Ongecontroleerde prognoses te rooskleurig
De samenstellend accountant-administratieconsulent is vaktechnisch verantwoordelijk voor de veel te optimistische prognoses die een relatiebeheerder van zijn kantoor stuurde naar de financier van zijn klant. En de accountant had zijn klant moeten waarschuwen voor de borgstelling in privé. Hij ontdook echter zijn verantwoordelijkheid.
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Zaaknummers:
- 18/1746 en 18/1747
- Datum uitspraak:
- 17 september 2019
- Oordeel:
- deels gegrond respectievelijk ongegrond
- Maatregel:
- berisping
- Status:
- definitief
- Vindplaats:
- ECLI:NL:CBB:2019:418
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
In 1998 begint een vrouwelijke ondernemer een bedrijf dat kleding maakt voor gehandicapten. De onderneming bestaat aanvankelijk uit twee bv’s. In 2015 en 2017 komen daar twee bv’s bij, mede als gevolg van een uitbreiding van de activiteiten naar Duitsland. De onderneming heeft in 2015 vier personeelsleden en maakt gemiddeld 380 duizend euro omzet per jaar met een gemiddelde winst van 32 duizend euro.
Een accountant-administratieconsulent werkt sinds 2011 voor het bedrijf. Volgens de opdrachtbevestiging:
- gaat het om samenstellingswerkzaamheden;
- brengt het kantoor maximaal 8500 euro per jaar exclusief omzetbelasting in rekening;
- moet de cliënt de benodigde gegevens voor de uitvoering van de opdracht wel juist, tijdig en volledig aanleveren;
- zullen incidentele of bijzondere (advies)werkzaamheden – al dan niet met inschakeling van specialisten – pas worden uitgevoerd nadat de klant hiertoe een afzonderlijke opdracht heeft verstrekt.
Het kantoor doet vergelijkbare werkzaamheden voor de bv’s die in 2015 en 2017 zijn opgericht, maar stuurt hiervoor geen afzonderlijke opdrachtbevestiging. Voor de dga verzorgt het kantoor van 2011 tot 2017 de aangiften inkomstenbelasting. De accountant geeft samenstellingsverklaringen af bij de jaarrekeningen van de verschillende bv’s. De relatiebeheerder van het accountantskantoor bespreekt de concepten van de jaarrekeningen met de klant. Pas in mei 2017 maakt de ondernemer kennis met de accountant.
In verband met de uitbreiding naar Duitsland stelt een Duitse businesspartner een businessplan op. De relatiebeheerder stuurt het plan in 2015 per e-mail door naar de bank, die voor financiering van één ton moet zorgen. In de e-mail prijkt het logo van het accountantskantoor. De relatiebeheerder stuurt de bank ook diverse jaarrekeningen, liquiditeitsbegrotingen, een aangifte inkomstenbelasting, een kostprijsberekening en een resultatenbegroting toe. Bij de liquiditeitsbegrotingen, de kostprijsberekening en de resultatenbegroting is “geen accountantscontrole toegepast”. De bank financiert het project uiteindelijk niet.
Van een crowdfundingsbedrijf kan het kledingbedrijf vier ton lenen. De lening heeft een looptijd van vijf jaar, een rente van 7 procent en moet lineair worden afgelost. De ondernemer staat persoonlijk borg voor deze lening. Tegen een potentiële investeerder zegt het crowdfundingsbedrijf desgevraagd dat navraag bij de accountant leert dat het kledingbedrijf “probleemloos op koers ligt” om de prognose waar te maken van “een winst van 49.000 euro na belastingen (cashflow ca 60.000 euro) bij een omzet van ca 380.000 euro” op de Nederlandse markt.
De Duitse bv sluit eind 2016 een Handelsvertretervertrag met een Ltd. In oktober is het concept van de overeenkomst gestuurd naar de relatiebeheerder en een gelieerde NOB-fiscalist. Op de voorbladen van de prognoses voor 2017 tot en met 2021 staat het logo van het accountantskantoor en op de vervolgpagina’s “geen accountantscontrole toegepast”.
Het accountantskantoor heeft voor de werkzaamheden van onder anderen de accountant, de relatiebeheerder en de fiscalist van 2012 tot en met 2017 bedragen gefactureerd van tussen de vier en zestig mille. De dga vraagt om een “overzicht van de gemaakte uren, gespecificeerd op datum en onderwerp vanaf begin 2015 tot nu”. Dat krijgt zij niet.
De ondernemer dient een klacht in tegen de accountant. De Accountantskamer verklaart de klacht deels gegrond en legt een berisping op. Zowel de ondernemer als de accountant gaan in hoger beroep.
Beroepsgronden
De accountant en de ondernemer vinden dat de Accountantskamer ten onrechte diverse klachtonderdelen gegrond respectievelijk ongegrond heeft verklaard. Daarbij gaat het onder meer om:
- de accountant die verantwoordelijk wordt gehouden voor de werkzaamheden van de relatiebeheerder van zijn kantoor;
- de omzet- en liquiditeitsprognoses;
- (de zorgplicht bij) de financiering;
- de declaraties;
- het niet-bespreken van de (concept-)jaarrekeningen;
- de behandeling van vragen en klachten.
Oordeel
De hoger beroepen van de accountant en de ondernemer zijn op kleine onderdelen gegrond.
Verantwoordelijkheid accountant
In hoger beroep heeft de accountant erkend dat hij tuchtrechtelijk verantwoordelijk kan worden gehouden voor de prognoses die de relatiebeheerder heeft opgesteld, maar niet voor de andere werkzaamheden waarover werd geklaagd.
Het college is in 2014 teruggekomen van eerdere uitspraken, waarin het college zei dat geen lacune mag ontstaan in de keten van tuchtrechtelijke verantwoordelijkheid binnen een accountantsorganisatie. Sinds 2014 zegt het college echter dat een accountant uit de directie of het bestuur niet tuchtrechtrechtelijk aanspreekbaar is voor het handelen of nalaten van een derde, die onder de naam van dat kantoor zelfstandig werkzaamheden verrichtte, als er geen vaktechnisch verantwoordelijke valt aan te wijzen en de accountant zelf geen bemoeienis had met dat handelen en nalaten.
De ondernemer heeft ook in hoger beroep niet aannemelijk gemaakt dat de accountant feitelijk betrokken is geweest bij de advieswerkzaamheden van de relatiebeheerder. Hij is er echter wel vaktechnisch verantwoordelijk voor, want:
- de werkzaamheden komen voort uit de samenstellingsopdracht van 2011 die de accountant mede heeft ondertekend;
- de relatiebeheerder heeft gewerkt op basis van deze opdracht.
Voor deze advieswerkzaamheden was accountantsdeskundigheid vereist, omdat deze betrekking hadden op het aantrekken van financiering met het oog op de uitbreiding van bedrijfsactiviteiten. De relatiebeheerder heeft bij de financieringsaanvraag en het opstellen van prognoses de jaarrekeningen 2013 gebruikt, die de accountant heeft samengesteld.
Nu de accountant in hoger beroep erkent dat hij tuchtrechtelijk verantwoordelijk is voor deze prognoses ziet het college niet in waarom hij niet ook verantwoordelijk kan worden gehouden voor de overige werkzaamheden van de relatiebeheerder waarbij deze prognoses van belang zijn geweest, zoals de financieringsaanvraag. De advieswerkzaamheden moeten dan ook worden aangemerkt als werkzaamheden, waarvoor de vakbekwaamheid als accountant wordt of kan worden aangewend en dus als een professionele dienst in de zin van artikel 1 van de VGBA.
Als eindverantwoordelijk accountant is de accountant ook aanspreekbaar op de facturering en de manier waarop de relatiebeheerder zich zou hebben gepresenteerd tegenover derden. Het opstellen van declaraties behoort tot het beroepsmatig handelen.
Ad 2 Omzet- en liquiditeitsprognoses
In hoger beroep heeft de accountant erkend dat hij tuchtrechtelijk verantwoordelijk kan worden gehouden voor de prognoses. De accountant heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij de veronderstellingen en schattingen, waarop de aangepaste prognoses zijn gebaseerd en die staan op papier met het logo van diens accountantskantoor, heeft getoetst. In de prognoses is voor 2016 en 2017 voor de nieuwe onderneming een netto-omzet geraamd van respectievelijk 3.406.324 en 6.812.648 euro, terwijl de oorspronkelijke bv over 2014 en 2015 slechts een netto-omzet behaalde van 351.889 respectievelijk 341.390 euro.
In de prognoses is weliswaar het algemene voorbehoud opgenomen dat hierop geen accountantscontrole is toegepast. De prognoses bieden echter geen enkel inzicht in de gehanteerde uitgangspunten en aannames en het businessplan is niet gebaseerd op marktonderzoek. De omzetprognoses zijn dus ondeugdelijk gefundeerd. De accountant heeft ook erkend dat de omzetprognoses te optimistisch waren. Op de zitting bij het college heeft de accountant niet kunnen uitleggen waarom het geprognosticeerde marktaandeel in Duitsland voor 2015 is bijgesteld van 1 procent naar 0,01 procent.
Hij heeft desgevraagd evenmin kunnen uitleggen waarom in de prognoses geen rekening is gehouden met de voorraden. Omdat het ging om een rekening-courantkrediet bij de bank had de accountant geen reden om de aflossingen buiten beschouwing te laten die waren verbonden aan de financiering. Ook zonder aflossingstermijnen moet zo’n lening immers worden afgelost als deze wordt opgezegd en hiervoor had een stelpost moeten staan in de prognoses.
In de liquiditeitsbegroting voor 2015 is voor de maanden april tot en met december een maandelijkse rentelast opgenomen van 400 euro. In de liquiditeitsprognose 2016 zijn echter geen rentelasten opgenomen, zodat deze prognose op dit punt onvolledig is.
In het geval dat de ondernemer dan wel de opsteller van het businessplan de cijfers voor de prognoses zou hebben aangeleverd, had de relatiebeheerder moeten beoordelen of deze voldoende en betrouwbaar genoeg waren.
Ad 3 Financiering
In april 2015 heeft de relatiebeheerder een e-mail verstuurd met als onderwerp ‘Gegevens Crowdfund’. Daarin stelde hij voor een account aan te maken onder verwijzing naar de (contact)gegevens van de crowdfunder, waaronder de naam van de commercieel directeur. Begin mei 2015 stuurde de relatiebeheerder namens de ondernemer de liquiditeitsprognoses 2015 en 2016, de conceptcijfers 2014 van twee bv’s (plus een toelichting van zijn kant), een overzicht van de financieringsbehoefte en de resultaatprognose 2015 van de Nederlandse bv aan de crowdfunder.
In het overzicht wordt de totale financieringsbehoefte geraamd op vier ton. Uit e-mailberichten van medio en eind juni 2015 blijkt dat de relatiebeheerder ook betrokken was bij de online pitch en dat hij vragen beantwoordde van potentiële investeerders. De relatiebeheerder was dus wel degelijk betrokken bij het aangaan van de lening via crowdfunding.
Op grond van zijn zorgplicht had de accountant de ondernemer moeten wijzen op de risico’s van de geldlening bij de crowdfunder, met name ook omdat de ondernemer zich in privé borg moest stellen voor de lening. Door dit na te laten heeft de accountant in strijd gehandeld met het fundamentele beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid. Dat zij zich zou hebben laten adviseren door een adviseur ontslaat de accountant niet van zijn eigen zorgplicht.
Volgens de ondernemer gaat de zorgplicht van de accountant verder dan alleen een waarschuwingsplicht en had de Accountantskamer moeten zeggen dat de accountant ook zijn onderzoeks- en informatieplicht heeft geschonden. Het college verwerpt dit. De relatiebeheerder is weliswaar betrokken geweest bij het aangaan van de financiering via de crowdfunder. Maar de ondernemer heeft hem niet gevraagd hierover advies te geven.
Bovendien gaat het om een eenvoudige lening met duidelijke voorwaarden. Dan reikt de zorgplicht van de accountant niet zo ver dat hij of de relatiebeheerder de ondernemer:
- uit eigen beweging hadden moeten ontraden de leningsovereenkomst via de crowdfunder aan te gaan;
- dan wel moeten informeren over alle wezenlijke c.q. essentiële eigenschappen van deze lening.
De accountant hoefde de ondernemer ook niet te informeren of waarschuwen voor het rekening-courantkrediet bij de bank. De ondernemer heeft in ieder geval niet duidelijk gemaakt waarop de accountant haar dan precies op had moeten wijzen.
Ad 4 Declaraties
De burgerlijke rechter en/of de Raad voor Geschillen van de NBA moeten een bindend oordeel vellen over civielrechtelijke geschillen inzake declaraties van accountants. Volgens vaste rechtspraak van het college kun je alleen tuchtrechtelijk succesvol klagen over declaraties als een accountant daarbij zozeer in strijd heeft gehandeld met de zorgvuldigheid, integriteit of professionaliteit dat hij daardoor de Wet op het accountantsberoep of een daarop gebaseerde bepaling heeft geschonden.
Het college vindt net als de ondernemer dat het overzicht dat het accountantskantoor in 2017 stuurde onvoldoende is gespecificeerd. Hieruit blijkt dat het kantoor over 2015 tot 2017 voor alle werkzaamheden in totaal 129.734,55 euro ex btw in rekening heeft gebracht, waarvan 72.275 euro voor ‘extra werkzaamheden’ van de relatiebeheerder en 20.624 euro van een gelieerd NOB-fiscalist.
De post ‘extra werkzaamheden’ is niet nader omschreven en er is geen relatie gelegd met de facturen die de ondernemer heeft ontvangen. Nu de extra werkzaamheden niet per jaar zijn uitgesplitst voor de relatiebeheerder en de fiscalist, zoals in het overzicht van 2017 wel per kalenderjaar is gebeurd voor de totale bedragen, heeft de accountant onvoldoende inzichtelijk gemaakt welke werkzaamheden de relatiebeheerder heeft uitgevoerd en welke bedragen hiervoor per factuur in rekening zijn gebracht.
Het verwijt dat de relatiebeheerder na verzending van het overzicht in 2017 geen inzage wilde geven in de facturatie van het meerwerk vindt het college – in tegenstelling tot de Accountantskamer – niet terecht, omdat de ondernemer de relatiebeheerder eerder had gevraagd geen tijd meer te besteden aan de verdere specificaties van de extra werkzaamheden die hij had uitgevoerd.
De ondernemer heeft niet aannemelijk gemaakt dat de facturen van het kantoor zo hoog waren dat de accountant in strijd heeft gehandeld met de zorgvuldigheid, integriteit of professionaliteit. Dat de advieskosten hoog waren en er veel ongevraagd advies werd gegeven, is op zichzelf nog niet tuchtrechtelijk verwijtbaar.
De ondernemer voert aan dat de advieskosten in 2015 en 2016 31.958 euro respectievelijk 48.000 euro hoger waren dan begroot en dat deze totaal uit de hand liepen, terwijl de relatiebeheerder wist dat de omzet en winst in 2014 waren gedaald. Volgens het college had de accountant de ondernemer er tijdig voor moeten waarschuwen dat de rekeningen opliepen met extra verrichte werkzaamheden, omdat:
- uit het overzicht blijkt dat het kantoor in twee jaar tijd 93 mille ex btw heeft gefactureerd wegens extra werkzaamheden;
- er geen nadere afspraken zijn gemaakt over de extra werkzaamheden en een afzonderlijke schriftelijke opdrachtbevestiging hiervoor ontbreekt;
- de relatiebeheerder de advieskosten voor 2015 en 2016 raamde op zes respectievelijk twaalf mille;
- de accountant op de zitting van de Accountantskamer heeft erkend dat de facturen hoog waren gezien de winstgevendheid van de onderneming.
De relatiebeheerder heeft niet de vereiste zorgvuldigheid in acht genomen door:
- niet helder te communiceren;
- geen nadere afspraken te maken over het meerwerk;
- onvoldoende te letten op de overschrijdingen van de geraamde advieskosten.
De accountant moet hiervoor tuchtrechtelijk verantwoordelijk worden gehouden. Volgens het college had een afzonderlijke schriftelijke opdrachtbevestiging in dit geval voor de vereiste duidelijkheid kunnen zorgen.
Ad 5Niet bespreken (concept-)jaarrekeningen
Volgens artikel 27 van NV COS 4410 moet de accountant tijdig met het management communiceren over aangelegenheden die samenhangen met de samenstellingsopdracht en volgens de professionele oordeelsvorming van de accountant belangrijk genoeg zijn om de aandacht van het management te verdienen. Volgens paragraaf A41 hangt een goede timing af van de omstandigheden, zoals:
- de significantie en aard van de aangelegenheid;
- de actie die het management vermoedelijk moet ondernemen.
Zo kan het passend zijn om zo snel mogelijk te communiceren over een significante moeilijkheid die zich heeft voorgedaan tijdens de opdracht, zodat het management die kan verhelpen. Het college is het met de Accountantskamer eens dat de financiële positie van de beheer-bv een significante aangelegenheid was die de accountant persoonlijk aanleiding had moeten geven de (concept-)jaarrekening 2015 te bespreken met de ondernemer.
De (concept-)jaarrekeningen 2014 van de beheer-bv en een andere bv van de onderneming gaven daar echter geen aanleiding voor, omdat deze geen negatief vermogen lieten zien, terwijl er ruime liquiditeit was. Volgens de opdrachtovereenkomst uit 2011 hoefde de accountant de concept-jaarrekeningen ook niet te bespreken met de ondernemer. Daarin staat weliswaar dat de jaarrekeningen moeten worden besproken, maar niet dat de accountant dit zelf moet doen.
Behandeling vragen en klachten
Volgens de ondernemer heeft de accountant:
- haar zeer onder druk gezet;
- haar gechanteerd;
- misbruik gemaakt van de zeer moeilijke financiële positie van de onderneming;
- misbruik gemaakt van zijn eigen positie als accountant en eigenaar van het accountantskantoor.
De ondernemer wijst hierbij op de voorstellen van de accountant om met een snelle oplossing te komen, die echter onvoldoende rekening hielden met de financiële problemen. De accountant heeft uit coulance voorgesteld de openstaande facturen van 13.000 euro ex btw respectievelijk 18.448,27 euro inclusief btw te crediteren bij wijze van finale kwijting. De ondernemer zou dan alleen nog moeten betalen voor de aangiften vennootschapsbelasting en inkomstenbelasting tot en met 2015 voor zover de Belastingdienst meent dat die niet correct zijn. De ondernemer heeft dit aanbod niet geaccepteerd.
Volgens het college kun je niet zeggen dat de accountant met deze voorstellen ontoelaatbaar heeft gehandeld. Het is begrijpelijk dat de ondernemer de suggestie van de accountant om haar zoon te ontslaan als directielid als grievend heeft ervaren, maar die suggestie is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar.
Maatregel
De Accountantskamer heeft een berisping opgelegd, omdat de accountant:
- op meerdere punten het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid heeft geschonden;
- niet de indruk heeft kunnen wegnemen dat hij zich tegenover de ondernemer heeft willen verschuilen voor zijn verantwoordelijkheid;
- ook de beleidsbepaler is van het kantoor en uit dien hoofde een voorbeeldfunctie heeft.
De accountant vindt de berisping te zwaar, terwijl de ondernemer graag een tijdelijke doorhaling ziet. Het college vindt een berisping passend en geboden. Ook op de zitting van het college heeft de accountant ondanks zijn voorbeeldfunctie niet de indruk kunnen wegnemen dat hij zich tegenover de klant heeft willen verschuilen voor zijn verantwoordelijkheid.
Annotatie Lex van Almelo
Een accountant kan tuchtrechtelijk worden aangesproken op het optreden van een ondergeschikte als hij feitelijk niets met dat optreden van doen heeft gehad, maar daarvoor vaktechnisch wel verantwoordelijk is. In dit geval gaat het met name om de werkzaamheden van een relatiebeheerder die voortkomen uit de samenstellingsopdracht van de accountant en om het opstellen van de declaraties.
De accountant is ook tuchtrechtelijk verantwoordelijk voor de omzetprognoses die de relatiebeheerder heeft gestuurd naar de financier van een expansie in het buitenland. De uitgangspunten en aannames van die prognoses zijn volstrekt onduidelijk. Ook het meegestuurde businessplan is niet gebaseerd op marktonderzoek. De omzetprognoses zijn daarom ondeugdelijk gefundeerd. De accountant vindt zelf achteraf ook dat deze te optimistisch waren. Hij heeft die echter niet bijtijds getoetst.
De accountant is ook tekortgeschoten bij de vervulling van zijn zorgplicht. Op grond daarvan had hij de ondernemer moeten wijzen op het risico van de borgstelling in privé bij de geldlening via de crowdfunder. De accountant hoefde de ondernemer echter niet te waarschuwen voor de lening zelf. Omdat het gaat om een eenvoudige lening met duidelijke voorwaarden reikt de zorgplicht niet zo ver dat hij (of de relatiebeheerder) de lening uit eigen beweging had moeten ontraden of de ondernemer had moeten informeren over alle wezenlijke c.q. essentiële eigenschappen van deze lening.
Ook over de declaraties zegt het college weinig nieuws. In beginsel kun je daarvoor niet terecht bij de tuchtrechter, tenzij de accountant het te bont heeft gemaakt. In dit geval is de accountant tuchtrechtelijk verantwoordelijk voor het onzorgvuldige gedrag van de relatiebeheerder. De communicatie over de extra (advies)werkzaamheden was niet duidelijk en er waren geen afspraken gemaakt over meerwerk. Bovendien had de relatiebeheerder moeten waarschuwen voor het overschrijden van de ramingen.
De facturen en het gevraagde overzicht van het gefactureerde meerwerk waren onvoldoende gespecificeerd en uitgesplitst. Je moet als verantwoordelijk accountant voldoende inzichtelijk maken welke werkzaamheden zijn uitgevoerd en welke bedragen hiervoor per factuur in rekening zijn gebracht.
De accountant was als directeur/eigenaar de beleidsbepaler van het kantoor en had in die rol een voorbeeldfunctie. De accountant is echter weggedoken voor de verantwoordelijkheden die die functie met zich meebrengt, ook ten overstaan van de tuchtrechter.