Nieuwe verwijten in hoger beroep taboe
Als een klager in hoger beroep met nieuwe verwijten komt, is dat in strijd met de procesorde. Dus worden die verwijten formeel niet behandeld.
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Zaaknummers:
- 22/77
- Datum uitspraak:
- 28 mei 2024
- Oordeel:
- hoger beroep ongegrond, klacht ongegrond
- Maatregel:
- geen
- Status:
- definitief
- Vindplaats:
- ECLI:NL:CBB:2024:362
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
Met het faillissement van zijn onderneming in zicht probeert de directeur ten koste van de schuldeisers 2,3 ton in zijn zak te steken door een grote hoeveelheid hardhout uit de boeken te laten verdwijnen. Als de curator een significant verschil ziet tussen de voorraadadministratie en de auditfiles van het accountantskantoor dat de administratie bijhield, laat hij een registeraccountant een analyse maken van de voorraadadministratie.
De directeur weigert de curator informatie te verstrekken en wordt vanwege deze tegenwerking ruim twee maanden civielrechtelijk gegijzeld. Er wordt een e-mail ontdekt, waarin de directeur de systeembeheerder vraagt de administratieve sporen van en naar de verduisterde houtopslag uit te wissen.
Als de gijzeling achter de rug is, dient de directeur een klacht tegen de accountant in, omdat die Standaard 4400N heeft veronachtzaamd, niet gekwalificeerd zou zijn voor dit soort onderzoek en zich niet heeft gehouden aan de NFFI- en NRGD-eisen voor financieel forensisch onderzoek. (Het NFFI is het Nederlands Financieel Forensisch Instituut; het NRGD het Nederlands Register Gerechtelijke Deskundigen.) De Accountantskamer toetst het optreden van de accountant niet aan Standaard 4400 of Standaard 4400N, maar aan de Handreiking 1112 voor persoonsgerichte onderzoeken en verklaart de klacht ongegrond. De directeur gaat hiertegen in hoger beroep.
Hogerberoepsgronden
De Accountantskamer heeft (onder meer):
- de klachtonderdelen over het ontbreken van onderzoeksvragen en het niet toepassen van hoor en wederhoor ten onrechte niet beoordeeld;
- de klacht ten onrechte ongegrond verklaard, waaronder het klachtonderdeel over de fragmentarische uitvoering van het onderzoek.
Oordeel
Het hoger beroep is ongegrond.
Ad 1 Onderzoeksvragen, hoor/wederhoor
Deze verwijten staan niet in de oorspronkelijke klacht, maar zijn pas op de zitting bij de Accountantskamer naar voren gebracht. De Accountantskamer heeft deze klachtonderdelen dus terecht buiten de beoordeling gelaten in verband met de goede procesorde. Het college komt "ten overvloede" toch met enkele overwegingen.
In een overleg van de curator, de vrouw en de advocaat van de directeur, de huisaccountant en de forensisch accountant is besproken dat laatstgenoemde een analyse zal maken van de voorraadadministratie. De forac heeft op de zitting toegelicht dat hij geen opdrachtbevestiging heeft gemaakt, omdat:
- de opdracht in onderling overleg was vastgesteld;
- haast geboden was;
- de directeur nog steeds in gijzeling zat.
Het conceptrapport met voorlopige bevindingen is tijdens een volgend overleg besproken met onder anderen de curator, de vrouw en de advocaat van de directeur, de huisaccountant en een medewerker van het failliete bedrijf. Vanwege de gijzeling kon de directeur ook hierbij niet aanwezig zijn. Naar aanleiding van het overleg heeft de forac het rapport aangevuld. Na een reactie van de advocaat van de directeur op het tweede conceptrapport heeft de forac een definitief rapport uitgebracht. Gezien deze gang van zaken moet de directeur op de hoogte zijn geweest van de inhoud van de opdracht van de forac, terwijl er ook duidelijk meermaals hoor en wederhoor is toegepast.
Ad 2 Fragmentarische uitvoering onderzoek
Okee, als het een persoonsgericht onderzoek betreft, dan zijn de waarborgen uit Handreiking 1112 van toepassing, redeneert de directeur in hoger beroep. Volgens het college werd de forac in de oorspronkelijke klacht verweten dat hij zijn onderzoek fragmentarisch heeft uitgevoerd in samenhang met het verwijt dat zijn rapport niet voldoet aan de bepalingen van Standaard 4400N. In het hogerberoepschrift hangt de directeur het verwijt ineens op aan de voorwaarden van Handreiking 1112.
Het college vindt dit een nieuwe klacht die niet te herleiden is tot de oorspronkelijke klacht en laat de hogerberoepsgrond buiten beschouwing. Een klacht aanvullen of uitbreiden is niet mogelijk in hoger beroep).
Maatregel
Geen.
Annotatie Lex van Almelo
Een directeur wordt ervan verdacht in het zicht van het faillissement een voorraad ter waarde van 2,3 ton uit de boeken te hebben laten verdwijnen. Een forensisch accountant krijgt de opdracht de voorraadadministratie te onderzoeken. De forac past bij alle partijen voldoende hoor en wederhoor toe, ook al zit de directeur achter de tralies vanwege een civielrechtelijke gijzeling. De directeur klaagt er aanvankelijk over dat de forac zich niet heeft gehouden aan Standaard 4400. De Accountantskamer wijst erop dat die is vervangen door Standaard 4400N en dat ook die Standaard niet van toepassing is, omdat het hier gaat om een persoonsgericht onderzoek. In hoger beroep gaat de directeur met hetzelfde verwijt voor een ander anker liggen: de waarborgen van Handreiking 1112. Het college vindt dit een nieuwe klacht in hoger beroep en oordeelt er dan ook niet over.
Wel zegt het College over de andere hogerberoepsgrond "ten overvloede" dat die waarborgen in acht zijn genomen. Ten overvloede betekent in deze context dat het college vrijblijvend zegt wat het ervan vindt, omdat de hogerberoepsgrond formeel niet wordt behandeld. Het mag misschien vreemd overkomen dat een rechterlijk college zegt een klacht of hogerberoepsgrond niet te zullen behandelen en er vervolgens toch iets over zegt. Maar op deze manier heeft de directeur toch zijn day in court gehad en krijgt de aangeklaagde accountant met zoveel woorden te horen dat hij zijn werk netjes heeft gedaan.