, heeft de accountant in strijd gehandeld met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid.

Ad b Overleg met voorganger of verkoper niet verplicht

Voor het verkrijgen van meer inzicht in de methodiek van zijn voorganger was overleg met de voorganger wellicht wel verstandig geweest, maar de accountant was er in dit geval niet toe verplicht. Met de verkoper hoefde hij evenmin te overleggen, omdat die op dat moment geen functie meer bekleedde in het management van de onderneming.

Ad c Commercieel belang niet boven waarheidsvinding

De Accountantskamer ziet geen aanknopingspunten om:

  • aan te nemen dat de accountant bewust heeft geprobeerd de waarheid te verdraaien ten gunste van zijn eigen commerciële belang dan wel het commerciële belang van zijn cliënt;
  • te twijfelen aan de integriteit van de accountant.

Maatregel

Waarschuwing.

Annotatie Lex van Almelo

De directeur-eigenaar van een bodemonderzoekbedrijf verkoopt de aandelen van zijn bedrijf en geeft daarbij een garantieverklaring af. De precieze inhoud en betekenis van de verklaring wordt helaas niet duidelijk. Waarschijnlijk houdt die verklaring in dat er geen financiële adders onder het gras zitten en wil de nieuwe eigenaar geld zien, omdat hij de voorziening voor verliezen op onderhanden werk te laag vindt. De uitspraak is erg impliciet op dit punt. Hoe het ook zij - de nieuwe eigenaar van het bedrijf voorziet zijn eigen accountant van cijfers om de jaarrekening over het nieuwe boekjaar (2022) samen te stellen. De accountant maakt daaruit op dat de verliezen op onderhanden projecten in boekjaar 2021 zijn verwerkt "naar rato van een lopend project". Dat is in strijd met de RJk en de voorziening is daardoor te laag. De accountant herstelt de fout door de vergelijkende cijfers uit de jaarrekening 2021 aan te passen. De verkoper klaagt de accountant vervolgens aan om dit foutherstel.

Volgens de Accountantskamer heeft de opvolgend accountant de cijfers terecht gecorrigeerd voor zover deze afgaat op de cijfers die de nieuwe eigenaar hem heeft verstrekt. In dit geval hoefde hij niet te overleggen met zijn voorganger of met de verkoper. Maar dat was wel verstandig geweest, omdat hij dan had gezien dat de waardering van de post wel degelijk deugde en helemaal niet indruist tegen de RJk. In de toelichting op de jaarrekening 2021 staat namelijk dat het volledige verwachte verlies wordt opgenomen als de totale projectkosten waarschijnlijk hoger uitvallen dan de totale projectopbrengsten. Als ik het goed begrijp, betekent dit dat de voorziening dus niet te laag is en de klant van de opvolger niets te claimen heeft.

De klagende verkoper vindt dat de accountant de commerciële belangen van zichzelf en/of de klant heeft laten prevaleren en de waarheid heeft verdraaid. De Accountantskamer ziet daarvoor geen aanknopingspunten en ziet geen reden om te twijfelen aan de integriteit van de accountant.

reacties

Reageer op dit artikel

Spelregels debat

    Aanmelden nieuwsbrief

    Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

    Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.