Belastende conclusies zonder hoor
Een registeraccountant onderzoekt of een subsidieontvanger wel recht had op restauratiesubsidie, maar hoort de onderzochte niet.
Accountantskamer
- Zaaknummers:
- 21/103 Wtra AK
- Datum uitspraak:
- 30 augustus 2021
- Oordeel:
- gegrond
- Maatregel:
- berisping
- Status:
- bevestigd, CBb 19 december 2023, 21/1094
- Vindplaats:
- ECLI:NL:TACAKN:2021:57, Samenvatting CBb-uitspraak
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
Een stichting is eigenaar van een kasteel en het aangrenzende perceel. De stichting stelt het kasteel ter beschikking van een bv, die het kasteel exploiteert en verhuurt aan derden. De huur die de bv betaalt is afhankelijk van het resultaat dat deze vennootschap behaalt. Een jurist is voorzitter en enig bestuurslid van de stichting en tevens dga van de exploitatie-bv. In augustus 2016 verleent Gedeputeerde Staten van de desbetreffende provincie een subsidie van maximaal twee ton voor het verrichten van restauratiewerkzaamheden aan het kasteel. In september 2019 verleent GS opnieuw subsidie, deze keer voor een bedrag van 62.491 euro.
Begin 2020 laat GS de stichting weten dat het onderzoek laat doen op grond van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, de Wet bibob. GS geeft een registeraccountant de opdracht ondersteunende werkzaamheden te verrichten voor het onderzoek. In mei 2020 brengt de accountant rapport uit en concludeert dat de voorzitter/dga onrechtmatige voordelen heeft genoten. Het hoofd van het provinciale Bureau Bibob hoort de voorzitter/dga in het kader van het bibob-onderzoek in aanwezigheid van de accountant.
Medio juli 2020 trekt GS de vastgestelde subsidie in en vordert het eerder verstrekte subsidiebedrag terug, omdat er een ernstig gevaar bestaat dat de subsidie mede zal worden gebruikt om strafbare feiten te plegen. Het college bedoelt hier met name dat:
- de stichting ten onrechte geen omzetbelasting heeft afgedragen;
- de bv ten onrechte omzetbelasting heeft verrekend die de stichting had moeten afdragen, nadat zij die bij de bv in rekening heeft gebracht;
- de bv niet de volledige omzet heeft verantwoord en daardoor niet alle verschuldigde omzetbelasting en vennootschapsbelasting heeft afgedragen.
De stichting maakt bezwaar tegen het intrekkingsbesluit. De accountant past zijn rapport op onderdelen aan en stuurt begin oktober 2020 een kopie aan de stichting. De stichting, de bv en de voorzitter/dga laten in het kader van deze tuchtprocedure tegen de accountant een registerbeleggingsanalist inhoudelijk reageren op diens bibob-rapport.
Klacht
De accountant heeft:
a. een zeer belastende rapportage uitgebracht, maar daarover niets gezegd in het gesprek met het bibob-hoofd en het rapport ook niet toegestuurd aan de klagers;
b. in zijn rapport ten onrechte geconcludeerd dat:
- de bv te weinig omzet heeft aangegeven en geen btw heeft afgedragen;
- de bv niet de volledige omzet heeft vermeld voor de jaren 2016, 2017 en 2018 en daardoor te weinig vennootschapsbelasting heeft betaald;
- de btw, die de stichting ten onrechte berekende aan de bv, niet heeft afgedragen.
Oordeel
De klacht is volledig gegrond.
Ad a Geen hoor
Het onderzoek naar het handelen van de stichting, de bv en de voorzitter/dga is een persoonsgericht onderzoek in de zin van NBA-handreiking 1112. Daarin wordt onder een persoonsgericht onderzoek verstaan: de aan een accountant verleende opdracht om het functioneren, handelen of nalaten van een (rechts)persoon te onderzoeken en daarvoor werkzaamheden met een verifiërend karakter te verrichten, onder andere bestaande uit het verzamelen en analyseren van al dan niet financiële gegevens en het rapporteren van de uitkomsten. De handreiking bevat waarborgen voor de uitvoering.
Volgens vaste jurisprudentie moeten personen op wie een persoonsgericht onderzoek betrekking heeft in beginsel worden gehoord. Dit geldt ook als er geen sprake is van een persoonsgericht onderzoek in eigenlijke zin, maar het onderzoek de positie en het functioneren van bepaalde personen wel raakt vanwege hun betrokkenheid bij de onderzochte handelingen. Door het horen wordt deze personen de mogelijkheid geboden informatie te verschaffen voordat de resultaten worden gerapporteerd aan de opdrachtgever. Als de onderzoeker de persoon niet hoort, mist het rapport een deugdelijke grondslag, tenzij bijzondere omstandigheden het niet-horen rechtvaardigen.
De accountant heeft de klagers niet gehoord, voordat hij zijn oorspronkelijke rapport uitbracht. Hij heeft zijn rapport gebaseerd op informatie die afkomstig is van zijn opdrachtgever en op eigen onderzoek. Er doen zich geen bijzondere omstandigheden voor die het niet-horen rechtvaardigen. Het oorspronkelijke rapport, waarop GS de intrekking en terugvordering van de subsidie baseert, berust daarom niet op een deugdelijke grondslag.
Door de handelwijze van de accountant hebben de klagers geen gelegenheid gehad om onjuistheden in het rapport te corrigeren voordat het rapport werd gepresenteerd aan GS. Daardoor heeft de accountant een onjuist beeld geschetst van de klagers. De accountant noemt het gesprek van eind mei 2020 een “hoor en wederhoor gesprek”, maar dat is het niet. Vóór dit gesprek kenden de klagers de inhoud van het belastende rapport niet en zij hebben dan ook niet afdoende kunnen reageren op de bevindingen.
De accountant heeft hierdoor in strijd gehandeld met Handreiking 1112 en daarmee in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid.
Ad b Onjuiste conclusies
De accountant heeft het verwijt - dat hij ten onrechte heeft geconcludeerd dat te weinig omzet is aangegeven en geen btw is afgedragen - niet inhoudelijk bestreden. In zijn bibob-analyse heeft hij tien facturen ad 10.841,50 euro inclusief btw dubbel meegenomen in de omzetberekening. Ook heeft hij een onjuist factuurbedrag overgenomen, waardoor de btw-omzet 1000 euro hoger uitkwam. Een bedrag van 3630 euro is verantwoord in 2017, terwijl het betrekking heeft op boekjaar 2016. In 2016 is weliswaar te weinig omzet verantwoord, maar dit is gecorrigeerd in 2017. Over heel 2016 tot en met 2018 is niet te weinig omzet aangegeven. Door dit ten onrechte te schrijven in zijn rapport heeft de accountant in strijd gehandeld met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid.
De accountant heeft ook geconcludeerd dat voor de jaren 2016, 2017 en 2018 niet de volledige omzet van de bv is vermeld en dat daardoor te weinig vennootschapsbelasting is betaald. Deze conclusie baseert hij grotendeels op zijn onzorgvuldige conclusie dat te weinig omzet was verantwoord. Ook met de tweede conclusie heeft hij in strijd gehandeld met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid.
Wat betreft zijn conclusie over de ten onterechte berekende en vervolgens niet afgedragen btw heeft de accountant ter verdediging aangevoerd dat het kasteel de facturen heeft gestuurd en niet de stichting, zoals hij schreef in zijn rapport. De accountant heeft op de zitting erkend dat hij niet heeft nagevraagd hoe dit zat. Daarom heeft hij zijn stelling onvoldoende onderbouwd en in strijd gehandeld met het beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid.
Maatregel
Berisping. De accountant heeft op meerdere punten in strijd gehandeld met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. In zijn oorspronkelijke rapportage staan enkele onjuistheden die (mede) hebben geleid tot intrekking en terugvordering van de al verstrekte c.q. vastgestelde subsidie. Deze verstrekkende gevolgen had hij wellicht kunnen voorkomen als hij had gedaan wat hij moest doen: de klagers horen voordat hij zijn oorspronkelijke rapport uitbracht.
Annotatie Lex van Almelo
Een stichting stelt haar eigendom, een kasteel, ter beschikking aan een bv, die het slot mag exploiteren. De stichting vraagt bij de provincie subsidie aan voor de restauratiewerkzaamheden aan het kasteel en ontvangt twee ton plus de toezegging van nog eens 62,5 mille. Kort na de toezegging laat het college van Gedeputeerde Staten de aanvrager screenen door een registeraccountant, die in het kader van het bibob-onderzoek moet kijken of de ontvanger wel recht heeft op subsidie. Grotendeels op basis van gegevens die de provincie aanlevert, concludeert de accountant dat de subsidieontvanger heeft gesjoemeld met de btw. De accountant hoort de subsidieontvanger niet. Deze hoort pas in een gesprek met het hoofd van het provinciale Bureau Bibob dat de accountant achter zijn rug om een persoonsgericht onderzoek heeft gedaan en zeer belastende, ongefundeerde en onjuiste conclusies heeft getrokken. De accountant wordt hiervoor berispt. Hij heeft zijn oorspronkelijke rapport weliswaar enigszins aangepast, maar het leed was toen al geschied: de provincie heeft de subsidies ingetrokken c.q. teruggevorderd.
De Accountantskamer zegt voorzichtig dat de accountant deze verstrekkende gevolgen wellicht had kunnen voorkomen door de klagers te horen. Het schijnt mij toe dat de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar na deze berisping alvast zijn borst nat kan maken.