Opdracht te traag uitgevoerd
Een (voormalig) accountant-administratieconsulent heeft ruim twee jaar na afloop van het boekjaar nòg geen jaarrekeningen samengesteld en zijn opdracht dus niet voortvarend genoeg uitgevoerd.
Accountantskamer
- Zaaknummers:
- 22/1901 Wtra AK
- Datum uitspraak:
- 26 mei 2023
- Oordeel:
- gegrond
- Maatregel:
- tijdelijke doorhaling voor één maand
- Status:
- definitief
- Vindplaats:
- ECLI:NL:TACAKN:2023:37
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
Een administratie- en advieskantoor voert gedurende enkele jaren diverse werkzaamheden uit voor een familiebedrijf dat vouwwagens verkoopt. Een accountant-administratieconsulent is verantwoordelijk voor het samenstellen van de jaarrekeningen van de vouwwagenverkoper. Op advies van het kantoor verandert het bedrijf in 2020 zijn rechtsvorm van een IB-onderneming in enkele besloten vennootschappen. De bv’s zijn op 31 maart 2020 opgericht. De accountant zal de jaarrekeningen over het (fiscaal) ‘verlengde boekjaar’ 2019 en 2020 samenstellen.
Namens het vouwwagenbedrijf doet een functionaris vanaf medio 2021 herhaaldelijk navraag naar de jaarrekeningen. Ondanks toezeggingen komen die niet. Ook de aangiftes IB en Vpb worden niet verzorgd. Het bedrijf gaat in 2022 in zee met een andere accountant, die adviseert het samenstellen van de jaarrekeningen 2019/2020 te laten voltooien door de AA. De nieuwe accountant zal de samenstellingswerkzaamheden gaan uitvoeren met ingang van boekjaar 2021.
Ondanks herhaaldelijk aandringen blijft de AA in gebreke. Ook als de ondernemer aangeeft dat hij de jaarrekeningen 2019/2020 nodig heeft voor de financiering van een aan te kopen gebouw. Medio 2022 dient de AA de IB- en de Vpb-aangiften in.
Het bedrijf dient een klacht in bij de Klachtencommissie van de NBA, maar trekt die later in, omdat de AA meermaals niet reageert op een verzoek van de Klachtencommissie om te reageren. Het bedrijf dient vervolgens een klacht in bij de Accountantskamer. Als de Accountantskamer de zaak behandelt op de zitting zijn de jaarrekeningen over het verlengde boekjaar 2019/2020 nog steeds niet samengesteld.
Klacht
De accountant heeft:
a. overeengekomen werkzaamheden, waaronder het samenstellen van de jaarrekeningen, niet tijdig uitgevoerd;
b. niet tijdig gereageerd op vragen.
Oordeel
Geen verweer
De aangeklaagde accountant heeft op de dag van de zitting rond negen uur telefonisch contact opgenomen met de Accountantskamer om te vragen hoe laat de zaak zou worden behandeld. De behandeling zou anderhalf uur later beginnen, zoals ook stond in de uitnodigingsbrief die vier maanden eerder was verstuurd. De accountant zei dat hij dan niet in persoon aanwezig kon zijn, dat hij zich ziek voelde en dat hij al twee jaar ziek is.
De accountant zou de Accountantskamer per e-mail vragen of hij de zitting kon volgen via een elektronische verbinding. De tuchtrechter heeft een verzoek met die strekking echter niet ontvangen. De Accountantskamer heeft de accountant vijf minuten voor aanvang van de zitting nog gebeld, maar deze nam niet op.
Onder de gegeven omstandigheden ziet de Accountantskamer geen aanleiding de behandeling van de zaak aan te houden. Ook al omdat in de maand voor de zitting twee keer een brief is gestuurd over de gewijzigde samenstelling van de kamer. De accountant heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij op de zittingsdag zo ziek was dat hij de zitting niet kon bijwonen. Hierbij komt dat hij zelf telefonisch had aangegeven dat hij de Accountantskamer zou vragen de zitting te volgen via een elektronische verbinding. Hij achtte zichzelf dus wel in staat op die manier deel te nemen aan de zitting. Dat hij het verzoek vervolgens achterwege heeft gelaten en niet heeft deelgenomen aan de zitting, komt voor zijn rekening en risico (los van de vraag of het verzoek zou zijn ingewilligd). De zaak is daarom buiten aanwezigheid van de accountant behandeld.
De accountant heeft geen verweerschrift ingediend en de feiten die de klager aandraagt ook niet op een andere manier bestreden. De Accountantskamer gaat bij de beoordeling van de klacht dus uit van de feiten zoals de klager die stelt.
Ad a en b Te laat en te traag
Van een accountant die een opdracht aanvaardt, mag worden verwacht dat deze voldoende voortvarend te werk gaat. Dit volgt ook uit artikel 13 lid 2 van de VGBA, waarin staat dat een accountant een professionele dienst nauwgezet, grondig en tijdig uitvoert. De accountant heeft ruim twee jaar na afloop van het verlengde boekjaar 2019/2020 nog altijd geen jaarrekening samengesteld. De Accountantskamer vindt een dergelijke termijn voor het samenstellen van een jaarrekening veel te lang. De accountant moet feiten of omstandigheden aanvoeren om aan te geven waarom dat in dit geval anders ligt. Dat heeft hij echter niet gedaan. Door onvoldoende voortvarend te werk te gaan, heeft de accountant in strijd gehandeld met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid.
Verder mag van een accountant worden verwacht dat deze eveneens voldoende voortvarend reageert op vragen die hem worden gesteld. Uit overgelegde WhatsApp-berichten uit juni tot en met oktober 2022 blijkt dat de accountant vaak langdurig niet (afdoende) heeft gereageerd op inhoudelijke en herhaalde vragen die de klant stelde over de werkzaamheden. De accountant heeft hiervoor geen verklaring gegeven. De Accountantskamer ziet een patroon van niet tijdig en niet (voldoende) inhoudelijk reageren op inhoudelijke vragen die de klant hem stelt.
Door de overeengekomen werkzaamheden niet tijdig uit te voeren en onvoldoende voortvarend te reageren op inhoudelijke vragen heeft de accountant in strijd gehandeld met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Door het patroon van werkzaamheden niet tijdig uitvoeren en het niet inhoudelijk reageren op aan hem gestelde inhoudelijke vragen, heeft hij bovendien het accountantsberoep in diskrediet gebracht. Daarmee heeft betrokkene ook in strijd gehandeld met het fundamentele beginsel van professionaliteit.
Maatregel
Tijdelijke doorhaling voor één maand. De accountant heeft de overeengekomen werkzaamheden niet op voortvarende wijze uitgevoerd en niet gereageerd op inhoudelijke vragen. Daardoor heeft hij in strijd gehandeld met de fundamentele beginselen van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid en van professionaliteit. Meegewogen is dat het verwijtbare nalaten voor de klant tot problemen heeft geleid bij het aantrekken van een financiering. Verder verkeert het bedrijf door het verwijtbare nalaten enkele jaren na de overdracht (met wijziging van de rechtsvorm) van de onderneming nog altijd in onzekerheid over hoe het - en de betrokken partijen binnen de familie - er financieel en in fiscaal opzicht voorstaat c.q. voorstaan. Daar komt bij dat de accountant schriftelijk noch mondeling uitleg heeft willen geven over zijn handelen en zich daardoor niet toetsbaar heeft opgesteld.
Annotatie Lex van Almelo
Een accountant moet de jaarrekeningen samenstellen van een familiebedrijf, alsmede de IB- en Vpb-aangiften verzorgen. Ruim twee jaar na afloop van het boekjaar heeft hij dat nog niet gedaan, ondanks aandringen van de klant. Het ontbreken van de jaarrekeningen belemmert de financiering van een nieuw bedrijfspand. De accountant reageert echter niet, te laat of onvoldoende op vragen van de klant. Op verzoeken van de Klachtencommissie NBA, waar het bedrijf een klacht heeft ingediend, evenmin. De klant dient daarom een klacht in bij de Accountantskamer, die alleen van de accountant te horen krijgt dat hij al lang ziek is en zich ziek voelt. De accountant verschijnt niet op de zitting en verweert zich ook niet schriftelijk. Hij wordt voor een maand geschorst, omdat hij niet voortvarend genoeg de opdracht heeft uitgevoerd en vragen heeft beantwoord. Met dat laatste heeft ook het accountantsberoep in diskrediet gebracht.