Definitie onderzochte kosten niet duidelijk
Voor het vaststellen van de alimentatie onderzoekt een accountant-administratieconsulent de uitgaven van een vrouw. Hij is echter niet duidelijk over wat hij verstaat onder de 'kosten voor de huishouding'.
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Zaaknummers:
- 18/1117
- Datum uitspraak:
- 25 juni 2019
- Oordeel:
- hoger beroep deels gegrond / klacht deels gegrond
- Maatregel:
- waarschuwing i.p.v. berisping
- Status:
- definitief
- Vindplaats:
- ECLI:NL:CBB:2019:249
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
Ten behoeve van haar echtscheidingsprocedure vraagt een vrouw aan een accountant om op basis van de afschrijvingen van haar bankrekening aan te geven of de opgave van haar huishoudkosten juist is. In oktober 2015 schrijft de accountant dat hij is nagegaan of de opgave van de privé-uitgaven van 1 mei 2012 tot en met 30 april 2013 in overeenstemming is met de mutaties op haar bankrekening. Die afschrijvingen bedragen in die periode in totaal 93.810 euro. Daarin zitten ook de uitgaven van haar zoon, aldus de accountant.
Op grond van de dagafschriften die de vrouw heeft verstrekt, is de accountant niet gebleken dat er bedragen zijn afgeschreven die géén betrekking hebben op de kosten van haar huishouding. De vrouw gebruikt deze mededeling (hierna ‘mededeling 2015’) later om haar uitgavenpatroon te onderbouwen in diverse gerechtelijke procedures, zoals die over de hoogte van haar alimentatie.
De accountant komt ook met een mededeling over de bijschrijvingen in dezelfde periode. Op basis van de verstrekte bankafschriften stelt hij vast dat er in die periode in totaal 124.617 euro is bijgeschreven op de bankrekening van de vrouw.
In augustus 2017 wijst de ex-man de accountant erop dat de vrouw in februari 2013 een waarborgsom van 20.750 euro heeft overgemaakt naar een notariskantoor. Anderhalve maand later schreef hetzelfde notariskantoor 80.155,58 bij op de bankrekening van de vrouw. Volgens de eigen accountant van de man behoort een waarborgsom voor de aankoop van een pand niet tot de normale kosten van een huishouding. Zeker niet als binnen twee maanden een viervoud van dat bedrag wordt teruggestort.
De accountant van de vrouw stuurt in 2017 een nieuwe mededeling aan de vrouw. Daarin schrijft hij dat mededeling 2015 is vervallen, vermeldt hij de afschrijving van 20.750 euro en stelt hij dat uit de notarisafrekening blijkt dat de totale waarborgsom voor de aankoop van de echtelijke woning 75.500 euro bedroeg, waarvan de ex-man vijftig mille heeft betaald.
In de nieuwe mededeling schrijft de accountant verder dat:
- de vrouw een afschrift heeft verstrekt van een factuur van 42.999,99 euro wegens de aanschaf van een Audi Q5;
- de vrouw een afschrift heeft verstrekt van een factuur van 2314,50 euro voor een gevolgde opleiding;
- deze facturen zijn betaald via de bankrekening haar ex-echtgenoot;
- de vrouw heeft aangegeven dat deze uitgaven ad 45.314,49 euro ook behoren tot de uitgaven van haar huishouding.
Ondertussen heeft de rechtbank in 2016 al over mededeling 2015 gezegd dat:
- “er geen aanleiding is te twijfelen aan de juistheid van de accountantsverklaring die door de vrouw is ingediend”;
- de accountantsverklaring daarom “voldoende representatief” is voor de uitgaven die de vrouw heeft gedaan ten behoeve van het gezin.
De man dient een klacht in tegen de accountant. De Accountantskamer verklaart de klacht deels gegrond en legt een berisping op. De accountant gaat in hoger beroep.
Hoger-beroepsgronden
De Accountantskamer heeft ten onrechte:
- gezegd dat de accountant tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld, omdat de accountantsmededeling 2015 niet onjuist was; onder het wettelijke begrip ‘kosten van de huishouding’ vallen namelijk ook de bedragen die betaald zijn voor de huisvesting tijdens de huwelijksgemeenschap;
- gezegd dat de accountant het integriteitsbeginsel heeft geschonden door de mededeling 2017 uitsluitend te verstrekken aan zijn opdrachtgeefster;
- een berisping opgelegd.
Oordeel
Het hoger beroep is deels gegrond.
Ad 1 Huishoudingskosten
Voordat de accountant met zijn mededeling 2015 kwam, wist hij dat zijn opdrachtgeefster was verwikkeld in een echtscheidingsprocedure en dat zij de accountantsmededeling wilde gebruiken voor de vaststelling van de alimentatie. De accountant had zich er onder deze omstandigheden van moeten vergewissen dat de mededeling een deugdelijke grondslag had.
Het college vindt net als de Accountantskamer dat de accountant duidelijk had moeten maken wat hij verstond onder ‘kosten van de huishouding’, zodat zijn werkwijze (voor de rechter) inzichtelijk en toetsbaar was geweest. Hij had in ieder geval moeten uitleggen dat in de ‘kosten van de huishouding’ ook het bedrag van de ‘waarborgsom’ was begrepen, die bedoeld was voor de aankoop van de echtelijke woning en die de notaris had teruggestort op de rekening van de vrouw. Door dit na te laten heeft de accountant in strijd gehandeld met het beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid.
Ook in de mededeling 2017 was het niet helemaal duidelijk wat het begrip ‘kosten van huishouding’ inhield en of de ‘waarborgsom’ daaronder viel, omdat de accountant dit niet heeft toegelicht. De opdrachtomschrijving rept onder meer van ‘privé-uitgaven’ en “op grond van de door u verstrekte dagafschriften is ons niet gebleken dat er bankafschrijvingen hebben plaats gevonden die geen betrekking hebben op de uitgaven van uw huishouding”. Mede daardoor blijft onduidelijk dat het bedrag van de waarborgsom geen privé-uitgave was, maar een – later terugontvangen - uitgave voor de aankoop van de echtelijke woning.
Ad 2 Integriteit
De accountant heeft de mededeling een dag na toezending aan de vrouw ook gestuurd aar de man. Het verwijt dat de Accountantskamer de accountant maakt, “berust kennelijk op een misverstand”.
Ad 3 Berisping
Zie Maatregel.
Maatregel
Waarschuwing. De accountant vindt de berisping een te zware maatregel en het college gaat daarin mee. Dat de accountant het integriteitsbeginsel heeft geschonden berust kennelijk op een misverstand bij de Accountantskamer.
Annotatie Lex van Almelo
In een echtscheidingsprocedure geeft een vrouw aan hoeveel huishoudkosten zij maakt. Zij vraagt een accountant om dit te verifiëren op basis van de afschrijvingen van haar bankrekening en gebruikt de mededelingen van de accountant in de alimentatieprocedure bij de rechter. De accountant maakt echter niet duidelijk wat hij verstaat onder huishoudelijke kosten en rekent de kosten mee voor de aankoop van de echtelijke woning. Daardoor is het ook voor de rechter – die de conclusies overneemt – niet inzichtelijk wat de accountant nu precies heeft gedaan. Zowel de Accountantskamer als het college vinden deze nalatigheid onzorgvuldig en niet vakbekwaam. De accountant heeft echter niet het integriteitsbeginsel geschonden, zoals de Accountantskamer aannam. De accountant heeft mededeling 2017 namelijk wel degelijk naar de man gestuurd. Daardoor valt de tik op de vingers in hoger beroep milder uit.