Fraude en verduistering uit hebzucht
Een registeraccountant MSc verduistert als interim-controller vijftig mille en factureert bijna duizend euro meer dan was overeengekomen. Zijn inschrijving wordt per direct doorgehaald.
Accountantskamer
- Zaaknummers:
- 21/1734 Wtra AK
- Datum uitspraak:
- 01 april 2022
- Oordeel:
- gegrond
- Maatregel:
- doorhaling met herinschrijvingsverbod acht jaar
- Status:
- deels vernietigd, doorhaling met herinschrijvingsverbod van vijf i.p.v. acht jaar, CBb 28 mei 2024, 22/847
- Vindplaats:
- ECLI:NL:TACAKN:2022:13, Samenvatting CBb-uitspraak
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
Bij gebrek aan inhoudelijk verweer door de accountant gaat de Accountantskamer uit van de volgende feiten. Een registeraccountant MSc werkt op interim-basis als controller c.q. financieel manager voor een vastgoedprojectontwikkelaar. Tot zijn werkzaamheden behoren onder meer:
- het opzetten en bijhouden van de financiële administratie;
- het inrichten van het online boekhoudsysteem;
- het inboeken en verrichten van betalingen van facturen;
- het opstellen van managementrapportages;
- het doen van btw- en vpb-aangiften.
Hij is de enige controller/financial manager bij de projectontwikkelaar en heeft als zodanig verschillende bevoegdheden: van het inboeken van facturen en betalingen tot het doorvoeren van mutaties in de financiële administratie en het doen van betalingen tot een bedrag van vijftigduizend euro voor de moedermaatschappij. Betalingen voor de dochters moet hij eerst ter goedkeuring voorleggen aan de twee directieleden. Daarna wordt de betaling in de systemen van de bank digitaal geautoriseerd op basis van twee handtekeningen: die van de accountant en die van één van de directieleden.
Een extern accountant voert een statutaire jaarrekeningcontrole uit over het verlengde boekjaar 2020 en ontdekt dat er een luchtje zit aan enkele betalingen. Het zou gaan om betalingen aan leveranciers, terwijl de bedragen in werkelijkheid worden overgemaakt naar bankrekeningnummers van de interimmer. De extern accountant meldt dit begin augustus 2021 aan de directie van de projectontwikkelaar. Uit een eerste analyse blijkt dat de interimmer voor ongeveer veertigduizend euro heeft overgemaakt naar zijn eigen rekeningen zonder dat daarvoor een zakelijke basis bestond.
Als de directieleden hem confronteren met deze bevindingen geeft de interimmer de betalingen toe. Hij zegt toe mee te werken aan verder onderzoek en maakt nog dezelfde dag vijftigduizend euro over aan de moedermaatschappij. De dag daarna beëindigt de projectontwikkelaar de relatie met de interimmer.
De directie schakelt een bureau in om verder onderzoek te doen en om meer zicht te krijgen op de precieze omvang van de ten onrechte betaalde bedragen. De onderzoekers horen de interimmer en leggen hem de concept-bevindingen voor. De interimmer gaat akkoord met het concept-rapport en vult het op één puntje aan. Uit het definitieve onderzoek blijkt dat de interimmer tussen 31 januari 2020 en 24 juni 2021 in zeventien betalingen 50.997,50 euro naar zijn eigen bankrekeningen heeft overgemaakt. In de betalingsopdrachten heeft hij de naam van een bestaande leverancier van het bedrijf genoteerd.
Daarnaast heeft hij voor zijn werkzaamheden enkele facturen gestuurd tegen een hoger tarief dan was overeengekomen. Het gaat om in totaal 5.118,30 euro. De interimmer betaalt ook dit bedrag terug plus een aanvulling van 997,50 euro.
De projectontwikkelaar dient een klacht tegen de accountant in bij de Accountantskamer.
Klacht
De accountant heeft het accountantsberoep in diskrediet gebracht door:
- zichzelf met frauduleuze betalingen te verrijken;
- te proberen deze betalingen in de financiële administratie te verhullen.
Oordeel
De klacht is gegrond.
De accountant was akkoord met de inhoud van het concept-rapport van bevindingen. De enige opmerking die hij erbij had was, dat hij behalve de vijftig mille ook de 997,50 euro heeft terugbetaald. Hij heeft de standpunten van de projectontwikkelaar niet bestreden. Op grond van die standpunten en de inhoud van het rapport komt de Accountantskamer tot de conclusie dat de accountant in ieder geval zeventien maal met valse facturen in totaal 50.997,50 euro heeft overgemaakt van de bankrekeningen van de projectontwikkelaar naar zijn eigen bankrekeningen. De accountant heeft dit erkend, zo blijkt uit het verslag van het gesprek dat twee feitenonderzoekers hadden met de accountant. Als motief voor zijn handelen voerde de accountant aan dat hij werd gedreven door hebzucht.
Uit het onderzoeksrapport blijkt dat hij de frauduleuze betalingen in de financiële administratie heeft proberen te verhullen - zij niet erg ingenieus. Hij heeft ook erkend dat hij vier keer een te hoge factuur heeft verstuurd voor zijn werkzaamheden. Volgens genoemd gespreksverslag zou dit komen doordat hij een verkeerde code in Exact gebruikte. Het zou dus gaan om een vergissing. Omdat dit niet verder is onderzocht, laat de Accountantskamer dit buiten beschouwing.
De accountant heeft in strijd gehandeld met het fundamentele beginsel van integriteit en het accountantsberoep ernstig in diskrediet gebracht.
Maatregel
Doorhaling met herinschrijvingsverbod van acht jaar.
Gedreven door hebzucht heeft de accountant zich gedurende anderhalf jaar schuldig gemaakt aan fraude en daarmee zo’n 51 duizend euro verduisterd om zichzelf te verrijken. Daardoor heeft hij in strijd gehandeld met het integriteitsbeginsel en het vertrouwen in het accountantsberoep op ernstige wijze geschaad. Voor frauderende accountants is geen plaats in de beroepsgroep.
Als verzachtende omstandigheden wegen mee dat de accountant:
- zijn handelen direct heeft toegegeven;
- volledig heeft meegewerkt aan het ingestelde onderzoek;
- de verduisterde en te veel gefactureerde bedragen onmiddellijk na de ontdekking heeft terugbetaald.
De Accountantskamer bepaalt de termijn waarop betrokkene niet opnieuw in de registers kan worden ingeschreven daarom op acht jaren.
Op de zitting is het vermoeden gerezen dat de accountant nog steeds werkzaamheden voor cliënten verricht als accountant omdat hij zijn accountantsdiensten via zijn website aanbiedt. Gezien de ernst van de geconstateerde overtreding is dit geen wenselijke situatie. Vanwege zwaarwegende openbare belangen zal de uitspraak daarom uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard. Ofwel: de doorhaling wordt meteen van kracht.
Annotatie Lex van Almelo
Een registeraccountant verhuurt zich als controller c.q. financieel manager aan een vastgoedprojectontwikkelaar. Hij is de enige financiële man en maakt misbruik van zijn bevoegdheden door (tenminste) zeventien keer nepfacturen te betalen en het geld over te maken naar bankrekeningen van hemzelf. Ook verstuurt hij vier keer een te hoge factuur voor zijn diensten. Het gaat in totaal om zo’n 51 duizend euro, die de accountant met een kop erop terugbetaalt zodra het wordt ontdekt. Tegen de feitenonderzoekers bekent hij de feiten en zegt hij dat hij werd gedreven door hebzucht.
De accountant is zelf niet op de zitting. Hij zei wegens Covid-verschijnselen niet te kunnen reageren op de klacht en op telefoontjes van de Accountantskamer. De accountant vroeg niet om uitstel van de zitting. Daarom pakt de Accountantskamer door en behandelt de zaak bij verstek. Omdat de accountant akkoord ging met de inhoud van het feitenrapport, gaat de kamer daarvan uit, alsmede van de standpunten van de projectontwikkelaar.
Hoewel de accountant zijn daden heeft bekend en de bedragen met een aanvulling heeft terugbetaald, spreekt de tuchtrechter de bijna zwaarst denkbare maatregel uit: een doorhaling, waarbij de accountant zich pas over acht jaar opnieuw mag pogen in te schrijven. Gezien de website van de accountant lijkt hij nog steeds actief als accountant. Omdat een frauderend accountant niet thuishoort in de beroepsgroep laat de Accountantskamer de maatregel meteen ingaan. Dus ook al gaat de accountant in hoger beroep – zijn titel is hij alvast kwijt.