Beleidsbepaler laat belastingadviseurs samenstellingsverklaringen afgeven
De eigenaar en beleidsbepaler van een netwerk van vijf accountantskantoren trekt zich weinig aan van de kritiek op het kwaliteitsstelsel en wordt voor een jaar geschorst.
Accountantskamer
- Zaaknummers:
- 23/1464 Wtra AK
- Datum uitspraak:
- 01 maart 2024
- Oordeel:
- gegrond
- Maatregel:
- doorhaling voor één jaar
- Status:
- beroep aangetekend
- Vindplaats:
- ECLI:NL:TACAKN:2024:5
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
Een registeraccountant heeft een accountantskantoor met vijf vestigingen. Behalve beleidsbepaler is hij naar eigen zeggen de kwaliteitsbepaler van het kantoor, dat samenstellingsopdrachten uitvoert alsmede beoordelings- en overige assuranceopdrachten. Wettelijke en vrijwillige controleopdrachten worden uitgevoerd door een aparte vennootschap die over een Wta-vergunning beschikt.
De accountantspraktijk wordt medio 2021 onderworpen aan een reguliere toetsing. Een accountant-administratieconsulent staat als kwaliteitsbepaler geregistreerd en in de oriëntatievragenlijst vermeld. In september 2021 legt de AA deze functie neer, waarna de eigenaar/beleidsbepaler het contact met het toetsingsteam overneemt.
De toetsers concluderen dat het stelsel van kwaliteitsbeheersing in opzet en werking niet voldoet aan de eisen. De eigenaar geeft in een reactie aan dat er geen nieuwe kwaliteitsbepaler nodig is omdat hij dat is en steeds was. Er zullen afdoende maatregelen worden getroffen om de tekortkomingen in het stelsel van kwaliteitsbeheersing op te heffen. Maar het definitieve toetsingsverslag uit november 2021 vermeldt nog steeds twee tekortkomingen. Het eindoordeel is daarom: ‘onvoldoende’.
In het toetsingsrapport wordt gewezen op twee complianceverslagen van de accountant-administratieconsulent, waarin staat dat:
- belangrijke beslissingen om de tekortkomingen op te lossen worden uitgesteld;
- dit een bedreiging is voor de continuïteit van de bedrijfsvoering van kantoor.
Uit de vastleggingen van het periodieke Vaktechnisch Overleg blijkt dat alle accountants van het kantoor het erover eens zijn dat het afgeven van samenstellingsverklaringen door belastingadviseurs van kantoor niet is toegestaan en in strijd is met de NVKS.
De NBA dient een klacht tegen de registeraccountant in bij de Accountantskamer.
Klacht
a. Er worden samenstellingsverklaringen bij jaarrekeningen afgegeven door belastingadviseurs van het kantoor.
b. Er zijn geen stukken waaruit blijkt dat voor het accountantskantoor een toereikende beroepsaansprakelijkheidsverzekering is afgesloten.
Oordeel
De klacht is gegrond.
Bij twee vestigingen worden samenstellingsverklaringen afgegeven door belastingadviseurs die daar werken. Omdat de eigenaar op de zitting heeft gezegd dat hij steeds de beleids- en kwaliteitsbepaler is geweest, beoordeelt de Accountantskamer het handelen van hem vanuit die rol en verantwoordelijkheid.
Op grond van artikel 12 van de Nadere Voorschriften Kwaliteitssystemen (NVKS) moet een kwaliteitsbepaler voor elke NVKS-opdracht een eindverantwoordelijke accountant of een eindverantwoordelijke professional aanwijzen. Uit artikel 7 (lid 1 en 3) van deze verordening volgt dat een kwaliteitsbepaler voor samenstellingsopdrachten in beginsel alleen een eindverantwoordelijke accountant of een IFAC-professional kan aanwijzen. Een IFAC-professional is een niet-accountant die lid is van een buitenlandse beroepsorganisatie die volwaardig lid is van IFAC.
De eigenaar/kwaliteitsbepaler komt met drie niet-inhoudelijke verweren, die de Accountantskamer alle wegwuift. Zo stelt de accountant, wijzend op artikel 4:8 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat de NBA hoor en wederhoor had moeten toepassen alvorens een tuchtklacht in te dienen. Volgens de Accountantskamer is dit wetsartikel echter alleen van toepassing als een beschikking wordt gegeven in de zin van artikel 1:3 lid 1 van de Awb. Het indienen van een tuchtklacht valt daar niet onder, omdat dit als zodanig geen publiekrechtelijk rechtsgevolg heeft.
Ad a Samenstellingsverklaringen door belastingadviseurs
Aan de accountantspraktijk zijn in totaal tien accountants verbonden die zowel assurance- als aan assurance verwante opdrachten uitvoeren. De vijf vestigingen zijn ondergebracht in verschillende juridische entiteiten. Aan de accountantspraktijk is een vennootschap gelieerd die controleopdrachten uitvoert en een Wta-vergunning heeft.
Binnen de accountantspraktijk c.q. het netwerk zijn samenstellingsverklaringen afgegeven door belastingadviseurs die daar werkzaam zijn. Volgens de NVKS (artikelen 8 t/m 8c) is dit niet toegestaan. Omdat de registeraccountant als beleids- en kwaliteitsbepaler verantwoordelijk is voor de bedrijfsvoering van de accountantspraktijk handelt hij in strijd met de NVKS.
De accountant vindt dat de bepalingen van de NVKS een ontoelaatbare inbreuk maken op het fundamentele recht op het vrij verkeer van diensten. Volgens dat fundamentele recht mag iedere EU-burger werken waar hij of zij wil. Met de genoemde NVKS-bepalingen wil de NBA accountants volgens hem verbieden te werken bij organisaties waarin volstrekt legale samenstellingsverklaringen worden afgegeven door niet-accountants. Daarom zijn deze bepalingen volgens hem onverbindend.
Volgens vaste rechtspraak kan over de inhoud van verordeningen niet worden geklaagd bij de Accountantskamer. Op grond van artikel 35 lid 1 van de Wet op het accountantsberoep (Wab) kunnen verordeningen en andere besluiten van de NBA alleen worden vernietigd door de Kroon.
De accountant vindt de klacht van de NBA in strijd met de afspraak die hij op 19 mei 2015 heeft gemaakt met een juriste van de NBA. (In de uitspraak staat dat deze juriste destijds voorzitter was van de NBA. Zoals bekend heeft de NBA nooit een vrouwelijke voorzitter noch een jurist als voorzitter gehad, wel een juriste als directeur). De afspraak hield volgens de accountant in dat zijn kantoor de eerste zes jaar niet opnieuw zou worden getoetst. In 2020/2021 is echter toch een nieuw onderzoek ingesteld.
De Accountantskamer vindt dat de handgeschreven notitie van de accountant over het gesprek met de juriste het verweer onvoldoende onderbouwt. In de notitie staat alleen dat de juriste op de vraag wanneer men de volgende toetsing kan verwachten, heeft geantwoord: de eerste zes jaar niet. Dat is geen afspraak. Bovendien is het kantoor pas na zes jaar nadien opnieuw getoetst.
De kwaliteitsbepaler is volgens artikel 4 van de NVKS verantwoordelijk voor een kwaliteitssysteem dat een redelijke mate van zekerheid geeft dat NVKS-opdrachten worden uitgevoerd conform de geldende regelgeving. Met de inwerkingtreding van de NVKS in 2018 strekt deze regelgeving zich ook uit tot opdrachten die worden uitgevoerd in het netwerk. Volgens de toelichting bij de NVKS 2018 is een netwerk:
“Een grotere structuur: a die gericht is op samenwerking en b die duidelijk gericht is op winst- of kostendeling, of het delen van gemeenschappelijk eigendom, zeggenschap of bestuur, gemeenschappelijke beleidslijnen en procedures inzake kwaliteitsbeheersing, een gemeenschappelijke bedrijfsstrategie, het gebruik van een gemeenschappelijke merknaam, of een aanzienlijk deel van de bedrijfsmiddelen”.
Volgens de Accountantskamer is de vennootschap met de Wta-vergunning gelieerd aan de accountantspraktijk en voert deze controleopdrachten uit. Daarbij heeft het Vaktechnisch Overleg (VTO) gekozen voor één kwaliteitssysteem dat wordt onderhouden en uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van deze vennootschap. Samen met de andere vennootschappen behoort die tot de groep bedrijven onder de vlag van de stichting, waarvan de registeraccountant de enige bestuurder is. De vennootschappen treden op onder een gemeenschappelijke naam met de accountants. Blijkens de website zijn er ook organisatorische verbanden, want de verschillende disciplines worden gepresenteerd als onderdeel van dezelfde organisatie. De accountant heeft bovendien verklaard dat de vennootschappen een gezamenlijke beroepsaansprakelijkheidsverzekering hadden.
In paragraaf 3.6 van de Toelichting bij de NVKS staat dat:
- het beleid van de NBA is dat accountants binnen accountantseenheden betrokken moeten worden bij opdrachten waarbij ondernemers ondersteund worden bij het opstellen van hun jaarrekening;
- Standaard 4410 van NV COS daarom verplicht is gesteld bij het samenstellen van BW2-jaarrekeningen en financiële overzichten;
- Standaard 4410 een eindverantwoordelijke accountant aanspreekbaar maakt voor kwaliteitstoetsing en tuchtrecht;
- het met het oog op een goede beroepsuitoefening niet wenselijk is dat deze uitgangspunten omzeild worden door de organisatie anders te structureren;
- de NVKS daarom eisen stellen aan de samenwerking tussen accountants- en andere organisaties in het netwerk (bijvoorbeeld administratiekantoren);
- het negatief afstraalt op de accountantseenheid van het netwerk als NVKS-opdrachten worden uitgevoerd door anderen dan de eindverantwoordelijke accountants en daarmee niet vallen onder de kwaliteitseisen voor accountants;
- het (op grond van artikel 8 lid 2 aanhef en onderdeel b) niet is toegestaan om betrokken te zijn bij de bedrijfsvoering van een accountantskantoor, wanneer een netwerkonderdeel daarvan NVKS-opdrachten laat uitvoeren door anderen dan eindverantwoordelijke accountants of eindverantwoordelijke professionals.
Volgens artikel 8c NVKS mag een accountant alleen betrokken zijn bij de bedrijfsvoering van een accountantseenheid als deze geen informatie heeft die erop wijst dat de accountantseenheid of een ander onderdeel van het netwerk dat in Nederland is gevestigd een assurance- of aan assurance verwante opdracht laat uitvoeren door een ander dan een eindverantwoordelijke accountant. Samenstellingsverklaringen laten afgeven door belastingadviseurs is dus in strijd met de NVKS. De kwaliteitsbepaler, die hiervan op de hoogte was, had passende maatregelen moeten nemen maar heeft dat nagelaten.
Ad b Aansprakelijkheidsverzekering
De accountant heeft onvoldoende onderbouwd dat er een toereikende aansprakelijkheidsverzekering is afgesloten. Hij heeft alleen maar twee e-mails overgelegd waaruit zou moeten blijken dat de werkzaamheden die vanuit de accountantspraktijk worden uitgevoerd zijn meeverzekerd op de polis van de Wta-vennootschap. In de overgelegde stukken wordt steeds de Wta-vennootschap vermeld als verzekeringsnemer. Daaruit volgt in ieder geval niet dat een toereikende beroepsaansprakelijkheidsverzekering is afgesloten ten behoeve van de accountantspraktijk. De maximale dekking van 1 miljoen euro per verzekeringsjaar wijst daar ook niet op.
Bij de bijzondere bepalingen van de polis wordt de accountantspraktijk niet genoemd. Dat de Wta-vennootschap de premie heeft betaald, bewijst niet dat wel een beroepsaansprakelijkheidsverzekering is afgesloten voor de accountantspraktijk in de vestigingen. De accountant heeft als kwaliteitsbepaler dus niet (voldoende) aangetoond dat de accountantspraktijk adequaat verzekerd was.
Maatregel
Doorhaling voor één jaar. De accountant heeft als kwaliteitsbepaler jarenlang regelgeving niet nageleefd die fundamenteel is voor de bescherming van het accountantsberoep. Daarmee heeft hij de beginselen van integriteit respectievelijk van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid geschonden. Op de zitting bleek hij de regels niet te snappen. Tijdens de reguliere toetsing heeft hij geen professioneel-kritische instelling getoond, terwijl hij de uitleg daarbij niet wilde accepteren. In plaats daarvan heeft hij de invoering van verbeteringsmaatregelen getraineerd, een rookgordijn opgetrokken over de organisatie van zijn accountantspraktijk en een verkeerde voorstelling van zaken gegeven over de verbanden tussen de verschillende vestigingen en de vennootschap met de Wta-vergunning.
De accountant trekt zich niets aan van de mening van anderen, zo blijkt ook uit complianceverslagen van 2019 en 2020. Daarin heeft het vaktechnisch overleg van de accountants aangekaart dat de werkwijze (waaronder het afgeven van samenstellingsverklaringen door belastingadviseurs) de continuïteit van de bedrijfsvoering van de accountantspraktijk bedreigde. De accountant heeft niettemin volhard in de werkwijze en geen adequate invulling gegeven aan zijn rol als kwaliteitsbepaler. De Accountantskamer vindt dit ernstig laakbaar en verwijtbaar.
Annotatie Lex van Almelo
Een registeraccountant richt een kantoor op dat bestaat uit vijf vestigingen, waar in totaal tien accountants werken. Bij twee vestigingen geven belastingadviseurs samenstellingsverklaringen af. Volgens de NVKS mogen alleen eindverantwoordelijke accountants dat doen. De accountants uit het netwerk zien deze schending van de beroepsregels als een bedreiging voor de continuïteit van het kantoor. De accountant-administratieconsulent die officieel te boek staat als kwaliteitsbepaler stopt kort na een reguliere toetsing met het oordeel ‘onvoldoende’.
De eigenaar en beleidsbepaler zegt dat hij steeds de kwaliteitsbepaler is geweest en wordt daarom op de tekortkomingen aangesproken: behalve het afgeven van samenstellingsverklaringen door niet-accountants blijkt de accountantspraktijk niet adequaat verzekerd. De NBA dient een tuchtklacht in en de accountant voert van alles aan om zich te verweren. Zo zou de NVKS niet bindend zijn, omdat die in strijd is met het vrij verkeer van diensten. Bij de Accountantskamer werpt hij ‘een rookgordijn’ op bij vragen over de (organisatorische en juridische) verhoudingen binnen het netwerk. En van de toepasselijke voorschriften heeft hij geen sjoege. Vanwege het gebrek aan inzicht en deemoed krijgt hij een forse douw.