Fraudesignalen Imtech voldoende onderzocht
De groepsaccountant en de engagement partner die keken naar de halfjaarcijfers bij Royal Imtech hebben voldoende gedaan met de signalen over fraude bij Imtech Polen. Omdat het hier niet gaat over een controleverklaring is de klacht tegen de opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordelaar ongegrond.
Accountantskamer
- Zaaknummers:
- 18/1193, 18/1194 en 18/1195 Wtra AK
- Datum uitspraak:
- 15 januari 2021
- Oordeel:
- ongegrond
- Maatregel:
- geen
- Status:
- bevestigd (18/1193 en 18/1194 Wtra AK), CBb 26 september 2023, 21/254
- Vindplaats:
- ECLI:NL:TACAKN:2021:2, ECLI:NL:TACAKN:2021:3, Samenvatting CBb-uitspraak
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
Een groepsaccountant en een ‘engagement partner’ van KPMG krijgen in 2012 de opdracht de halfjaarcijfers van Royal Imtech tot en met 2011 te beoordelen en geven daarvoor beoordelingsverklaringen af. De halfjaarcijfers 2012 vallen buiten de opdracht, onder meer omdat de auditcommissie en de raad van bestuur kosten willen besparen. De accountants zullen “certain procedures” volgen om tot een audit update te komen. In de opdracht staat dat het management van Imtech:
- een ‘Audit update’ zal uitbrengen bij het persbericht over de halfjaarcijfers 2012;
- met de raad van bestuur, de raad van commissarissen en de auditcommissie zal communiceren over “any matters that have come to our attention during the procedures and a follow up on any matters reported in relation to the prior year financial statement audit”.
Eind juli 2012 verstrekken de accountants het ‘Audit Update Report’, waarbij zij in de aanbiedingsbrief schrijven dat:
- zij op 30 juni een beoordelingsverklaring afgaven bij de tussentijdse financiële informatie over voorgaande jaren;
- zij voor 2012 “certain procedures” hebben uitgevoerd om te komen tot een audit update report;
- die verklaring samenhangt met de beknopte financiële informatie die wordt verstrekt bij het persbericht dat uitkomt op 31 juli 2012;
- de procedures niet voldoen aan de controlestandaarden;
- de accountants dus geen assurance geven over de genoemde financiële informatie;
- meer informatie over de scope van hun werk te vinden is in Bijlage I.
In het update report staat onder meer dat:
- het werkkapitaal voor alle divisies ultimo 2011 is verhoogd met 181 miljoen euro;
- de balans niettemin 28 miljoen euro lager uitvalt;
- de “total movement” gunstig wordt beïnvloed door een grote aanbetaling voor het pretparkproject in Polen.
Op 31 juli 2012 brengt Imtech een persbericht naar buiten met de kop ‘Imtech: goede eerste helft 2012, groei ondanks moeilijke marktomstandigheden; EBITA + 12%, opbrengsten + 14%, orderportefeuille + 13%, winst per aandeel + 8%’. In dit persbericht over de halfjaarcijfers 2012 geeft Imtech aan dat daarop geen accountantscontrole en geen accountantsreview is toegepast.
In november 2012 brengt een grootbank een analistenrapport uit met kritische kanttekeningen bij de ontwikkeling van het werkkapitaal, de toename van het saldo oude debiteuren en de uitgestelde betalingen aan crediteuren in Duitsland.
Bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening 2012 gaat het ook om cijfers van Imtech Polen. De groepsaccountant steunt hierbij op de werkzaamheden van de component-accountant van Imtech Polen. De informatie van de component-accountant zaait in november 2012 twijfel bij de groepsaccountant en engagement partner over de juiste presentatie van de Poolse ‘weksel własny’ (promissory note of wisselbrief) van 147,6 miljoen euro in verband met het pretpark in Warschau. In de cijfers per 30 juni 2012 staan die namelijk te boek als ‘cash and cash equivalents’.
Op verzoek van de groepsaccountant belegt Imtech op 18 december 2012 een vergadering van de auditcommissie, waarin de kwestie aan de orde komt. De groepsaccountant wil daar een brief (de zogenoemde ‘fraudebrief’) overhandigen, waarin onder meer staat dat:
- de aanbetaling tijdens de interim-controle is gedaan in de vorm van een wisselbrief, waarin de opdrachtgever van het project belooft 147,6 miljoen euro te betalen in opdracht van Imtech;
- de betaling niet is gedaan;
- daarom een tweede wisselbrief is uitgegeven;
- deze ook niet leidde tot betaling;
- de wisselbrieven zijn gepresenteerd als ‘cash and cash equivalents’;
- de IFRS die anders definieert;
- de accountant ernstige betwijfelt of de wisselbrieven inderdaad ‘cash and cash equivalents’ zijn;
- er volgens de controlestandaarden en Wta nader onderzocht moet worden of de wisselbrief van 29 juni 2012 wel kwalificeren als ‘cash and cash equivalents’;
- daarbij ook moet worden gekeken of het een vergissing is;
- het gaat om fraude als de fout met opzet is gemaakt.
De brief leidt tot een stevige discussie op de vergadering van de auditcommissie, waarbij de engagement partner en twee leden van de raad van bestuur aanwezig zijn. De brief wordt vervolgens teruggegeven aan de groepsaccountant. Imtech geeft een ander kantoor de opdracht onderzoek te doen en advies uit te brengen over de presentatie van de promissory note. In het onderzoeksrapport concludeert dat kantoor dat de wisselbrief onder de IFRS niet kan worden gepresenteerd als ‘cash equivalent’.
Desgevraagd reageert de juridisch adviseur van Imtech, De Brauw Blackstone Westbroek (DBBW), een dag later op het rapport. De advocaten kunnen:
- de rubricering van de wissel in de halfjaarrekening goed volgen;
- niet uitsluiten dat een onjuiste rubricering als een “material prior period error” kan worden aangemerkt.
De notitie van de advocaten is ter beschikking gesteld aan KPMG en wordt samen met het onderzoeksrapport van het andere kantoor besproken in de januari-vergadering van de auditcommissie.
Een paar weken later ontvangen de accountants signalen van onregelmatigheden bij Imtech Polen. Zij voeren een verkennend onderzoek uit en doen daar mondeling verslag van in de vergadering van de auditcommissie van februari 2013. Na deze vergadering ontvangt Imtech een brief, waarin een klokkenluider schrijft dat het management van Imtech Duitsland betrokken is bij de onregelmatigheden bij Imtech Polen. Imtech brengt direct een persbericht uit met de titel ‘Imtech onderzoekt Poolse projecten en stelt publicatie jaarcijfers 2012 uit’. Imtech geeft aan dat het een afwaardering verwacht van 100 miljoen euro op het pretparkproject en dat de wisselbrief in de halfjaarcijfers 2012 ten onrechte als kasequivalent is gepresenteerd.
Een week later schrijft de groepsaccountant aan de auditcommissie en een lid van de raad van bestuur dat er aanwijzingen zijn voor fraude, waarbij het management van Imtech Duitsland betrokken zou zijn. Een maand later schrijft hij aan de auditcommissie en de raad van bestuur dat er inmiddels een redelijk vermoeden van fraude bestaat. De accountant benoemt onregelmatigheden in Polen, Duitsland en de Benelux en geeft aan dat hiernaar onderzoek moet worden verricht. Een opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordelaar (OKB’er) volgt het hele controleproces, beoordeelt de acties van de groepsaccountant en geeft groen licht voor de controleverklaring.
Nadat Imtech failliet is gegaan, dienen de curatoren een klacht in tegen de groepsaccountant, de engagement partner en de OKB’er.
Klacht
De accountants:
a. hebben in het Audit Update Report ten onrechte geschreven dat een grote aanbetaling was ontvangen voor het pretparkproject, maar niet vastgesteld of deze aanbetaling daadwerkelijk was ontvangen;
b. zijn tijdens de vergaderingen van de auditcommissie in mei en juli 2012 onvoldoende alert geweest op de mededelingen over de aanbetalingen voor het pretparkproject en de manier waarop dit project werd gefinancierd;
c. zijn onvoldoende alert geweest op het analistenrapport van de bank en hebben daaraan onvoldoende opvolging gegeven;
d. hebben ten onrechte geaccepteerd dat de auditcommissie heeft geweigerd de ‘fraudebrief’ in ontvangst te nemen en hebben ten onrechte genoegen genomen met een opdracht aan het andere kantoor die anders luidde dan hun verzoek in de ‘fraudebrief’;
e. hebben ten onrechte geaccepteerd dat de gang van zaken in de auditcommissie (waar de fraudebrief werd teruggegeven) niet deugdelijk is genotuleerd, dan wel niet deugdelijk in het controledossier is vastgelegd;
f. hebben, nadat de uitkomsten van het onderzoek door het andere kantoor bekend werden, ten onrechte niet aangedrongen op een fraudeonderzoek en er ten onrechte genoegen mee genomen dat volgens het bestuur van Imtech geen sprake was van opzet.
De OKB’er wordt (aansluitend op de klachtonderdelen hierboven) verweten dat de accountants:
d. ten onrechte hebben geaccepteerd dat de auditcommissie heeft geweigerd de ‘fraudebrief’ in ontvangst te nemen en hebben ten onrechte genoegen genomen met een opdracht aan het andere kantoor die anders luidde dan hun verzoek in de ‘fraudebrief’;
e. ten onrechte hebben geaccepteerd dat de gang van zaken in de auditcommissie (waar de fraudebrief werd teruggegeven) niet deugdelijk is genotuleerd, dan wel niet deugdelijk in het controledossier is vastgelegd;
f. nadat de uitkomsten van het onderzoek door het andere kantoor bekend werden, ten onrechte niet hebben aangedrongen op een fraudeonderzoek en er ten onrechte genoegen mee genomen dat volgens het bestuur van Imtech van opzet geen sprake was.
Oordeel
De klachten zijn ongegrond.
Accountants
Ontvankelijkheid
In de schikkingsovereenkomst van Imtech met het accountantskantoor is afgesproken dat er geen tuchtklachten zullen worden ingediend tegen accountants van het kantoor. De accountants vinden daarom dat de klachten van de curatoren niet-ontvankelijk moeten worden verklaard. De Accountantskamer vindt de klachten echter wel degelijk ontvankelijk.
De Accountantskamer heeft eerder in deze uitspraak en deze uitspraak gezegd dat een contractueel verbod of afspraak geen afbreuk doen aan het recht een tuchtklacht in te dienen. Ook het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft nadien onderstreept dat:
- je het klachtrecht niet contractueel opzij kunt zetten, “gezien het uitgangspunt dat het accountantstuchtrecht het algemene belang dient van een goede uitoefening van het accountantsberoep”;
- er in het toen voorliggende geval geen omstandigheden waren die tot een ander oordeel zouden moeten leiden.
Anders dan de accountants leest de Accountantskamer in de tweede overweging alleen dat het klachtrecht zo zwaarwegend is dat de accountant het recht om een klacht tegen hem of haar in te dienen niet contractueel kan uitsluiten en dat het soort opdracht geen reden was om daar anders over te oordelen. Mocht het college al bedoeld hebben dat er omstandigheden denkbaar zijn waaronder het klachtrecht wel kan worden uitgesloten dan doen die zich in het geval van de Imtech-controle niet voor.
Los van de schikking van Imtech met het accountantskantoor hebben curatoren een zelfstandig klachtrecht.
Ad a Opmerking aanbetaling
Uit de stukken blijkt dat de opdracht om het Audit Update Report op te stellen geen assurance-opdracht was; er is geen specifieke Standaard van toepassing. Volgens het fundamentele beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid moet het rapport niettemin berusten op een deugdelijke grondslag.
In een noot op bladzijde 4 van het rapport staat bij de “analysis of key financial figures/consolidated balance sheet” onder meer dat het werkkapitaal wordt verhoogd met 181 miljoen euro en dat “the total movement” gunstig wordt beïnvloed door een grote aanbetaling. De accountants zijn voor deze stelling niet alleen maar afgegaan op mededelingen van de raad van bestuur van Imtech, maar baseren zich hierbij op meerdere bronnen, waaronder het ‘blauwe boek’ van Imtech. Daarin wordt melding gemaakt van “large prepayments of customers” en van “high advance payments”.
Verder waren de accountants in mei 2012 bij een vergadering van de auditcommissie, waarop de ceo melding maakte van “een vooruitbetaling van circa 150 miljoen”. Deze vooruitbetaling is ook besproken tijdens een bijeenkomst van KPMG Duitsland met het bestuur van Imtech Duitsland in juli 2012, die ook werd bijgewoond door de groepsaccountant en de groepscontroller. Een lid van het controleteam heeft in oktober 2018 schriftelijk verklaard dat hij de betaling destijds heeft opgenomen in de concept-tekst van het rapport op basis van een interview met de groepscontroller. Naar aanleiding van zijn bezoek aan Imtech Duitsland heeft de groepsaccountant in een notitie geschreven dat sprake was van een “cost-plus Vertrag met goede cash flow bepalingen”.
Gezien de duidelijk bepaalde doelstelling en reikwijdte van het Audit Update Report mochten de accountants afgaan op die bronnen en op de informatie die zij op dat moment hadden verkregen over (de vooruitbetaling voor) het pretparkproject. Omdat dit uitdrukkelijk overeen was gekomen, wist iedereen dat de accountants bij deze gegevens geen assurance verleenden en dat een en ander nader zouden worden onderzocht in het kader van de controle van de jaarrekening 2012.
Ad b Financiering aanbetaling
Dit klachtonderdeel is alleen ontvankelijk voor wat betreft de gedragingen tijdens de vergadering van de auditcommmissie op 30 juli 2012. De accountants hebben het conceptverslag van die vergadering ontvangen. Daarin staat onder meer dat:
- de nieuwe opdracht voor het pretparkproject in Polen “terzijde” aan de orde komt;
- Imtech hier hoofdaannemer wordt, zodat er geen risico voor betalingsonmacht c.q. -onwil van een hoofdaannemer wordt gelopen;
- het contract geen lump-sum is, maar cost-plus naar Pools recht;
- de opdrachtgever een Nederlander is;
- voor de bouw van de attracties een Nederlands bedrijf wordt ingeschakeld;
- het project tijdens de looptijd in vier tranches wordt voorgefinancierd;
- daarbij steeds een nieuwe vooruitbetaling binnenkomt als een fase voor 80 à 90 procent is gerealiseerd;
- de eerste vooruitbetaling van 150 miljoen euro (op basis van een wissel) in de halfjaarcijfers is verwerkt;
- het totale project ruim 600 miljoen kost;
- Imtech’s deel circa 270 miljoen waard is;
- over het restant een coördinatievergoeding wordt betaald.
Volgens de accountants hebben zij niet gehoord dat tijdens deze vergadering is gezegd dat de vooruitbetaling op basis van een wissel was verwerkt. De Accountantskamer vindt dit niet onaannemelijk, want:
- in het verslag wordt niet toegelicht wat bedoeld wordt met “terzijde”;
- het is niet duidelijk of alle aanwezigen bij dit overleg kennis hebben kunnen nemen van wat “terzijde” is besproken;
- de vermelding dat de vooruitbetaling is gedaan op basis van een wissel staat in het verslag tussen haakjes;
- dat is vreemd als dit expliciet was besproken;
- gezien de grootte van het bedrag en de ongebruikelijke manier van vooruitbetalen ligt het voor de hand dat hierover vragen zouden zijn gesteld als het expliciet was besproken;
- uit het verslag van de vergadering blijkt niet dat zulke vragen zijn gesteld;
- het enkele feit dat de accountants na ontvangst van het verslag niet hebben aangedrongen op correctie van de passage, maakt het op zichzelf nog niet aannemelijk dat een en ander expliciet is besproken in aanwezigheid van de accountants;
- op dat moment was de problematische verwerking van de wissel al voluit aan de orde.
Ad c Analistenrapport
Eind 2012 zijn er meerdere analistenrapporten verschenen met heel verschillende conclusies. De groepsaccountant heeft het analistenrapport van een grootbank kort na verschijning opgevraagd. Na ontvangst heeft hij het rapport nog dezelfde dag toegezonden aan de accountant van het groepsonderdeel Imtech Duitsland en de toenmalige OKB’er. Na een bezoek aan KPMG Duitsland schreef de accountant aan de accountant van Imtech Duitsland dat:
- zij het er vanwege de recente publiciteit over het analistenrapport van de grootbank over eens waren om meer aandacht te besteden aan de kasbalansen per einde jaar en aan ‘window dressing’-acties als crediteuren (te) laat betalen;
- tegen de component-auditors van onder meer Imtech Duitsland werd gezegd dat er een frauderisico kleefde aan de presentatie van het werkkapitaal ultimo 2012;
- de component-accountant adequaat actie moest ondernemen, omdat Imtech Duitsland onder significante druk stond om het werkkapitaal te verminderen;
- de accountant van Imtech Duitsland instructies van de groepsaccountant moest volgen bij het controleren vorderingen die meer dan een jaar oud waren.
Gezien deze acties heeft de groepsaccountant voldoende opvolging gegeven aan het analistenrapport van de bank. (Daarbij laat de Accountantskamer in het midden of een controlerend accountant altijd en direct in actie moet komen naar aanleiding van een rapport van externe analisten).
Ad d Teruggave ‘Fraudebrief’
De leden van de auditcommissie die aanwezig waren bij de vergadering in december 2012 hebben de brief van de groepsaccountant gelezen, voordat zij die teruggaven. Daarmee was het doel van de brief bereikt, namelijk de twijfels onder de aandacht brengen over de presentatie van de Poolse promissory note in de halfjaarcijfers. De stevige discussie naar aanleiding van de brief vormde op zichzelf genomen geen bedreiging voor de objectiviteit van de accountants. Er is geen sprake geweest van intimidatie. Voor zover de objectiviteit al werd bedreigd, is die bedreiging weggenomen door de instemming van de auditcommissie met de onderzoeksopdracht aan het andere kantoor.
Die onderzoeksopdracht vindt de Accountantskamer niet in strijd met de fraudebrief, waarin als eerste stap werd aanbevolen uit te zoeken of de wisselbrief terecht was gepresenteerd als kasequivalent. Het onderzoek door het andere kantoor moest hierover duidelijkheid geven. De accountants mochten de uitkomsten van dit onderzoek afwachten alvorens zelf te onderzoeken of hier sprake was van fraude.
Ad e Notulen deugen
Volgens de Accountantskamer is de gang van zaken tijdens bovengenoemde vergadering van de auditcommissie voldoende vastgelegd in het dossier van de controle van de jaarrekening 2012. Bij deze jaarrekening is medio juni 2013 een controleverklaring afgegeven, zodat er tot medio augustus de tijd was om dat dossier af te ronden. Uit de documentatie blijkt dat de accountants contact hebben opgenomen met het fraudepanel van KPMG en dat de kwestie in overleg met dit panel is afgewikkeld.
Hoewel in de notulen niets staat over de gang van zaken met de brief is daarin toch deugdelijk vastgelegd van wat tijdens de bijeenkomst is besproken. De accountants hoefden daarom niet te vragen om correctie van de notulen.
Ad f Aandringen op fraudeonderzoek
Uit de notulen van de vergadering van de auditcommissie en de verklaringen van de (groeps)accountant(s) blijkt niet dat zij al definitief hadden geconcludeerd dat geen sprake was van fraude en besloten hadden dat een fraudeonderzoek niet nodig was. Omdat de fraude in Polen enkele dagen na de vergadering van de auditcommissie bekend werd, hebben de accountants tijdens de controle uitgebreide onderzoeken naar fraude ingesteld. De Accountantskamer vindt het begrijpelijk dat de fraude in Polen al hun aandacht opeiste, omdat die verder en dieper reikte dan de onjuiste presentatie van de wissel. De curatoren hebben niet aannemelijk gemaakt dat de accountants de presentatie van de wissel verder hadden moeten (laten) onderzoeken. Zij hebben evenmin aannemelijk gemaakt dat de accountants er genoegen mee hebben genomen dat de raad van bestuur zei dat hierbij van opzet geen sprake was. De accountants hebben eind januari 2013 nog met het andere kantoor gesproken over de wisselkwestie.
OKB’er
Een OKB is geen beoordeling van de gehele controle, maar een objectieve evaluatie van de significante oordeelsvormingen en conclusies van het controleteam. De kwaliteitsbeoordeling is bedoeld om te zien of het oordeel van de externe accountant in de nog af te geven accountantsverklaring redelijk is. Omdat de OKB’er niet betrokken is bij de uitvoering van de wettelijke controle hoeft hij niet direct actie te ondernemen wanneer hij kennisneemt van situaties die zich voordoen in het kader van een nog niet afgeronde controle. Pas bij afronding van de controle hoefde hij te beoordelen of het oordeel van de externe accountant in de concept-controleverklaring redelijk was.
In de periode dat de OKB’er optrad als OKB’er voor de controle van de jaarrekening 2012 van Imtech heeft de externe accountant geen controleverklaring afgegeven bij deze jaarrekening. De situaties en gedragingen waarover deze klacht gaat, deden zich voor op het moment dat de controle nog niet was afgerond. De OKB’er hoefde niet toen al in actie te komen. Overigens heeft de OKB’er de uitvoering van de controle in deze periode wel nadrukkelijk gevolgd en de acties van de externe accountant beoordeeld.
Maatregelen
Geen.
Annotatie Lex van Almelo
Wie in de krant heeft gelezen dat Imtech failliet is gegaan aan een pretpark, waarvoor wel werd betaald, maar waar niets werd gebouwd, denkt allereerst aan fraude. En als curatoren er dan over klagen dat de accountant onvoldoende heeft gedaan met fraudesignalen ligt het gezien eerdere schandalen voor de hand om te verwachten dat de accountants en hun OKB’er hebben gefaald. Dan is het een fijne verrassing om te zien wat de accountants allemaal hebben gedaan om de fraudesignalen te adresseren, want dat levert een mooi voorbeeld op van hoe het wél moet. Daarbij moet in dit geval wel worden aangetekend dat het ging om halfjaarcijfers, waarover nadrukkelijk geen assurance werd gegeven. Hiervoor bestaat geen specifieke Standaard. Maar volgens het fundamentele beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid moet het rapport dan toch berusten op een deugdelijke grondslag.
De rode vlaggen in deze zaak zijn de aanbetaling van 147,6 miljoen euro in de vorm van een promissory note of wisselbrief, die in de (half)jaarcijfers wordt gepresenteerd als kasequivalent en een kritisch analistenrapport van een bank, die twijfelt aan de gestelde verhoging van het werkkapitaal. De groene vlaggen (voor de groepsaccountant) zijn dan:
- het analistenrapport opvragen;
- het analistenrapport opsturen naar de accountant van het desbetreffende groepsonderdeel;
- het analistenrapport opsturen naar de OKB’er;
- meer aandacht besteden aan de kasbalansen per einde jaar;
- meer aandacht besteden aan ‘window dressing’-acties als crediteuren (te) laat betalen;
- tegen de accountant van het desbetreffende groepsonderdeel zeggen dat hij adequaat actie moet ondernemen;
- de accountant van het groepsonderdeel instrueren om bepaalde posten beter te controleren;
- aanvullend onderzoek doen tijdens de jaarrekeningcontrole;
- contact opnemen met het fraudepanel van je kantoor;
- de signalen van mogelijke fraude bespreken met de auditcommissie en de raad van bestuur of bestuursleden;
- schriftelijk aandringen op nader onderzoek naar de vraag of het een vergissing is (geen fraude) of opzet (wel fraude);
- contact opnemen met degenen die de (mogelijke) fraude nader hebben onderzocht.
Op het punt van de fraude hebben de groepsaccountant en de engagement partner het bij de halfjaarcijfers van 2012 beter gedaan dan bij de controle van de jaarrekening 2011. Daarvoor werden beiden toen drie maanden respectievelijk één maand geschorst. Het positieve beeld van de groepsaccountant moet wel worden genuanceerd als het gaat om de controle van de jaarrekening 2012 (zie andere samenvatting). Daarbij zijn weliswaar veel klachten ongegrond verklaard, maar troffen de verwijten wel doel bij essentiële thema’s als de continuïteit en de (af)waardering van goodwill.