Waardering bv ondeugdelijk
Op verzoek van een gescheiden vrouw onderzoekt een accountant-administratieconsulent de waarde van een onderneming van haar ex. Dat onderzoek is halfbakken, terwijl de accountant een fout maakt door eigen vermogens binnen de groep op te tellen in plaats van te consolideren.
Accountantskamer
- Zaaknummers:
- 23/935 Wtra AK
- Datum uitspraak:
- 16 oktober 2023
- Oordeel:
- deels gegrond
- Maatregel:
- berisping
- Status:
- definitief
- Vindplaats:
- ECLI:NL:TACAKN:2023:52
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
Een ondernemer (met een RC-titel) en zijn ex-echtgenote ruziën al lange tijd over de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden. Medio 2012 huurt de vrouw een accountant-administratieconsulent in om de ondernemingen van haar ex-man - een moedermaatschappij met dochtermaatschappijen - te waarderen. In maart 2022 stelt de Rechtbank Amsterdam voor de derde keer een deskundige aan. Deze moet een bindend advies geven over de verdeling van de boedel en over de waardering van de ondernemingen van de ex-man. De deskundige overlegt met de ondernemer en de vrouw over de uit te voeren werkzaamheden en spreekt met hen af dat de communicatie via hun advocaten loopt.
In september 2022 stuurt de accountant een brief aan de vrouw met acht vragen en informatie over de ondernemingen. Daarin staat onder meer dat:
- de accountant de opdracht heeft om specifieke werkzaamheden te verrichten voor de waardering van het ondernemingsvermogen per 31 december 2015 van de holding, haar dochterondernemingen en de overige vennootschappen per 31 december 2015;
- in diverse krediettrapporten staat dat er buitenlandse bindingen zijn;
- er moet worden nagegaan of er betalingen zijn gedaan aan partijen en/of vennootschappen in het buitenland;
- uit het Engelse handelsregister blijkt dat de ondernemer belangen heeft in tenminste twee vennootschappen.
Verder moet bij de ondernemer onder andere worden opgevraagd:
- welke buitenlandse bindingen er zijn geweest;
- of er vanuit de Nederlandse vennootschappen betalingen zijn gedaan aan deze buitenlandse bindingen;
- wat het belang van de ondernemer in de Engelse vennootschappen is;
- of de ondernemer sinds 2014 andere internationale bindingen heeft of heeft gehad.
In bijlage 07 bij de brief berekent de accountant de eigen vermogens van de moeder- en dochtermaatschappijen op een totaal van 311.345 euro. De vrouw stuurt de brief - met toestemming van de accountant - naar haar ex en de deskundige. De ondernemer stuurt zijn reactie op de brief naar de accountant met een afschrift naar zijn ex-vrouw en de deskundige. De ondernemer vraagt de accountant om de uitspraak - dat de ondernemer belangen heeft in twee buitenlandse vennootschappen - terug te nemen en de vrouw en de deskundige hierover in te lichten.
De accountant laat weten dat hij niet zal reageren, omdat de ondernemer geen cliënt is van zijn kantoor en er is afgesproken alleen te communiceren via de advocaten. De ondernemer vraagt de accountant daarna herhaaldelijk een corrigerende maatregel te nemen op grond van artikel 9 van de VGBA. De accountant slaat dat verzoek in de wind.
In oktober 2022 geeft de deskundige zijn bevindingen door aan de advocaten. In reactie op de brief van de accountant schrijft hij onder meer dat:
- de accountant de vraag naar buitenlandse bindingen betalingen niet nader heeft onderbouwd met de documenten waar hij naar verwijst;
- een inhoudelijke reactie daardoor niet mogelijk is;
- de accountant stelt dat het totale eigen vermogen van moedermaatschappij en haar
dochtermaatschappijen 311.345 euro bedraagt;
- hij in deze optelsom onder meer voorbij gaat aan de boekwaarden van de deelnemingen in de jaarrekeningen van de moedermaatschappij en een dochtermaatschappij, die verrekend moeten worden om het groepsvermogen te kunnen bepalen;
- de lezer voor een correcte bepaling van het eigen vermogen wordt verwezen naar ‘note 7’ in het adviesrapport van de deskundige;
- de meeste vragen van de accountant niet relevant zijn voor de waardering van de holding;
- de accountant zelf enkele vragen had kunnen beantwoorden door het handelsregister van de Kamer van Koophandel te raadplegen;
- de accountant met zijn optelsom van de eigen vermogens de suggestie wekt dat het totale eigen vermogen van moedermaatschappij en haar groepsmaatschappijen substantieel hoger is dan het eigen vermogen van 10.103 euro dat de deskundige berekende.
De ondernemer dient een klacht tegen de accountant in bij de Accountantskamer.
Klacht
De accountant heeft:
a. de ondernemer er ten onrechte en zonder bewijs te leveren van beschuldigd dat hij vermogen verbergt en fiscale fraude pleegt, maar daarvan geen aangifte gedaan;
b. zijn vakbekwaamheid onvoldoende onderhouden, waardoor hij te weinig wist van waardebepaling (‘consolidatiefout’) en onvoldoende openbare informatie had (Kamer van Koophandel niet geraadpleegd);
c. zijn fouten niet gecorrigeerd, nadat hij daarop was gewezen en niet gereageerd op e-mails van de ondernemer;
d. de opdracht van de vrouw niet nauwgezet uitgevoerd.
Oordeel
De klachtonderdelen a en c zijn deels gegrond, de rest van de klacht is ongegrond.
Ad a Onjuiste informatie en beschuldiging
(Ook) de bevindingen en conclusies van een accountant die optreedt als partij-adviseur moeten een deugdelijke grondslag hebben, terwijl de accountant ook dan duidelijk moet rapporteren. De accountant moet voorkomen dat verkeerde conclusies kunnen worden getrokken op basis van zijn rapport. Dat is vooral geboden als de accountant weet of behoort te weten dat het rapport zal worden gebruikt in een gerechtelijke procedure of, zoals hier, bijdraagt aan de vorming van een bindend advies.
De accountant moet ervoor zorgen dat het rapport de totstandkoming van een juist en volledig bindend advies niet belemmert, doordat het te eenzijdig is toegespitst op het belang of standpunt van de opdrachtgever. Daarvan is sprake als de inhoud van het rapport onjuist of onvolledig is, de bevindingen of conclusies van het rapport een deugdelijke grondslag missen of het rapport ten onrechte geen duidelijke voorbehouden of beperkingen bevat. (Zie onder meer deze, deze, deze en deze uitspraak.)
De brief belemmert de totstandkoming van een juist en volledig bindend advies, omdat de accountant:
- onjuiste informatie verschaft;
- geen deugdelijke grondslag heeft voor enkele beweringen;
- geen duidelijke voorbehouden of beperkingen heeft opgenomen.
De accountant schrijft dat uit het Engelse handelsregister blijkt dat de ondernemer belangen heeft in tenminste twee vennootschappen. Op de zitting heeft de accountant:
- verklaard dat hij daarmee aandelen bedoelt;
- erkend dat hij het Engelse handelsregister niet heeft geraadpleegd;
- gezegd dat de stelling uitsluitend is gebaseerd op een e-mail van een derde die de vrouw had doorgestuurd;
- erkend dat hij de juistheid van de informatie in de mail niet heeft onderzocht.
In juni 2023 heeft de accountant bij www.checkcompany.co.uk alsnog informatie opgevraagd over de betrokkenheid van de ondernemer bij de twee Engelse vennootschappen. In zijn brief doet hij het echter ten onrechte voorkomen dat zijn informatie steunt op het Engelse handelsregister. Bovendien volgt uit de informatie van Checkcompany alleen dat de ondernemer sinds 1 augustus 2018 (ruim tweeënhalf jaar ná de peildatum voor de waardering) directeur is van de twee genoemde vennootschappen. De ondernemer bestrijdt dit niet. Checkcompany vermeldt echter niets over aandelenbelangen en is bovendien niet hetzelfde als het Engelse handelsregister.
In bijlage 07 heeft de accountant ten onrechte de indruk gewekt dat de totale waarde van de vennootschappen van de ondernemer 311.345 euro bedraagt. Hij laat onvermeld dat de waarde van de opgetelde eigen vermogens niet hetzelfde is als de waarde van de ondernemingen. In de jaarrekeningen moeten de boekwaarden van de deelnemingen van de moedermaatschappij en de dochtermaatschappij verrekend worden om het groepsvermogen te kunnen bepalen. De accountant heeft de vrouw naar eigen zeggen uitgelegd dat de werkelijke waarde van de ondernemingen lager kan liggen en dat de deskundige nog zou gaan consolideren. Dit neemt echter niet weg dat hij in de brief geen enkel voorbehoud en geen enkele opmerking heeft gemaakt bij zijn optelsom.
De Accountantskamer rekent het de accountant verder aan dat hij onvoldoende heeft voorkomen dat er verkeerde conclusies konden worden getrokken uit zijn brief, die zo is opgesteld dat die gemakkelijk tot misverstanden leidt. In de brief wijst de accountant namelijk op zijn opdracht om werkzaamheden te verrichten voor de waardevaststelling van de ondernemingen. Daarmee wekt hij de indruk dat hij daarover een oordeel geeft. Uit de brief blijkt niet dat hij geen oordeel wilde geven en dat hij alleen vragen en aandachtspunten heeft willen formuleren. Omdat de accountant wist dat de vrouw vermoedt dat haar ex vermogen voor haar achterhoudt, had de accountant er extra alert op moeten zijn dat de vrouw zijn brief vanuit dit perspectief zou lezen en verkeerd kon interpreteren.
De accountant heeft daardoor het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid geschonden. De overige verwijten uit dit klachtonderdeel zijn echter ongegrond. In de brief is geen beschuldiging te lezen dat de ondernemer twintig geheime bedrijven heeft en belastingfraude heeft gepleegd.
Ad b Onvoldoende vakbekwaam
De accountant heeft in zijn brief ten onrechte geen voorbehoud of opmerking gemaakt over de optelsom van de eigen vermogens. Daaruit volgt echter niet zonder meer dat hij onvoldoende kennis heeft over consolideren. Datzelfde geldt voor het niet-opvragen van informatie bij de Kamer van Koophandel.
Ad c Fout niet gecorrigeerd
Over de belangen van de ondernemer in de Engelse vennootschappen en de optelsom van de eigen vermogens bevat de brief informatie die materieel onjuist, onvolledig of misleidend is. Toen de ondernemer de accountant hierover informeerde, had de accountant een maatregel moeten treffen om een en ander weg te nemen. De accountant had de vrouw een verklaring moeten sturen, waarin hij de informatie corrigeert en haar moeten vragen deze verklaring door te leiden naar haar advocaat en de deskundige.
Als de vrouw de verklaring dan niet had willen doorgeven, had de accountant die zelf moeten sturen aan de advocaat en de deskundige. De accountant heeft echter geen enkele maatregel getroffen om de onjuiste, onvolledige of misleidende informatie recht te zetten en aldus in strijd gehandeld met het fundamentele beginsel van integriteit.
Voor de rest is dit klachtonderdeel ongegrond. De accountant heeft namelijk wel een reactie gegeven op de e-mails van de ondernemer door te laten weten dat de inhoudelijke communicatie uitsluitend verloopt via de advocaten. Dat hij geen inhoudelijk reactie wilde geven, is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Op grond van de afspraak tussen de ondernemer en de vrouw kon hij ervan uitgaan dat hij niet rechtstreeks met de ondernemer mocht communiceren.
Ad d Uitvoering opdracht
De accountant heeft geen eindrapport uitgebracht, zodat niet kan worden geconcludeerd dat hij de opdracht onvoldoende nauwgezet heeft uitgevoerd. Voor het oordeel over zijn brief, zie klachtonderdeel a.
Maatregel
Berisping. De accountant heeft niet alleen in strijd gehandeld met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid, maar ook met het fundamentele beginsel van integriteit. Hij heeft de totstandkoming van een juist en volledig bindend advies belemmerd en niet voorkomen dat op basis van zijn informatie verkeerde conclusies getrokken konden worden. Verder heeft hij verzuimd een toereikende maatregel te treffen om de onjuiste, onvolledige of misleidende informatie te verbeteren.
Annotatie Lex van Almelo
Er zijn heel wat uitspraken over vechtscheidingen waarin de man zijn huisaccountant de onderneming laat waarderen en het bedrag in het voordeel uitvalt van de klant. Ook in dit geval komt de accountant met een onjuiste waardering die zijn klant goed uitkomt. Die klant is hier echter de ex-vrouw van een ondernemer met wie zij al jarenlang bekvecht over de afwikkeling van de echtscheiding. In het conflict heeft de rechtbank (voor de derde keer) een deskundige benoemd. Die moet een bindend advies geven over de afwikkeling, waaronder de waarde van de onderneming. Volgens de deskundige is de waarde 10.103 euro. De door de vrouw ingeschakelde accountant-administratieconsulent komt op 311.345 euro.
De accountant lijkt niet goed te weten hoe je de eigen vermogens binnen een groep ondernemingen consolideert; hij telt die op in plaats van te verrekenen. Bovendien neemt hij op basis van informatie die de vrouw hem toemailde voetstoots aan dat haar ex aandelen bezat in twee Engelse vennootschappen. Als de accountant inderdaad het Engelse handelsregister had geraadpleegd, zoals hij schreef, had hij kunnen zien dat de man daar directeur was en geen aandeelhouder. De accountant heeft weliswaar gekeken op www.checkcompany.co.uk, maar dat is het Engelse handelsregister niet, terwijl hij die databank pas ruim na het versturen van zijn brief raadpleegde.
Met zijn onjuiste informatie en het gebrek aan duidelijke voorbehouden en beperkingen heeft de accountant de vorming van een correct bindend advies belemmerd door een deskundige die de rechtbank had benoemd. Dat is een schending van het beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Door de onjuiste informatie niet te corrigeren na protest van de man heeft de accountant ook in strijd gehandeld met het integriteitsbeginsel.
De Accountantskamer kan niet concluderen dat de accountant de opdracht onvoldoende nauwgezet heeft uitgevoerd, omdat hij geen eindrapport heeft uitgebracht. De tuchtrechter laat het daarom bij het - negatieve - oordeel over de brief van de accountant. Waarom zou je op grond van die brief niet kunnen zeggen dat de opdracht niet nauwgezet is uitgevoerd?