Geen benul van onderzoek doen
Twee registeraccountants onderzoeken de financiële gang van zaken bij de verkoop van een onderneming die snel na de overname failliet is gegaan. Ze hebben er geen rekening mee gehouden dat het feitelijk een (rechts)persoonsgericht onderzoek was.
Accountantskamer
- Zaaknummers:
- 18/1091 en 18/1092 Wtra AK
- Datum uitspraak:
- 25 februari 2019
- Oordeel:
- deels gegrond
- Maatregel:
- berisping
- Status:
- definitief
- Vindplaats:
- ECLI:NL:TACAKN:2019:15
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
Een bv verkoopt en verhuurt banners en LED-borden aan voetbalclubs. De dga van deze bv koopt de voetbalreclame-bv per 1 juli 2009 voor 2.659,09 euro met zijn andere bv. De voetbalreclame-bv gaat in 2013 failliet. De curator vraagt twee registeraccountants om de overname en de verwerking daarvan in de financiële administratie te onderzoeken.
Eind 2014 leveren de accountants hun rapport aan de curator. Uitgaande van de contracten uit 2008 en 2009 komen de accountants op een contractwaarde van 805.355 euro, na aftrek van kosten en afschrijvingen. Verder staat in het rapport dat het uitsluitend bestemd is voor de curator en niet zonder voorafgaande toestemming van de accountants mag worden gegeven aan derden.
De curator stuurt het rapport begin 2015 naar de dga. In de begeleidende brief schrijft de curator dat de activa van voetbalreclame-bv voor een (veel) te laag bedrag zijn overgedragen. De curator vernietigt de verkoop wegens benadeling van de schuldeisers. De verkoop en de benadeling van de schuldeisers zijn volgens de curator een staaltje van onbehoorlijk bestuur. De curator eist 805.355 euro van de dga.
De curator begint een procedure tegen onder anderen de dga en gebruikt daarin het rapport. De rechtbank veroordeelt de dga in 2017 om een schadevergoeding van 805.355 euro te betalen aan de boedel. De zaak hangt momenteel in hoger beroep.
De dga schakelt ondertussen een contra-expert in, die concludeert dat de schade substantieel lager is dan de accountants hebben becijferd. De waarde van het contract is zelfs negatief. Op verzoek van de curator reageren de accountants op het memo van de contra-expert.
De dga dient hierna een klacht tegen de accountants in bij de Accountantskamer.
Klacht
De accountants hebben:
a. in het rapport niet duidelijk gemaakt dat NV COS 4400N van toepassing is en dat hun opdracht niet is gericht op het bieden van ‘assurance’;
b. het rapport niet met de vereiste zorgvuldigheid opgesteld;
c. op een onjuiste manier de waarde van de overgedragen activa en passiva berekend;
d. onwaarheden in het suggestieve rapport gezet;
e. ten onrechte geen hoor- en wederhoor toegepast voordat zij het rapport uitbrachten;
f. hun rapport toegeschreven naar een uitkomst die hun opdrachtgever wenste;
g. naar aanleiding van het verzoek om een reactie op het memo van de contra-expert niet hun eerdere fouten gecorrigeerd, terwijl zij wisten dat hun rapport gebruikt was in de civiele procedure.
Oordeel
De klachtonderdelen a tot en met f zijn te laat ingediend en niet-ontvankelijk. Klachtonderdeel g is gegrond.
Persoonsgericht onderzoek
De advocaat van de dga heeft de accountants in oktober 2017 gewezen op de gebreken in hun rapport en op de betekenis die de rechtbank heeft toegekend aan het rapport. In hun reactie hebben de accountants toegelicht hoe zij tot hun bevindingen zijn gekomen. Toen zij hun reactie schreven, wisten de accountants dat het rapport in strijd met de opdrachtbevestiging was ingebracht in een civiele procedure. Ook wisten zij welke betekenis het rapport in die procedure had gespeeld.
Volgens artikel 21 van de VGBA hadden zij zich toen moeten afvragen of er op dat moment en tijdens het opstellen van het rapport omstandigheden waren die een bedreiging konden vormen voor de naleving van de fundamentele beginselen. Door dat niet te doen, hebben zij het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid geschonden.
De accountants hadden moeten onderkennen dat hun onderzoek een persoonsgericht onderzoek was in de zin van Praktijkhandreiking 1112, want:
- het object van het onderzoek was het handelen of nalaten van de bv en de dga;
- voor het onderzoek zijn gegevens verzameld en geanalyseerd;
- de uitkomst van het onderzoek had negatieve gevolgen voor de onderzochte persoon.
Volgens vaste jurisprudentie van het College van Beroep voor het bedrijfsleven zijn deze omstandigheden bij uitstek kenmerkend voor een persoonsgericht onderzoek. Als je de onderzochte persoon dan niet hoort, heeft het rapport in beginsel een ondeugdelijke grondslag. Tenzij bijzondere omstandigheden het nalaten van het horen rechtvaardigen (zie bijvoorbeeld deze uitspraak).
Omissies
De accountants hadden de curator moeten zeggen dat zij de dga niet hadden gehoord en zich moeten afvragen of zij zonder eerst de dga te horen konden ingaan op het verzoek van de curator om te reageren op het memo van de contra-expert. De accountants hebben het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid geschonden door:
- niet te onderkennen dat zij een persoonsgericht onderzoek hebben uitgevoerd;
- niet de verplichtingen na te leven die gelden voor een persoonsgericht onderzoek.
Naar aanleiding van het memo van de contra-expert hadden de accountants zich volgens de Accountantskamer ook moeten afvragen of zij hun rapport moesten verduidelijken of aanpassen. Als zij zich dat wel hadden afgevraagd dan was hun duidelijk geworden dat:
- de opdracht van de curator geen opdracht was zoals bedoeld in NV COS 4400;
- zij ook hadden moeten beoordelen of hun bevindingen een deugdelijke grondslag hadden;
- de deugdelijke grondslag onvoldoende duidelijk bleek uit het rapport zelf.
In het rapport ontbreekt een opsomming van de verrichte werkzaamheden en de precieze gegevens op basis waarvan betrokkenen tot hun bevindingen zijn gekomen. Zelfs de werkzaamheden die zij volgens de opdrachtbevestiging zouden uitvoeren, staan er niet in. Ook hebben zij niet omschreven welke maatstaven zij hebben gehanteerd voor hun conclusie over de contractwaarde, van welke veronderstellingen zij daarbij zijn uitgegaan of welke voorbehouden zij bij hun conclusie hebben gemaakt.
De accountants hadden deze omissies kunnen herstellen door een nader rapport uit te brengen aan de curator, maar hebben dat niet gedaan. Ook dat is een schending van het vakbekwaamheids- en zorgvuldigheidsbeginsel.
Op de zitting bij de Accountantskamer heeft één van de accountants desgevraagd gezegd dat het begrip contractwaarde geen vast omlijnd begrip is en dat de betekenis daarvan niet onmiddellijk duidelijk is voor de niet ingewijde lezer. De andere accountant heeft dat niet tegengesproken. Dat zij dit niet hebben uitgelegd is ook niet vakbekwaam en zorgvuldig.
Kilometervergoeding
Volgens de contra-expert ontvingen medewerkers van de voetbalreclame-bv een kilometervergoeding van 40 cent per kilometer. De accountants merken in hun rapport alleen maar op dat een vergoeding van 19 cent per kilometer gebruikelijk en fiscaal onbelast is. Dat was niet voldoende. De vraag was namelijk volgens welke maatstaf de betaalde kilometervergoeding was berekend. De accountants hebben ten onrechte geen antwoord gegeven op die vraag. Ook dat is niet vakbekwaam en zorgvuldig.
Maatregel
Berisping. De accountants hebben helemaal niet beseft wat het effect kon zijn als hun rapport onbedoeld werd gebruikt in een civiele procedure en hebben er kennelijk ook geen benul van hoe je een onderzoeksrapport als dit moet opstellen. Daardoor hebben zij in meerdere opzichten in strijd gehandeld met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid.
Annotatie Lex van Almelo
Forensisch onderzoek doen is een lucratieve groeimarkt, waarop helaas ook nogal eens onervaren onderzoekers actief zijn. Het is geen sinecure om goed onderzoek te doen in een spanningsveld en al helemaal niet wanneer het onderzoek feitelijk een persoon en/of diens vennootschap betreft.
In dit geval hebben twee accountants een transactie onderzocht, waarbij een dga activa van zijn ene bv voor een lage prijs verkocht aan zijn andere bv. De opdrachtgever was een curator. De accountants hadden dus moeten beseffen dat het rapport gebruikt kon worden in een civielrechtelijke procedure. In het rapport schreven zij dat het niet zonder hun voorafgaande toestemming mocht worden gebruikt door derden. Maar toen de curator het rapport voorlegde aan de rechter hebben zij niets gedaan.
De accountants hebben niet onderkend dat zij een persoonsgericht onderzoek hebben uitgevoerd en dat zij de persoon in kwestie in beginsel moesten horen en laten reageren op hun conceptrapport. Alleen al daarom heeft hun rapport geen deugdelijke grondslag. Die basis ontbreekt ook omdat de accountants niet duidelijk hebben gemaakt wat het centrale begrip in hun rapport (‘contractwaarde’) inhield en op grond van welke werkzaamheden, bevindingen en maatstaven zij tot hun conclusie zijn gekomen. Toen de curator hun vroeg te reageren op de kritiek van de contra-expert hebben zij de onderzochte persoon niet alsnog gehoord en de vele omissies niet hersteld.
Het klachtonderdeel, waarin hun wordt verweten dat zij het rapport hebben toegeschreven naar een uitkomst die de curator wenste, is te laat ingediend om te worden behandeld. Het valt niet uit te sluiten dat dit verwijt anders gegrond was verklaard.