Tuchtrecht

Verzet tegen onbehandeld herzieningsverzoek niet ontvankelijk

Onder bijzondere omstandigheden kunnen alleen aangeklaagde accountants om herziening vragen als hun een maatregel is opgelegd. Dat zegt de Accountantskamer opnieuw, maar deze keer in een verzetsprocedure.

Accountantskamer

Zaaknummers:
19/1961, 19/1962 en 19/1963 Wtra AK
Datum uitspraak:
20 juli 2020
Oordeel:
niet-ontvankelijk
Maatregel:
nvt
Status:
bevestigd, CBb 3 mei 2002, 20/789
Vindplaats:
ECLI:NL:TACAKN:2020:45, ECLI:NL:CBB:2022:210

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Klagers kunnen niet vragen om herziening, zei de Accountantskamer in november vorig jaar tegen een ontslagen gemeentedirecteur, die ook bakzeil haalde met zijn derde klacht tegen drie forensisch accountants van KPMG. De voorzitter van de Accountantskamer verklaarde het verzoek van de klager – een jurist – daarom niet-ontvankelijk. De klager ging vervolgens in verzet. Daardoor verviel de uitspraak van de voorzitter en moesten vier leden van de Accountantskamer onder aanvoering van een andere voorzitter opnieuw beslissen over het verzoek.

Oordeel

Het verzoek is niet-ontvankelijk. Met (vrijwel) dezelfde argumenten als in november 2019 wimpelt de Accountantskamer ook dit verzoek af:

  • de Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) kent de mogelijkheid van herziening niet;
  • volgens het College van Beroep voor het bedrijfsleven kan alleen de aangeklaagde accountant vragen om herziening als de beginselen van een goede procesorde zijn geschonden en hem/haar een maatregel is opgelegd;
  • een beroep op het grondrecht op een eerlijk proces uit het EVRM slaagt niet, omdat dit grondrecht niet van toepassing is op het (Nederlandse accountants-)tuchtrecht;
  • een beroep op het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie slaagt ook niet, omdat deze grondrechten alleen gelden tegenover EU-instellingen.

Annotatie Lex van Almelo

Eéns moet er een punt achter een tuchtrechtprocedure worden gezet. Zeker nu klagers tien jaar de tijd hebben om een klacht in te dienen. Anders blijft een aangeklaagd accountant eeuwig bungelen. De wet kent daarom geen mogelijkheden om een definitieve uitspraak opnieuw ter discussie te stellen. Op één uitzondering na: de accountant kan op basis van de tuchtrechtspraak wél om herziening vragen. Maar dan moet hem of haar een maatregel zijn opgelegd na een rechtsgang waarin de beginselen van een behoorlijke procesorde zijn geschonden.

De voorzitter van de Accountantskamer zei dit vorig jaar al. Maar omdat de klager verzet aantekende tegen die uitspraak moest de kamer zich onder leiding van een andere voorzitter opnieuw over het verzoek buigen. Deze leden van de kamer zeggen hetzelfde als de voorzitter vorig jaar zei.

De klager kan hoger beroep aantekenen tegen deze uitspraak. Omdat hij geen rechtsmiddel onbenut laat, zal hij dit waarschijnlijk ook doen. De kans op succes lijkt mij nihil, omdat de Accountantskamer zich baseert op rechtspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.