Persoonsgericht facturenonderzoek KPMG deugde
KPMG heeft geen fouten gemaakt bij het onderzoek naar de facturen van een schnabbelende Rotterdamse ambtenaar.
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Zaaknummers:
- 18/999
- Datum uitspraak:
- 11 juni 2019
- Oordeel:
- hoger beroep ongegrond / klacht ongegrond
- Maatregel:
- geen
- Status:
- definitief
- Vindplaats:
- ECLI:NL:CBB:2019:228
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
De gemeente Rotterdam splitst in 2008 de functie van een ambtenaar van de dienst SoZaWe in een vaste aanstelling voor 13 uur per week en een tijdelijke aanstelling voor 27 uur per week. Beide functies lopen af per 1 januari 2012, waarna voor de vaste aanstelling een vervolg mogelijk is. De ambtenaar heeft hiernaast een eigen onderneming – Expertisz - die onder andere films maakt over vacatures.
In 2009 mag de ambtenaar 8 uur per week besteden aan de onderneming zonder dat de inkomsten daaruit worden verrekend. Vanaf 2010 wordt de tijdelijke aanstelling teruggebracht tot 19 uur “dan wel naar rato als de omvang en werktijden wijzigen”. De reis- en autokostenvergoeding zal worden aangepast aan de arbeidsduur. De ambtenaar mag met Expertisz geen klussen doen voor de gemeente en het samenwerkingsverband van de sociale diensten van de vier grote gemeenten.
Expertisz declareert via tussenstations bedragen bij SoZaWe en Divosa (de Vereniging van gemeentelijke directeuren in het sociaal domein). Soms direct op instructie van de ambtenaar, die de declaraties goedkeurt als budgethouder van een programmabureau en jeugdwerkloosheidsproject.
De SoZaWe-directie (tegenwoordig: Cluster Werk en Inkomen) draagt KPMG Advisory op de declaraties te onderzoeken. De accountants stellen vast dat de tussenstations in 2010 en 2011 8,5 ton hebben gedeclareerd bij SoZaWe en Divosa, waarvoor de bedrijven volgens KPMG “geen gebleken prestatie” hebben geleverd. De facturen komen ten laste van de budgetten waarvan de ambtenaar budgethouder was. Een bedrag van 37.605 euro is twee keer betaald op basis van verschillende facturen. De SoZaWe-directeur van de gemeente, de baas van de ambtenaar, had geen weet van de declaraties.
De accountants schrijven verder in hun rapport onder meer dat:
- de ambtenaar/ondernemer transparant had moeten zijn over de declaraties;
- dus direct aan de gemeente en Divosa had moeten declareren (voor zover er prestaties waren geleverd);
- Expertisz nog meer heeft gedeclareerd, maar bij die facturen hooguit onduidelijk is wat daarvoor is geleverd.
De ambtenaar wordt ontslagen. Het Gerechtshof Den Haag bepaalt in 2017 onder meer dat Expertisz en de persoonlijke holding van de ontslagen ambtenaar (Workfair) de gemeente Rotterdam maximaal 746.373,95 euro moeten betalen. De ontslagen ambtenaar heeft dan al een klacht tegen de accountants ingediend, die de Accountantskamer in april 2018 ongegrond verklaart. De ontslagen ambtenaar gaat in hoger beroep.
Hoger-beroepsgronden
De Accountantskamer heeft ten onrechte:
- niet vermeld dat de ambtenaar tekeningsbevoegd was;
- gezegd dat de ambtenaar de facturen goedkeurde;
- gezegd dat de ambtenaar geen prestaties leverde voor bepaalde facturen;
- een verband gelegd met het feit dat de ambtenaar lid was van het AKO-kernteam van Divosa;
- genegeerd dat de ambtenaar subsidie heeft ontvangen als AKO-kernteamlid van Divosa, als budgethouder niet kon beschikken over dat geld en dat hij als aanvrager bevoegd was de facturen en uitgaven te accorderen;
- diverse feitelijke gegevens genegeerd;
- diverse relevante feiten over de AKO-subsidie genegeerd;
- onvoldoende zijn oordeel gemotiveerd, dat er een deugdelijke grondslag was voor de conclusie dat de ambtenaar geen prestaties leverde voor bepaalde facturen;
- genegeerd dat het onderzoek van KPMG ondeugdelijk en op tientallen punten onvolledig was;
- genegeerd dat de onderzoekers geen conclusies hebben verbonden aan het commentaar dat de ambtenaar leverde op vijf zaken;
- de kritiek genegeerd dat het rapport geen voorbehouden of beperkingen bevatte.
Oordeel
Het hoger beroep is ongegrond.
Ad 1 Tekeningsbevoegdheid
KPMG heeft over de kostenplaatsen SZ2201 en SZ6605 inderdaad gerapporteerd dat de ambtenaar tot januari 2011 formeel tekeningsbevoegd was en de Accountantskamer heeft dit niet vermeld in de bestreden uitspraak. Als dit al moet worden gezien als een omissie van de Accountantskamer had de kamer uit dit formele feit geen andere conclusie hoeven trekken. Uit het rapport blijkt voldoende overtuigend dat de ambtenaar de facturen is blijven goedkeuren en ten laste van de gemeentebudgetten is blijven brengen toen hij niet tekeningsbevoegd meer was.
Ad 2 Goedkeuring facturen
De ambtenaar heeft de facturen, die KPMG classificeert als “geen gebleken prestatie geleverd”, voor akkoord getekend ofwel via e-mail gefiatteerd. Dat de ambtenaar de facturen toen bij gebrek aan formele bevoegdheid niet kon accorderen, doet geen afbreuk aan de juistheid van de feitelijke gang van zaken, die de accountants hebben beschreven op basis van onder meer verklaringen van betrokken personen.
Ad 3 Herhaling
De ontslagen ambtenaar herhaalt hier slechts wat hij naar voren heeft gebracht onder punt 1 en 2. Het college verwijst naar wat het daar heeft gezegd.
Ad 4 Kernteamlidmaatschap
In de betrokken periode was de ambtenaar AKO-kernteamlid bij Divosa. Duidelijk is dat hij op grond van zijn aanstelling als ambtenaar lid is geworden van dit kernteam. Dat hij al lid was van het kernteam vóór zijn aanstelling als programmadirecteur maakt dit niet anders.
Ad 5 Persoonlijke subsidie
De Accountantskamer heeft geconstateerd dat de ambtenaar vanwege zijn functie als ambtenaar AKO-kernteamlid bij Divosa was en in die hoedanigheid een subsidieaanvraag heeft gedaan voor het Programmamanagement Ketensamenwerking G4-G5 onder het zogenaamde AKO-budget. Voor zover dit betekent dat hij de subsidieaanvraag heeft gedaan als AKO-kernteamlid stemt die lezing overeen met het rapport, waarin staat dat de onderzochte ambtenaar in reactie op de conceptbevindingen liet weten dat het subsidiebedrag aan het kernteamlid ter beschikking werd gesteld als één ongedeeld budget.
In de subsidieaanvraag van januari 2009 staat dat de ambtenaar de aanvraag heeft ingediend “T.b.v. de Directies van de G4, en het Werkbedrijf i.o.” en namens het Programma-management Ketensamenwerking G4-G5 in zijn functie van SoZaWe-ambtenaar. De aanvraag vermeldt dat de ambtenaar de aanvraag met die functienaam heeft goedgekeurd als de ‘creditcardhouder’. Dat in het overzicht van de AKO-aanvragen het persoonlijke e-mailadres van de ambtenaar staat, betekent nog niet dat het toegekende budget aan hem persoonlijk ter beschikking zou zijn gesteld in plaats van aan hem als AKO-kernteamlid of SoZaWe-ambtenaar.
Het college vindt het volstrekt onaannemelijk dat dit het geval is geweest en dat de ambtenaar bevoegd was de uitgaven of facturen van hem of van zijn onderneming te accorderen. In het zogenoemde ‘AO-document’ was geregeld dat de ambtenaar als zodanig verplichtingen mocht aangaan en facturen mocht goedkeuren ten laste van het project Ketensamenwerking, met uitzondering van zijn eigen uitgaven.
Ad 6 Diverse feiten
Ondanks zijn zeer uitvoerige toelichting heeft de ontslagen ambtenaar niet inzichtelijk gemaakt waarom de genoemde feiten en omstandigheden relevant zijn om te beoordelen of het rapport onjuist of anderszins onzorgvuldig tot stand is gekomen.
Ad 7 Relevante feiten AKO-subsidie
Het college heeft hierboven onder punt 1 respectievelijk 5 al gezegd dat:
- het feit dat appellant vanaf 1 januari 2011 formeel geen budgethouder meer was geen afbreuk doet aan de geconstateerde feitelijke gang van zaken;
- het volstrekt onaannemelijk is dat het AKO-budget een budget was dat aan de ambtenaar persoonlijk toekwam en waarover hij vrij mocht beschikken.
Volgens de ontslagen ambtenaar was het wijzigen van de bestemming van gelden, het gebruik van tussenstations en het inschakelen van zijn vennootschap steeds transparant voor alle betrokkenen. Uit het KPMG-onderzoek komt echter naar voren dat de budgettair (mede)verantwoordelijken bij Divosa en de gemeente Rotterdam hebben gezegd dat zij er niet van op de hoogte waren.
De notulen van de actieve werkgroepvergaderingen, die de ambtenaar in hoger beroep overlegt om dit bewijzen, wijken juist op dit punt af van de notulen waarover de onderzoekers beschikten en roepen vragen op. Hoe het ook zij - tijdens het onderzoek hadden de onderzoekers deze (versie van de) werkgroepnotulen niet. Uit de informatie die zij wel hadden bleek niet dat de gang van zaken transparant was. De onderzoekers hadden geen aanleiding nader onderzoek te doen op dit punt.
Ad 8 Facturen zonder prestaties
Zie punt 2. Als de ambtenaar meent dat hij bij Divosa geen budgethouder was, vergeet hij dat hij bevoegd was facturen goed te keuren die ten laste van het AKO-budget werden gebracht, met uitzondering van de uitgaven die hem zelf betroffen.
Hier gaat het echter om facturen aan Divosa die in schijn afkomstig waren van derden. Dat het AO-document niet van toepassing was op deze ambtenaar slaat nergens op, omdat dit document juist is geschreven vanwege zijn aanstelling als programmadirecteur voor het toekennen en toedelen van het AKO-budget. In het document staat hoe offertes en facturen ten laste van het AKO-budget kunnen worden gebracht en welke bevoegdheden de ambtenaar hierbij heeft. Dat het AO-document hem nooit is toegestuurd, zoals de ambtenaar beweert, wordt weerlegd door het e-mailbericht van de controller van Divosa.
Verder heeft de Accountantskamer terecht gezegd dat KPMG geen nader onderzoek had hoeven doen naar aanleiding van de verklaring dat er eind 2010 128 vacaturefilms waren gemaakt en dat de ambtenaar op verzoek van de regio het project had overgenomen, maar daarvoor werkzaamheden heeft gedaan.
Ad 9 Ondeugdelijk onderzoek
De Accountantskamer heeft ervoor gekozen vijf klachtonderdelen gezamenlijk te bespreken aan de hand van de specifieke verwijten die ambtenaar als toelichting gaf op die klachtonderdelen. De klachtonderdelen bestaan zodoende uit de specifieke verwijten die de Accountantskamer heeft genoemd. Het college is het eens met deze aanpak. De feiten die de ontslagen ambtenaar hier aanvoert en de stukken die hij overlegt, horen bij een betoog dat hierboven al is verworpen.
Ad 10 Commentaar weggewuifd
In het kader van een persoonsgericht onderzoek betekent het beginsel van wederhoor dat de accountant de onderzochte persoon laat kennisnemen van en reageren op de bevindingen van het onderzoek, vóórdat die bevindingen worden gepresenteerd aan de opdrachtgever. Dit betekent echter niet dat de accountant op alles moet ingaan wat de onderzochte persoon naar voren brengt.
In hun verweer bij de Accountantskamer hebben de accountants terecht naar voren gebracht dat zij:
- het conceptrapport hebben voorgelegd aan de ambtenaar;
- de uitgebreide reactie, die zij ontvingen via de advocaat van de ambtenaar, daadwerkelijk hebben meegenomen en beoordeeld;
- de stellingen van de ambtenaar hebben onderzocht en afgezet tegen hun bevindingen, het beschikbare bewijs en de stukken die de ambtenaar overlegde en noemde;
- de relevante opmerkingen in het rapport hebben opgenomen bij het desbetreffende onderwerp;
- concludeerden dat een gedeelte van de stellingen niet aansloot bij het beschikbare bewijs en ook niet bleken uit de stukken waarnaar appellant zelf verwees;
- een expliciete en gedetailleerde reactie op het commentaar van de advocaat van de ambtenaar hebben opgenomen in hoofdstuk 9.2 van het rapport;
- volledigheidshalve de integrale wederhoorreactie als bijlage bij het rapport hebben gevoegd.
Wat de vijf stellingen betreft die de ontslagen ambtenaar nu aandraagt, hebben de accountants in het rapport en in hun verweer uitgebreid gemotiveerd waarom zij die niet onderschrijven. Het college vindt daarom dat de accountants voldoende wederhoor hebben toegepast en voldoende aandacht hebben besteed aan het commentaar van de ambtenaar.
Ad 11 Voorbehouden en beperkingen
Op de zitting bij de Accountantskamer heeft de klager gezegd dat de accountants een voorbehoud hadden moeten maken vanwege de tekortkomingen die de klager signaleert in de eerste vijf klachtonderdelen. Dit komt er volgens het college op neer dat de accountants hadden moeten waarschuwen dat de rapportage ondeugdelijk was en die eis is onredelijk.
Maatregel
Geen.
Annotatie Lex van Almelo
De uitspraak bevat geen nieuws en wordt vooral samengevat om te laten zien dat forensisch accountants wel degelijk goed werk kunnen afleveren in het spanningsveld waarin persoonsgerichte onderzoeken moeten worden uitgevoerd. De klager, die als ambtenaar mocht bijbeunen maar declareerde met een vork, heeft in hoger beroep opnieuw een schot hagel afgevuurd dat geen doel trof. Als hij een goede adviseur in de arm had genomen, had dit de accountants en de rechters een hoop tijd en geld kunnen besparen. De klager zelf had tijd genoeg en kon de 70 euro voor de klachtprocedure bij de Accountantskamer en de 259 euro voor het hoger beroep kennelijk nog opbrengen na zijn faillissement.
Om de kwaliteit van de beroepsuitoefening te kunnen bevorderen, moet de tuchtrechtspraak laagdrempelig zijn voor klagers. Maar voor accountants valt niet veel te leren van deze zaak.
*) De namen van de betrokken gemeente en bedrijven en van het accountantskantoor staan in de vonnissen dan wel het arrest van het gerechtshof en worden hier genoemd voor een beter begrip.