Geen regels voor klachtafhandeling door kantoor
Een accountant-administratieconsulent behandelt als directeur vaktechniek de klacht van een klant van het kantoor. Hij mocht daarbij een partijdig standpunt innemen en hoefde de verwijten niet integraal te onderzoeken.
Accountantskamer
- Zaaknummers:
- 20/710 Wtra AK
- Datum uitspraak:
- 21 augustus 2020
- Oordeel:
- ongegrond
- Maatregel:
- geen
- Status:
- bevestigd, CBb 19 december 2023, 20/852
- Vindplaats:
- ECLI:NL:TACAKN:2020:54, Samenvatting CBb-uitspraak
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
Een ondernemer wil de aandelen van twee bv’s overnemen en laat zich begeleiden door een Register Adviseur Bedrijfsopvolging die tevens Register Valuator is. Nadat de verkoper de onderhandelingen afbreekt, staakt de adviseur de begeleiding. De ondernemer stelt het accountantskantoor aansprakelijk voor de advocaatkosten van 4,5 ton en dient een klacht in bij de directeur vaktechniek accountancy van het kantoor, een accountant-administratieconsulent, omdat de adviseur:
- ondeskundig is;
- door het meesturen van een mailstring vertrouwelijke informatie met de verkoper heeft gedeeld;
- zijn werkzaamheden niet toetsbaar zijn omdat hij niets heeft vastgelegd in het dossier;
- de opdracht gemakzuchtig en onzorgvuldig heeft uitgevoerd;
- mogelijk niet ethisch heeft gehandeld door listig te voorkomen dat hij verantwoording moest afleggen.
Bovendien had het kantoor de opdracht van een volgende kandidaat-koper niet mogen aanvaarden dan wel direct moeten beëindigen. De klacht zal de opmaat zijn naar de schadevergoeding die de ondernemer wil claimen.
Naar aanleiding van de klacht spreekt de adviseur met twee vertegenwoordigers van de ondernemer, onder wie een accountant-administratieconsulent. De adviseur geeft toe dat het onzorgvuldig was om de mailstring mee te sturen. Hij had met de verkoper afspraken moeten maken over exclusiviteit en geheimhouding. Maar deze onzorgvuldigheid heeft niet de geclaimde schade van 452.522 euro veroorzaakt.
De ondernemer dient een klacht tegen de adviseur in bij de Raad van Tucht van het Nederlands Instituur voor Register Valuators. De tuchtrechter verklaart de klacht deels gegrond en waarschuwt de RV. In hoger beroep wordt deze waarschuwing vernietigd.
De ondernemer laat een bij hem werkzame accountant-administratieconsulent een klacht indienen bij de Accountantskamer tegen de directeur vaktechniek die de interne klacht behandelde.
Klacht
De klacht, die deels gericht is tegen het kantoor, bestaat uit 27 onderdelen en elf voorbeelden van een onzorgvuldige klachtafhandeling.
Oordeel
De klacht is op alle onderdelen ongegrond.
Maatstaf
De accountant is als klachtbehandelaar aan tuchtrecht onderworpen. De accountant was echter geen onafhankelijke klachtbehandelaar, maar werkte zelf bij het accountantskantoor van de adviseur. Zijn brieven naar aanleiding van de klacht zijn dan ook geen onderzoeksrapport, zoals de klager beweert, maar een partijdige reactie namens het kantoor op de aansprakelijkstelling.
In beginsel kan een civielrechtelijk standpunt alleen leiden tot een gegrond tuchtrechtelijk verwijt in bijzondere omstandigheden. Omdat de ondernemer het kantoor aansprakelijk had gesteld moest de klachtafhandelaar beoordelen of de adviseur toerekenbaar tekort was geschoten en daardoor schade heeft veroorzaakt. Een klacht slaagt dan alleen als de accountant bewust of verwijtbaar een onjuist of misleidend standpunt inneemt. De tuchtrechter grijpt daarom alleen in uitzonderlijke gevallen in. Verder is er geen specifiek nader voorschrift, standaard of handreiking van toepassing.
Kern
Een deel van de klacht valt af omdat die:
- is gericht tegen het kantoor in plaats van een individuele accountant;
- te laat is ingediend;
- is ingetrokken.
De rest van de klacht komt er in de kern op neer dat de klachtafhandelaar niet integer, niet objectief en niet vakbekwaam heeft gehandeld en onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de handelwijze van de adviseur en bewust ondeugdelijke, onjuiste, onvolledige of misleidende conclusies heeft getrokken.
De klachtbehandelaar heeft zijn onderzoek met name gericht op de vraag of het handelen van de adviseur kon hebben geleid tot de geclaimde schade. Die beperking is geoorloofd omdat tussen de klachtafhandelaar en de klager geen opdrachtrelatie bestond en zij over de scope van het onderzoek geen afspraken hadden gemaakt. De accountant hoefde dus:
- geen breed en diepgaand onderzoek te doen naar het handelen en nalaten van de adviseur;
- niet alle klachten integraal te beoordelen.
De klager voert te weinig feiten en argumenten aan om zijn verwijten te onderbouwen.
Elf voorbeelden
Zo onderbouwt de klager een deel van zijn klacht met elf voorbeelden. De klachtafhandelaar heeft:
- een rekenfout in een bod niet onderkend,
- gemaskeerd dat de adviseur bij dat bod onjuiste informatie heeft gegeven over het winstbegrip;
- onjuiste aannames gehanteerd bij het beoordelen van de transactieopzet van de adviseur;
- ten onrechte aangenomen dat de klager akkoord was met het tweede voorstel dat de adviseur had gestuurd aan de advocaat van de verkoper, omdat het akkoord was gebaseerd op een onjuiste voorstelling van zaken;
- een verkeerde voorstelling van zaken gegeven over de hervatting van de onderhandelingen;
- ten onrechte aangenomen dat een overeenkomst op hoofdlijnen was bereikt door de inzet van het accountantskantoor;
- ten onrechte aangenomen dat de verkoper vasthield aan de eigen waardebepaling van de aandelen en niet wilde praten over individuele posten;
- een verkeerde inschatting gemaakt van de noodzaak om schriftelijk afspraken te maken over exclusiviteit en geheimhouding;
- zonder nader onderzoek onjuiste aannames gedaan over de communicatie door het kantoor;
- ten onrechte aangenomen dat het sturen van de mailstring aan alle partijen geen gevolgen had voor de onderhandelingen;
- zonder onderzoek gesteld dat de verkoper onrechtmatig heeft gehandeld door het afbreken van de onderhandelingen.
Volgens de Accountantskamer heeft de klager deze voorbeelden onvoldoende onderbouwd en onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de klachtafhandelaar te kwader trouw was of anderszins tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. De klachtafhandelaar hoefde ook geen nader onderzoek te doen (zie voorbeeld 11) naar de eenzijdige beëindiging van de onderhandelingen door de verkoper.
Het staat vast dat de verkoper de onderhandelingen al had beëindigd en dat die pas werden hervat na tussenkomst van de advocaat van de klager. Het standpunt van de klachtafhandelaar dat het afbreken van de onderhandelingen niet onrechtmatig was, is dus geen bewust onjuist of misleidend standpunt.
Maatregel
Geen.
Annotatie Lex van Almelo
Een ondernemer laat zich bij de overname van aandelen begeleiden door een Register Adviseur Bedrijfsopvolging en Register Valuator van een accountantskantoor. De ondernemer en de verkoper worden het niet eens en de verkoper breekt de onderhandelingen af. Op aandringen van de advocaat van de ondernemer worden de onderhandelingen later heropend. Wat daarna gebeurt, wordt niet duidelijk uit de uitspraak. In ieder geval is de ondernemer niet tevreden met de uitkomst en hij wijt dat aan de ondeskundigheid van de begeleider. Bij de tuchtrechter van de begeleider vangt hij in hoger beroep bot. Daarna richt hij zijn pijlen op de directeur vaktechniek van het accountantskantoor, die de interne klacht afhandelde en daarbij alle aansprakelijkheid afwees.
Voor de afhandeling van klachten door een kantoor gelden de fundamentele beginselen, maar er zijn geen bijzondere voorschriften, standaarden of handreikingen voor. Als de klachtafhandelaar schriftelijk reageert op de klacht, dan is die reactie geen onderzoeksrapport van een onafhankelijk klachtafhandelaar, maar een partijdig standpunt namens het kantoor. Met zo’n standpunt is pas iets mis als de klachtafhandelaar bewust of verwijtbaar een verkeerde voorstelling van zaken geeft. De klager heeft niet kunnen aantonen dat dit het geval was.
De ondernemer heeft een schot hagel van 27 klachtonderdelen en elf voorbeelden van fout handelen laten afvuren door de accountant-administratieconsulent die bij hem in dienst is. Die accountant mag natuurlijk ook partijdig zijn, zolang hij de feiten niet verdraait. Maar hier lijkt het erop dat hij van alles probeert om een vakgenoot te raken. Als dan geen van de hagelkorrels doel treft, is dat mooi voor de aangeklaagde accountant, maar geeft dit te denken over de klagende accountant.