Tuchtrecht

Belangenverstrengeling onvoldoende bestreden als bestuurder bij klant

Een registeraccountant treedt na het overlijden van zijn klant toe tot de besturen van de STAK en de holding om de continuïteit van het familiebedrijf te waarborgen. Maar zijn objectiviteit waarborgt hij onvoldoende.

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Zaaknummers:
22/638
Datum uitspraak:
30 april 2024
Oordeel:
hoger beroep deels gegrond, klacht deels gegrond
Maatregel:
berisping i.p.v. tijdelijke doorhaling voor drie maanden
Status:
definitief
Vindplaats:
ECLI:NL:CBB:2024:314

» Direct naar annotatie

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

De partner van een accountantskantoor doet samenstelwerkzaamheden en fiscale aangiftes voor de holding van een familiebedrijf met zeventig werknemers en de dga in privé. De dga en zijn vrouw vragen de accountant in 2012 om advies over een regeling van de zaken in geval van overlijden. De dga richt een Stichting Administratiekantoor (STAK) op, certificeert de aandelen van de holding en stelt een regeling op voor het geval (één van) de echtelieden komen/komt te overlijden. De holding levert haar aandelen ter certificering aan de STAK; de dga houdt alle certificaten en is bestuurder van de STAK.

In het voorjaar van 2016 beperkt de dga de (toekomstige) zeggenschap van zijn vrouw. In het nieuwe artikel 18 van de statuten staat dat – als de dga stopt als bestuurder van de STAK - zijn echtgenote zitting zal nemen in het STAK-bestuur. Dat zal verder bestaan uit een bedrijfsadviseur (als voorzitter), de registeraccountant (als penningmeester) en de huisnotaris (als secretaris). De secretaris kan als enige twee stemmen uitbrengen.

Als de dga overlijdt nemen zijn weduwe, de bedrijfsadviseur, de accountant en de notaris zitting in het bestuur van de STAK. De weduwe, die dan 78 jaar is, krijgt alle certificaten. Kort daarna worden de weduwe en de accountant benoemd tot interim-bestuurders van de holding. In de loop van 2019 verslechtert de verhouding tussen de weduwe en de STAK-bestuurders. De weduwe doet in april 2019 een voorstel tot decertificering; de drie overige STAK-bestuurders stemmen tegen.

De weduwe probeert vergeefs haar gelijk te halen in een kort geding tegen de STAK en de drie bestuurders, maar de rechter wijst haar vordering van decertificering van de aandelen in de holding af. Vijf dagen later ontslaat het STAK-bestuur haar als bestuurder van de holding.

De weduwe dient tuchtklachten in tegen de accountant en de notaris.

De weduwe klaagt er bij de Accountantskamer onder meer over dat de accountant:

a. ten onrechte de aanstelling als bestuurder van de STAK heeft aanvaard;

b. geen juiste invulling heeft gegeven aan zijn rol als bestuurder van de STAK, waaronder de benoeming en uitvoering van zijn rol als bestuurder van de holding;

c. geweigerd heeft tegemoet te komen aan haar klachten.

De Accountantskamer verklaart klachtonderdeel a gegrond, klachtonderdeel b deels gegrond en klachtonderdeel c ongegrond. De tuchtrechter legt een tijdelijke doorhaling voor drie maanden op. De accountant gaat in hoger beroep.

Hogerberoepsgronden

De Accountantskamer heeft:

  1. de klacht te ruim uitgelegd;
  2. ten onrechte geoordeeld dat de accountant te weinig maatregelen heeft getroffen om belangenverstrengeling tegen te gaan;
  3. ten onrechte gezegd dat de accountant geen afzonderlijke administratie voor de STAK bijhield;
  4. een te strenge maatregel opgelegd.

Oordeel

Het hoger beroep is gegrond voor wat betreft de tijdelijke doorhaling.

Ad 1 Klacht niet te ruim uitgelegd

De accountant vindt dat de Accountantskamer de klachtonderdelen a en b te ruim heeft uitgelegd door te oordelen dat de accountant geen opdrachtbevestigingen heeft gestuurd voor de bestuursfuncties bij de STAK en de holding, terwijl daarover niet is geklaagd.

In de ogen van het college heeft de Accountantskamer de klacht niet te ruim opgevat of ontoelaatbaar uitgebreid. De Accountantskamer heeft het opstellen van een opdrachtbevestiging genoemd als (één van de) mogelijke maatregelen voor de accountant om zich te kunnen houden aan het fundamentele beginsel van objectiviteit.

Ad 2 Belangenverstrengeling

De accountant voert aan dat hij zich wel degelijk rekenschap heeft gegeven van de mogelijke bedreigingen voor zijn objectiviteit en dat hij toereikende maatregelen heeft getroffen om een schending van het fundamentele beginsel van objectiviteit te voorkomen. De statuten van de STAK verbieden weliswaar dat een bestuurder van de holding toetreedt tot het bestuur van de STAK. Die statuten verbieden echter niet dat een STAK-bestuurder toetreedt tot het bestuur van de holding. Ook de weduwe ging ervan uit dat de accountant, nadat hij tot bestuurder van de STAK was benoemd, vervolgens tot het bestuur van de holding kon toetreden. Zij is namelijk zelf ook toegetreden tot het bestuur van de holding nadat zij was benoemd tot bestuurder van de STAK.

Volgens het college heeft de Accountantskamer geconcludeerd dat de accountant het conceptueel raamwerk van de VGBA niet heeft nageleefd door onvoldoende:

  • bedreigingen voor de naleving van het objectiviteitsbeginsel te identificeren;
  • maatregelen te treffen;
  • zijn bevindingen te documenteren.

Als gevolg daarvan heeft de accountant het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid niet nageleefd. De tijdelijke doorhaling van drie maanden is opgelegd wegens de schending van dit fundamentele beginsel en niet dat van objectiviteit.

Dat er sprake was van mogelijke bedreigingen voor de naleving van de fundamentele beginselen als gevolg van de twee bestuursfuncties heeft de accountant niet bestreden. Hij meent echter een toereikende maatregel te hebben genomen door zijn accountantswerkzaamheden over te dragen aan een kantoorgenoot, terwijl de jaarrekeningen werden gecontroleerd door een ander accountantskantoor.

Ondanks het overdragen van zijn werkzaamheden aan een collega binnen zijn kantoor heeft de accountant het conceptueel raamwerk onvoldoende toegepast. Het college is het met de Accountantskamer eens dat de accountant de bedreigingen voor de objectiviteit onvoldoende heeft geïdentificeerd, er onvoldoende maatregelen tegen heeft getroffen en zijn bevindingen onvoldoende heeft gedocumenteerd.

De accountant hoefde niet per se opdrachtbevestigingen te verstrekken aan de STAK, de holding en/of de weduwe. Wel had hij in ieder geval:

  • de risico’s moeten beschrijven;
  • moeten vastleggen welke maatregelen hij heeft getroffen;
  • moeten vastleggen op grond van welke afwegingen hij tot de conclusie kwam dat de getroffen maatregelen toereikend waren.

De accountant heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij dit heeft gedaan. Hij had op zijn minst moeten vastleggen hoe hij samenwerkte met de collega aan wie hij zijn accountantswerkzaamheden had overgedragen. Ook had hij duidelijk kunnen maken dat zijn declaraties zouden worden gefactureerd door het accountantskantoor en had hij kunnen vastleggen hoeveel uur hij maximaal zou declareren en tegen welk uurloon. Zijn afwegingen om toe te treden als bestuurder van de STAK respectievelijk holding heeft hij evenmin vastgelegd. Daardoor is ook niet gebleken dat hij de bestuursfuncties zag als mogelijke bedreiging voor zijn objectiviteit.

Ad 3 Afzonderlijke administratie

In de statuten van de STAK staat dat de administratie zo moet worden gevoerd dat daaruit steeds kan worden opgemaakt wat de rechten en verplichtingen van de STAK zijn. De accountant voert aan dat hij de administratie van de STAK heeft verwerkt in de administratie van de holding.

Gezien deze toelichting vindt het college dat dit klachtonderdeel terecht gegrond is verklaard. De accountant heeft echter wel aannemelijk gemaakt dat de administratie van de STAK inderdaad betrekkelijk eenvoudig uit de administratie van de holding kan worden gehaald. Om die reden - en omdat het STAK-bestuur heeft ingestemd met deze werkwijze - vindt het college dit verwijt niet zo zwaar.

Maatregel

De accountant heeft onvoldoende bedreigingen voor zijn objectiviteit geïdentificeerd, hiertegen onvoldoende maatregelen getroffen en hierover onvoldoende vastgelegd. Daardoor heeft hij het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid geschonden. De aard en de ernst van die schending vindt het college niet zo zwaar als de Accountantskamer, zodat een berisping volstaat. Er is namelijk niet gebleken dat de accountant niet integer heeft gehandeld. Het college is ervan overtuigd dat de accountant beide bestuursfuncties heeft aanvaard ten behoeve van de continuïteit van de ondernemingen waarbij hij al zovele jaren als accountant betrokken was. Dat neemt echter niet weg dat hij als professionele accountant het conceptueel raamwerk op toereikende wijze had moeten toepassen.

Annotatie Lex van Almelo

Een partner van een accountantskantoor voert samenstellings- en fiscale werkzaamheden uit voor een familiebedrijf en voor de dga in privé. Als de dga overlijdt, treedt de accountant toe tot de besturen van de STAK respectievelijk holding van het bedrijf - net als de weduwe. De weduwe begint zich te storen aan de belangenverstrengeling die de dubbelfunctie met zich mee kan brengen. Zo kan de accountant als bestuurder zijn eigen facturen (voor het bestuurswerk) en de facturen voor de (afgestoten) accountantswerkzaamheden goedkeuren. De accountant handelt niet vakbekwaam en onzorgvuldig door de bedreigingen voor zijn objectiviteit niet te onderkennen, door daar – behalve het afstoten van de accountantswerkzaamheden aan een kantoorgenoot – geen afdoende maatregelen tegen te treffen en door niets van zijn afwegingen vast te leggen. In hoger beroep valt de maatregel lager uit, omdat er geen twijfels bestaan over de goede bedoelingen van de accountant, die de continuïteit van het bedrijf voor ogen had. Maar ondanks de goede bedoelingen had de accountant het conceptueel raamwerk van de VGBA moeten toepassen. Door dat niet te doen heeft hij het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid geschonden, maar ondanks de mogelijke belangenverstrengeling – niet dat van objectiviteit.

Meer informatie

De Accountantskamer heeft de onderdelen van een nieuwe klacht die met deze kwestie samenhangt op 7 juni 2024 niet-ontvankelijk respectievelijk ongegrond verklaard.  

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.