Tuchtrecht

Samensteller neemt significante post kritiekloos over

Een accountant-administratieconsulent verwerkt de juridische kosten van een geschil zonder vragen te stellen in de jaarrekening. Gezien het conflict had hij dit wel moeten doen, omdat deze post een significante aangelegenheid was.

Accountantskamer

Zaaknummers:
24/2153 Wtra AK
Datum uitspraak:
25 november 2024
Oordeel:
deels gegrond
Maatregel:
waarschuwing
Status:
nog niet definitief
Vindplaats:
ECLI:NL:TACAKN:2024:69

» Direct naar annotatie

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een (vastgoed)projectontwikkelingsbedrijf (hierna: het bedrijf) is voor een derde in handen van een projectontwikkelaar en voor twee derde van een aannemer. De projectontwikkelaar is aanvankelijk medebestuurder van het bedrijf en werkt op basis van een managementovereenkomst. De projectontwikkelaar zegt die overeenkomst in mei 2019 op en neemt in september 2019 ontslag als medebestuurder. Vanaf dat moment is de aannemer de enige bestuurder van het bedrijf. De projectontwikkelaar begint een procedure tegen de aannemer en tegen het bedrijf met als inzet dat die zijn aandelen overnemen tegen een bedrag, waarvan een deskundige de hoogte moet vaststellen. De Rechtbank Gelderland wijst deze uittredingsvordering toe.

Ondertussen ontwikkelt het bedrijf plannen om op de locatie van een voormalige basisschool woningen te bouwen. In maart 2019 sluiten het bedrijf en de gemeente een koop- en anterieure overeenkomst. Dat laatste is een overeenkomst die vooraf gaat aan een ruimtelijk plan, dat later zal worden ingevuld en vastgesteld. In de anterieure overeenkomst staan afspraken over onder andere de kosten, voorzieningen en infrastructuur voor het project. Het bestemmingsplan wordt gewijzigd om op het voormalige schoolterrein veertien woningen te bouwen. Het terrein wordt in maart 2020 geleverd aan de aannemer en de huisaccountant van het bedrijf, die investeert in zes woningen van dit project. Deze accountant-administratieconsulent sluit een aannemingscontract met het aannemersbedrijf van de aannemer – de directeur van zijn samenstellingsklant - en geeft opdracht om zes woningen te bouwen. Begin 2021 worden de woningen opgeleverd; de accountant betaalt de laatste termijn aan de aannemer.

De accountant heeft de opdracht de jaarrekeningen van het bedrijf samen te stellen, maar ziet daar na overleg met de kwaliteitsbepaler van zijn accountantskantoor van af, gezien de zakelijke banden met de aannemer. Over boekjaar 2019 stelt een registeraccountant van het kantoor de jaarrekening samen. In de publicatiestukken 2019, die zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel, staat dat de jaarrekening op zekere datum is vastgesteld.

De investerende accountant-administratieconsulent stelt over boekjaar 2020 weer zelf de jaarrekening samen en bespreekt het concept daarvan tijdens de algemene aandeelhoudersvergadering van het bedrijf in oktober 2021. De ava stelt de jaarrekening een maand later vast, waarbij de projectontwikkelaar c.q. minderheidsaandeelhouder tegenstemt. De accountant geeft een samenstellingsverklaring af.

Twee jaar later vergadert de ava over de vaststelling van de jaarrekening 2022, die de accountant ook heeft samengesteld. Vóór die vergadering stelt de projectontwikkelaar schriftelijk vragen aan de directie van het bedrijf en aan de accountant. In maart 2024 dient de projectontwikkelaar een klacht tegen de accountant in bij de Accountantskamer.

Klacht

De accountant heeft:

  1. de jaarrekening 2019 gedeponeerd, terwijl in de publicatiestukken ten onrechte staat dat de jaarrekening is vastgesteld door de ava;
  2. de vragen, die de projectontwikkelaar vóór de ava van november 2023 stelde, niet beantwoord en de toezegging om de vragen binnen drie weken na de ava te beantwoorden niet nagekomen;
  3. de objectiviteit uit het oog verloren door in privé zaken te doen met de meerderheidsaandeelhouder van het bedrijf, te weten de aannemer; de juridische kosten in de jaarrekeningen 2019 tot en met 2022 zijn niet goed verantwoord.

Oordeel

Klachtonderdeel c is deels gegrond en de rest van de klacht ongegrond.

Ad a Deponeren jaarrekening 2019

Volgens de projectontwikkelaar staat in de publicatiejaarrekening 2019 ten onrechte dat de ava jaarrekening rechtsgeldig (in de zin van artikel 2:210 lid 5 BW) heeft vastgesteld. De accountant zegt dat hij geen enkele bemoeienis heeft gehad met de samenstellingsopdracht over boekjaar 2019 en deze jaarrekening niet heeft gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel.

De Accountantskamer laat in het midden of de ava de jaarrekening 2019 rechtsgeldig heeft vastgesteld. De accountant heeft in ieder geval niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Hij was namelijk niet betrokken bij het samenstellen, terwijl niet vaststaat dat hij de jaarrekening heeft gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel.

Ad b Vragen niet beantwoord

De accountant zegt dat hij niet heeft toegezegd dat hij antwoord zou geven en dat het de taak van het bestuur is om vragen van een aandeelhouder te beantwoorden. Bij gebrek aan vastgestelde notulen van de ava gaat de Accountantskamer te rade bij het (eenzijdige) verslag dat de projectontwikkelaar heeft gemaakt van de ava. Daaruit blijkt niet dat de accountant heeft toegezegd vragen te beantwoorden.

Ad c Juridische kosten

De projectontwikkelaar vindt dat de accountant bij het samenstellen van de jaarrekeningen in strijd heeft gehandeld met de fundamentele beginselen van integriteit en objectiviteit vanwege zijn innige zakelijke banden met de aannemer bij het woningbouwproject. Daarbij liep het bedrijf grotendeels de financiële risico's, terwijl de baten toevielen aan de aannemer en de accountant. De innige zakelijke banden wijzen volgens de klager op belangenverstrengeling en de accountant had een maatregel moet treffen tegen deze bedreiging voor zijn objectiviteit door zijn samenstellingsopdracht te beëindigen. De projectontwikkelaar twijfelt bovendien ernstig aan de juistheid van de jaarrekeningen. Zo zijn er zijn juridische kosten over de boekjaren 2019, 2020, 2021 (39.400 euro) en 2022 (18.800 euro) opgenomen, die volgens de projectontwikkelaar samenhangen met het aandeelhoudersconflict tussen hem en de aannemer. Daardoor betaalt de projectontwikkelaar feitelijk mee aan de kosten van de advocaat van de aannemer.

De accountant voert aan dat hij de jaarrekening 2019 niet heeft samengesteld, omdat hij betrokken was bij het gezamenlijke project met de aannemer en dit in 2020 en 2021 intern heeft gemeld. In februari 2021 is de laatste factuur betaald voor het bouwproject en zijn de zes woningen aan hem opgeleverd. Daarna kon hij de samenstelwerkzaamheden voor het bedrijf hervatten, meent de accountant. Hoe de juridische kosten moesten worden doorbelast en voor wiens rekening deze zouden komen, is een besluit van de directie van het bedrijf geweest.

De Accountantskamer vindt het begrijpelijk dat de projectontwikkelaar in de zakelijke banden een bedreiging heeft gezien voor de objectiviteit. De accountant heeft die ook gezien en de professionele dienst tijdelijk beëindigd voor boekjaar 2019. In juli 2020 was hij weliswaar nog aanwezig bij een ava, maar als adviseur in het kader van de ontvlechting. Over die rol gaat deze tuchtklacht niet. Een kantoorgenoot heeft de eindbespreking over de jaarrekening 2019 gevoerd met de directie. De accountant heeft dus geen (samenstel)werkzaamheden voor de jaarrekening 2019 uitgevoerd en is evenmin betrokken geweest bij de uitvoering daarvan.

Begin 2021 heeft de accountant de laatste factuur van het bouwproject betaald. Op een paar ondergeschikte punten na waren er geen opleveringspunten. Tegen die achtergrond heeft de accountant gemeend dat hij zijn samenstellingsopdracht kon hervatten met ingang van boekjaar 2020. Hij heeft intern melding gemaakt van de zakelijke relatie met de aannemer.

Wat de samenstelwerkzaamheden over 2020 betreft ziet de Accountantskamer geen noodzaak om een maatregel te treffen. In het begin van het boekjaar 2020 is de laatste termijn betaald, terwijl er geen opleveringspunten of andere kwesties waren die een reële bedreiging voor zijn objectiviteit vormden.

De accountant wist dat de projectontwikkelaar en de aannemer sinds 2019 een aandeelhoudersconflict hadden. De projectontwikkelaar is een juridische procedure begonnen over de vaststelling van de prijs voor zijn aandelen. Deze uittredingsprocedure heeft juridische kosten met zich meegebracht voor zowel de projectontwikkelaar, de aannemer als het bedrijf. In de jaarrekeningen van het bedrijf zijn juridische kosten verantwoord, voor 2021 tot een bedrag van 39.400 euro en voor 2022 tot een bedrag van 18.800 euro. De juridische kosten in 2019 en 2020 zijn niet bekend. Volgens de projectontwikkelaar had de accountant deze kosten niet zonder meer mogen verwerken, vanwege het gevaar dat het bedrijf ook de juridische kosten van de aannemer droeg. Daardoor zou de projectontwikkelaar als medeaandeelhouder van het bedrijf feitelijk meebetalen aan de advocaatkosten van zijn tegenpartij.

Volgens de accountant beslist de directie van het bedrijf, niet hij, over de doorbelasting van juridische kosten, maar de Accountantskamer ziet dit anders. Het uitgangspunt bij een samenstelopdracht is dat het management verantwoordelijk is voor de samengestelde jaarrekening en de vastleggingen, documenten, uitleg en overige informatie waarop die is gebaseerd en die het management heeft verstrekt. De samenstellend accountant mag uitgaan van verstrekte gegevens, tenzij hij merkt dat deze niet compleet, niet nauwkeurig of anderszins onbevredigend zijn (Standaard 4410.32).

Uit het (niet omstreden) verslag van de ava van 13 november 2023 blijkt echter dat er vragen zijn gesteld over de juridische kosten. De Accountantskamer maakt daaruit op dat de post juridische kosten in de boekjaren 2021 en 2022 een ongebruikelijke, significante post was en de omvang was materieel. Daar komt bij dat de relatie tussen de projectontwikkelaar en de aannemer vanaf 2019 verstoord was en in 2021 de procedure tot overname van de aandelen in het bedrijf is begonnen. Het ligt voor de hand dat de aandeelhouders ook al vóór die procedure juridische kosten hebben gemaakt.

Gezien het conflict tussen de beide aandeelhouders en omdat alleen de aannemer bestuurder was van het bedrijf had de accountant zich volgens de Accountantskamer met een onderzoekende geest (zie ook Standaard 4410.32) moeten afvragen of het management de juridische kosten terecht ten laste van het bedrijf had gebracht en daarover inlichtingen moeten inwinnen bij het management. De accountant heeft de post juridische kosten echter ten onrechte niet beschouwd als een significante aangelegenheid.

In zijn verweer zegt de accountant dat hij tijdens een rechtszitting van de rechter heeft begrepen dat de juridische kosten verdeeld mogen worden tussen het bedrijf en de aannemer en dat dit in eerdere rechtspraak is uitgekristalliseerd. Het is echter de vraag of de kosten ook conform die rechtspraak zijn verdeeld. Gezien het conflict tussen de aandeelhouders mocht de accountant bij het opnemen van de post juridische kosten in de jaarrekeningen niet zonder meer uitgaan van de informatie van het bedrijf. De accountant heeft in strijd gehandeld met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid.

Maatregel

Waarschuwing. Als een accountant tijdens de uitvoering van een samenstellingsopdracht een significante aangelegenheid constateert, moet deze die bespreken met de klant, dit documenteren in het dossier én vermelden hoe hiermee is omgegaan. De accountant heeft in de post juridische kosten ten onrechte geen significante aangelegenheid gezien en door die fout in strijd gehandeld met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid.

Annotatie Lex van Almelo

De huisaccountant van een projectontwikkelingsbedrijf gaat privé in zee met de meerderheidsaandeelhouder van dat bedrijf door samen te investeren in een woningbouwproject, dat de meerderheidsaandeelhouder uitvoert. De accountant ziet de bedreiging voor zijn objectiviteit, meldt die binnen zijn kantoor en laat de jaarrekening van de klant samenstellen door een kantoorgenoot, totdat het project is afgerond. De samenstellingsopdracht tijdelijk beëindigen en een collega inschakelen is een adequate maatregel om de objectiviteit te waarborgen.

Na het hervatten van de samenstellingsopdracht gaat de accountant echter in de fout door de juridische kosten van de klant te verwerken in de jaarrekening zonder vragen te stellen. Dat had hij wel moeten doen, omdat de twee aandeelhouders van het bedrijf met elkaar overhoop lagen en de meerderheidsaandeelhouder als directeur besloot de advocaatkosten ten laste te brengen van het bedrijf. De accountant wist van het conflict over de materiële post en had het moeten behandelen als een significante kwestie. Zo had hij moeten vragen of de kosten terecht zijn doorbelast aan het bedrijf en of de minderheidsaandeelhouder niet ten onrechte meebetaalde aan de advocaatkosten van zijn opponent. De accountant voert aan dat het bedrijf de kosten volgens vaste rechtspraak mocht verdelen tussen het bedrijf en de dga. Hij is echter niet nagegaan of het bedrijf de juiste verdeling heeft gevolgd.

reacties

Reageer op dit artikel

Spelregels debat

    Aanmelden nieuwsbrief

    Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

    Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.