Tuchtrecht

Omzeilen salarisvoorschriften oneerlijk en niet oprecht

Een registeraccountant werkt als consultant voor een ziekenhuis en komt daarna op de loonlijst als directeur. In strijd met de salarisvoorschriften declareert hij maandelijks 7500 euro. Bovenop zijn salaris.

Accountantskamer

Zaaknummers:
18/978 Wtra AK
Datum uitspraak:
29 mei 2019
Oordeel:
deels gegrond
Maatregel:
berisping
Status:
deels vernietigd, CBb 16 november 2021, 19/833 en 19/987
Vindplaats:
ECLI:NL:TACAKN:2019:37, Samenvatting CBb-uitspraak

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Het hoofd Algemene Zaken van een ziekenhuis stuurt in maart 2014 een brief aan de voorzitter van het bestuur over frauduleuze betalingen die het ziekenhuis zou hebben gedaan. Het bestuur vraagt het hoofd om financiële informatie en zegt toe dat haar rechtspositie niet in gevaar zal komen. Het hoofd stuurt vervolgens overzichten van financiële transacties, die zijn gedaan van 2011 tot en met 2014.

De bestuursvoorzitter geeft een registeraccountant RE eind 2014 de opdracht de inkomende en uitgaande financiële stromen van de stichting te onderzoeken over 2011 tot en met 2014. Het doel van het toedrachtsonderzoek is vast te stellen in hoeverre de regels inzake inkoop, voorschotverlening, declaraties en het aangaan van leningen correct zijn nageleefd en geoorloofd dan wel rechtmatig is gehandeld. De onderzoeker moet nadrukkelijk ook rapporteren over de ‘ongeregeldheden’ en het toezicht door het stichtingsbestuur.

De personen die worden genoemd in het rapport zullen kennis mogen nemen van de delen van het conceptrapport die voor hen relevant zijn, met het verzoek aan te geven in hoeverre de vermelde feiten en omstandigheden juist en volledig zijn. De wederhoorprocedure en de inhoudelijke reacties zullen worden opgenomen in een bijlage. Het rapport mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het stichtingsbestuur niet ter beschikking worden gesteld aan derden, in welke vorm dan ook. Tenzij de wet of de rechter dat voorschrijft. Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming mag niet uit het rapport worden geciteerd.

De bestuursvoorzitter vraagt de registeraccountant om aanvullend de volgende punten te onderzoeken:

  • de administratie, financiële afwikkeling en verslaglegging van diensten die in het algemeen en in het bijzonder “des zaterdags” in de operatiekamer worden verleend;
  • de administratie, financiële afwikkeling en verslaglegging van het gebruik van bloed en bloedproducten bij verrichtingen in de operatiekamer, met name op de zaterdag, en de levering/verstrekking aan andere instellingen;
  • de financiële lasten en inkomstenderving voor het ziekenhuis van het verwijzen naar externe laboratoria van laboratoriumonderzoeken die het interne lab even zo goed had kunnen doen tegen lagere kosten;
  • het oneigenlijk laboratoriumonderzoek doen door laboratoriummedewerkers, die daarvoor als privé-ondernemer aparte vergoeding vragen;
  • het doen van privébankzaken tijdens werktijd in het ziekenhuis.

In augustus 2015 interviewt de onderzoeker het hoofd Algemene Zaken. Zij krijgt later het deel van het conceptrapport over haarzelf voorgelegd voor commentaar. In november 2016 presenteert de onderzoeker de belangrijkste onderzoeksbevindingen aan het bestuur, het hoofd en andere medewerkers van het ziekenhuis. De bestuursvoorzitter en een waarnemend algemeen directeur geven de registeraccountant de opdracht om bestuur en directie te helpen bij het opstellen van een directiereglement. De waarnemend directeur wordt ontheven uit zijn functie en per 1 juni 2017 ontslagen.

De onderzoeker is per 1 december 2016 benoemd tot algemeen directeur. Hij ontvangt daarvoor een maandelijks salaris en declareert tot september 2018 ook nog elke maand 7500 euro voor consultancywerkzaamheden. De accountant stuurt als algemeen directeur het hoofd Algemene Zaken in april 2018 naar huis, in afwachting van een overplaatsing. Het hoofd dient een klacht tegen de accountant in bij de Accountantskamer.

Klacht

De accountant:

  1. is voor het onderzoek benaderd door de (interim) algemeen directeur, terwijl zij elkaar kenden, waardoor een risico van ongepaste beïnvloeding bestond;
  2. heeft meerdere opdrachten tegelijk uitgevoerd, waaronder opdrachten die hij kreeg van de algemeen directeur, die mede onderwerp was van onderzoek;
  3. heeft in de opdrachtbevestiging een onjuiste voorstelling van de werkelijkheid gegeven over het toedrachtsonderzoek;
  4. heeft het concepteindrapport van zijn toedrachtsonderzoek niet voor wederhoor voorgelegd aan het hoofd Algemene Zaken, terwijl hij dat had toegezegd;
  5. heeft bij de presentatie van de onderzoeksbevindingen conclusies getrokken en het hoofd in een kwaad daglicht gesteld;
  6. heeft zich verscholen achter zijn opdrachtbevestiging en een lopend schandaal met luiertassen niet betrokken bij zijn toedrachtsonderzoek;
  7. heeft niet alle gerapporteerde onregelmatigheden bij zijn toedrachtsonderzoek betrokken;
  8. was niet objectief en onafhankelijk omdat hij de algemeen directeur kende en die hem heeft benaderd voor het onderzoek terwijl deze tevens subject van het onderzoek was;
  9. heeft geen waarborg getroffen tegen de bedreiging voor zijn objectiviteit en onafhankelijkheid als gevolg van eigenbelang;
  10. heeft geen waarborg getroffen tegen de bedreiging voor zijn objectiviteit en onafhankelijkheid als gevolg van financieel eigenbelang;
  11. heeft tegenstrijdig verklaringen afgelegd over zijn opdracht.

Oordeel

Klachtonderdeel 10 is gegrond, de rest van de klacht is ongegrond.

Wettelijke bepalingen

De klacht is ontvankelijk, ook al ontbreken in het klaagschrift de wettelijke bepalingen die de accountant zou hebben overtreden. Een klager hoeft die niet per se te vermelden.

Ad 3, 6, 7, 8, en 11 Ontbrekende informatie

Een aangeklaagd accountant moet ondanks zijn geheimhoudingsplicht meewerken aan het onderzoek door de tuchtrechter. Hij hoeft in die procedure niet alle informatie en stukken in te brengen. Maar als de klager/klaagster het verwijt voldoende onderbouwt en dat verwijt niet op voorhand onaannemelijk is, moet de accountant met de billen bloot. Als hij onvoldoende meewerkt, kan de Accountantskamer daaraan gevolgen verbinden.

De verwijten over de opdrachtbevestiging en de delen van het rapport die de klaagster níet heeft ontvangen, zijn onvoldoende onderbouwd. Zij veronderstelt dat de accountant bewust twee wel gerapporteerde onregelmatigheden niet heeft betrokken bij zijn onderzoek en die pas heeft gesignaleerd toen hij algemeen directeur was. Vanwege de gebrekkige onderbouwing en het verweer van de accountant is deze niet verplicht het vertrouwelijke rapport over te leggen.

Ad 1, 2, 3, 8, en 9 Objectiviteit

Onafhankelijkheid is een aspect van objectiviteit en is vereist bij de uitvoering van een assurance-opdracht. Daarvan is in casu geen sprake. Ook heeft het hoofd niet aannemelijk gemaakt dat de accountant zich ongepast heeft laten beïnvloeden bij het uitvoeren van meerdere opdrachten tegelijk voor verschillende opdrachtgevers, te weten de bestuursvoorzitter en de algemeen directeur. Als zijn objectiviteit al werd bedreigd, heeft hij die afdoende gewaarborgd door de opdrachten wekelijks te bespreken met de twee opdrachtgevers.

Ad 4 Wederhoor

De accountant heeft zich inderdaad niet gehouden aan zijn toezegging om het deel van het conceptrapport over haar beweringen voor te leggen voor een reactie. In zoverre is het verwijt terecht. Maar bij gebrek aan een toelichting heeft de klaagster niet aangetoond dat het gebrek aan wederhoor de deugdelijke grondslag van het rapport heeft aangetast. De omissie is daarom tuchtrechtelijk onvoldoende relevant en dit klachtonderdeel ongegrond.

Ad 5 Kwaad daglicht

Volgens de klaagster heeft de accountant bij de presentatie gezegd dat:

  • het hoofd de klokkenluider was;
  • het hoofd financiële zaken en het ziekenhuis ruzie hadden en niet goed samenwerkten;
  • het toedrachtsonderzoek uitwees dat vermoedens van onregelmatigheden ongegrond waren;
  • het lekken van informatie door het hoofd financiële zaken reden voor haar ontslag zou zijn;
  • er een tuchtklacht ingediend kon worden “bij ieders ontevredenheid met het resultaat van het toedrachtsonderzoek”.

Later zou de accountant de klaagster, in zijn rol als algemeen directeur, meermaals hebben uitgedaagd om naar de tuchtrechter te stappen. De accountant heeft deze beschuldiging echter met klem bestreden. Op de zitting heeft hij ook gezegd dat het een leugen is dat de algemeen directeur vrijuit is gegaan op de punten die de klaagster in haar melding heeft aangedragen.

Ad 6 Babyluiertassen

Volgens de klaagster heeft de accountant in zijn toedrachtsonderzoek ten onrechte geen aandacht besteed aan een schandaal rond babyluiertassen in 2015 en 2016, terwijl hij toen als consultant in 2015 en 2016 werkzaamheden verrichtte in het kader van zijn onderzoek. De opdracht van de accountant betrof de periode tot en met 2014 en niet de jaren 2015 en 2016. Het vermeende ‘schandaal’ viel dus buiten de opdracht.

Ad 10 Declaraties niet integer

Behalve zijn maandloon als directeur van het hospitaal declareerde de accountant elke maand 7500 euro ten laste van het ziekenhuis voor consultancywerkzaamheden. Die werkzaamheden behoorden gewoon tot zijn functie als directeur en dat financieel belang bedreigde volgens de klaagster zijn objectiviteit.

De accountant heeft op de zitting gezegd dat hij het directeurssalaris had besproken met de minister van Volksgezondheid en was overeengekomen dat hij in aanvulling daarop een vaste maandelijkse vergoeding zou krijgen, die niet gerelateerd was aan specifieke consultancywerkzaamheden. Die constructie heeft de minister voorgesteld, omdat de bewindsvrouw een hoger dan gebruikelijk salaris politiek gezien niet kon verantwoorden. Achteraf gezien was het volgens de accountant beter geweest als hij de functie van directeur had waargenomen als consultant.

Volgens de Accountantskamer wijst deze handelwijze erop dat de accountant voor zijn directeurschap de facto een hoger salaris ontving en accepteerde dan de salarisvoorschriften toelieten. Dat is niet eerlijk en niet oprecht en dus in strijd met het fundamentele beginsel van integriteit.

Maatregel

Berisping. De accountant heeft voor eigen gewin meegewerkt aan het omzeilen van de geldende salarisvoorschriften. Daardoor heeft hij niet eerlijk zaken gedaan, de waarheid geweld aangedaan en in strijd gehandeld met het fundamentele beginsel van integriteit.

Annotatie Lex van Almelo

De accountant was kennelijk zo goed dat hij als consultant meer kon declareren dan hij later als directeur met een dienstverband aan salaris ontving. Naar zijn zeggen mocht hij van de minister zijn salaris aanvullen door declaraties te sturen voor werkzaamheden die bij zijn directeursbaan hoorden. Een hoger salaris dan gebruikelijk kon de minister politiek niet verkopen. Dus dan maar 7500 euro per maand extra factureren.

Volgens de Accountantskamer is het omzeilen van de salarisvoorschriften niet integer. De klacht was overigens dat het financiële belang bij dit dubbele inkomen een bedreiging voor de objectiviteit zou zijn. De tuchtrechter buigt dit verwijt dus om naar het integriteitsbeginsel. (Een klager hoeft zonder professionele bijstand ook niet per se de wettelijke bepalingen te noemen die de accountant heeft overtreden.) Over integriteit gesproken: hoe eerlijk en oprecht is het om de minister te betichten van een politiek onverkoopbaar voorstel?  Hierover werd niet geklaagd. Maar populair zal deze accountant zich ermee niet hebben gemaakt in Den Haag.

De klaagster was hoofd Algemene Zaken van een ziekenhuis. Zij schreef het bestuur van het ziekenhuis over schaduwpraktijken in en rond de operatiekamer die zich met name op zaterdag zouden voordoen. Bovengenoemd accountant deed, voordat hij werd benoemd tot algemeen directeur, in opdracht van de raad van bestuur een toedrachtsonderzoek naar de vermeende onregelmatigheden. Hij vond er geen bewijzen voor.

Vervolgens keerde de melding zich tegen de ‘klokkenluidster’, die uit haar functie is ontheven in afwachting van haar overplaatsing. Haar melding zou geen rechtspositionele gevolgen hebben, had de bestuursvoorzitter toegezegd. Als zij inderdaad alleen wordt overgeplaatst met hetzelfde salaris, komt de bestuursvoorzitter zijn belofte na. Maar als zij ontslagen wordt of gedemoveerd niet.

Hoe de vork precies aan de steel zit, maakt de uitspraak niet duidelijk. Volgens de klaagster zou het lekken van informatie door het hoofd financiële zaken reden voor haar ontslag zijn. Is zij dus toch ontslagen? Of is het hoofd financiële zaken een ander directielid? Maar waarom is het dan relevant om in de uitspraak te melden dat het financiële hoofd ruzie had met het ziekenhuis? Die vermelding zou logisch zijn als de klokkenluidster ruzie had met de directie; dat zou namelijk betekenen dat haar motieven voor de melding niet zuiver waren en zij dus ook geen echte klokkenluider is. Als de motieven echter wel zuiver waren, zou de accountant in zijn rol van algemeen directeur het ontslag niet mogen uitvoeren, dunkt mij. Vanwege de wettelijke klokkenluidersbescherming en vanwege de toezegging van de bestuursvoorzitter.

Met zijn eigen toezegging, dat de klokkenluidster de relevante delen van het conceptrapport mocht becommentariëren, nam de accountant het overigens niet zo nauw. Omdat het gebrek aan wederhoor hier niet ten koste ging van de deugdelijke grondslag is dit gebrek aan wederhoor volgens de Accountantskamer tuchtrechtelijk niet relevant. Kennelijk vindt het tuchtrechter het ook niet tuchtrechtelijk relevant dat de accountant zijn toezegging van wederhoor niet is nagekomen. Sinds wanneer hoeft een accountant zijn woord niet meer te houden?

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.