Tuchtrecht

Onderzoek schade inbrengverklaring te partijdig

In de nasleep van de AquaServa-affaire handhaaft het College van Beroep voor het bedrijfsleven de doorhaling voor de huisaccountant en de berisping voor de accountant in business die de schade van diens beroepsfout onderzocht.

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Zaaknummers:
17/1546 en 17/1547 resp. 17/420
Datum uitspraak:
12 juni 2018
Oordeel:
beroep ongegrond / klacht deels gegrond resp. beroep ongegrond en klacht grotendeels gegrond
Maatregel:
berisping resp. doorhaling met herinschrijvingsverbod van 6 maanden
Status:
definitief
Vindplaats:
ECLI:NL:CBB:2018:241 (12 juni 2018), ECLI:NL:CBB:2018:247 (15 mei 2018)

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Voordat de AquaServa Group failliet ging, beheerde zij drinkwaterinstallaties en gaf zij technisch advies op dit gebied. De groep had drie dochterbedrijven: ProCas, AquaServa en Safe Water Solutions. De aandelen van de groep worden verkocht aan POSU.

POSU voelt zich genept door de voormalige aandeelhouders van de drie dochtervennootschappen en door de huisaccountant, omdat de aandelen die POSU kocht te hoog zouden zijn gewaardeerd. Zo werd het resultaat onder meer gedrukt met onjuiste kosten en een onterechte dividenduitkering. Ook werd de opbrengst van het eenmalige ‘COA-project’ te laat geboekt. Behalve POSU voelen de curatoren van de AquaServa Group zich benadeeld.

In 2015 zei de Accountantskamer dat de huisaccountant ten onrechte beoordelingsverklaringen en een inbrengverklaring heeft afgegeven. Nadat de curatoren het niet met de accountant eens werden over een schikking, dienden zij een claim in, samen met POSU. Ook de opvolger van de huisaccountant ging de mist in met zijn inbrengverklaring.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven zei in augustus 2016 dat de huisaccountant, die de beoordelingsverklaringen en een inbrengverklaring afgaf zonder nader onderzoek te doen, feitelijk heeft meegewerkt aan een boekhoudfraude, waardoor de koper te veel betaalde.

Op basis van een onafhankelijk feitenonderzoek door Foederer DFK zei de Rechtbank Amsterdam begin 2016 dat de huisaccountant onrechtmatig heeft gehandeld respectievelijk tekort is geschoten in de uitvoering van zijn opdracht. De accountant moet twee ton betalen aan AquaServa en aan de curatoren een schadebedrag dat nog moet worden vastgesteld in een schadestaatprocedure.

In de schadestaatprocedure eisen de curatoren miljoenen. De advocaten van de huisaccountant en zijn kantoor schakelen een accountant in business in om de beweerde omvang van de schade te analyseren en becommentariëren. Kernvraag: wat is het oorzakelijk verband tussen de beroepsfouten van de huisaccountant die zijn vastgesteld in de tuchtrechtelijke en civielrechtelijke procedure en de eventuele schade die POSU en de schuldeisers hebben geleden?

Naar aanleiding van het rapport dienen de directeur van POSU en de curatoren een klacht in tegen de accountant in business die de oorzaak van de schade onderzocht. De Accountantskamer legt de schade-accountant een berisping op, omdat deze:

  • de standpunten van één van de partijen in de procedure waarvoor het rapport was bedoeld vrijwel volledig heeft genegeerd;
  • geen rekening heeft gehouden met de gerechtvaardigde belangen van de genegeerde partij;
  • suggestieve bewoordingen heeft gebruikt die ook een partij-accountant niet passen als de rapportage mede bedoeld is voor de rechter.

Zowel de schade-accountant als de klagers gaan in hoger beroep tegen dit vonnis (zie 17/1546 en 17/1547).

17/420

De huisaccountant heeft een rapport uitgebracht aan een grootaandeelhouder. Daarin beoordeelt de huisaccountant de inbrengwaarde bij de AquaServa Group. Drie dagen na de zitting bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven vraagt de huisaccountant “vriendelijk doch dringend” aan de advocaten van de groep om zijn rapport terug te trekken uit de - dan nog lopende - procedure bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven, “omdat het rapport niet voor deze procedure is uitgebracht”.

POSU dient een klacht tegen de huisaccountant in, omdat die het rapport heeft laten gebruiken in de procedure en het gebruik daarna wilde verhullen. Onder meer door de advocaat van de groep een e-mail te sturen met het verzoek het rapport na gebruik in de procedure alsnog in te trekken. De klacht is grotendeels gegrond en de Accountantskamer legt een doorhaling op, waarbij de huisaccountant zich niet binnen zes maanden opnieuw mag laten inschrijven. POSU gaat in hoger beroep (zie 17/420).

Beroepsgronden

Schade-accountant (17/1546 en 17/1547)

De schade-accountant vindt dat de gewraakte passages uit zijn rapport wel degelijk door de beugel kunnen.

De oorspronkelijke klager wil dat het college uitspreekt dat:

  1. de schade is veroorzaakt door de beroepsfouten van de accountant;
  2. de accountant ten onrechte niet de gehanteerde standaard heeft vermeld;
  3. het oordeel van de Accountantskamer over de gevolgde DCF-methode niet deugt;
  4. de Accountantskamer ten onrechte heeft gezegd dat er niet is geklaagd over het verzuim van de accountant om de gebruikerskring van het rapport te beperken.

Huisaccountant (17/420)

De Accountantskamer heeft ten onrechte:

a. klachtonderdeel b niet-ontvankelijk verklaard;

b. klachtonderdeel c slechts deels gegrond verklaard.

Oordeel

Zaak nummer 17/1546 en 17/1547

De beroepen zijn ongegrond.

Gewraakte passages

Over het causale verband tussen de beoordelingsverklaringen die zijn afgegeven (met onthouding van een conclusie), de gemaakte beroepsfouten en de gestelde schade concludeerde de schade-accountant in het rapport onder meer dat:

  • de partijen bij de aandelenverkoop kennis hebben genomen van de beoordelingsverklaringen maar geen nader onderzoek nodig achtten;
  • de partijen dus geen belang hechtten aan betrouwbare halfjaarcijfers 2009;
  • het daarom ongeloofwaardig is dat het de voortgang van de transactie zou hebben beïnvloed als de conclusie anders was geformuleerd;
  • de huisaccountant en het accountantskantoor mede daarom geen schade valt toe te rekenen inzake de beoordelingsverklaringen.

Het college vindt dat:

  • de schade-accountant vergaande conclusies heeft getrokken over de handelwijze en beweegredenen van de partijen die betrokken waren bij de transactie;
  • deze conclusies niet zijn gebaseerd op de bronnen die de schade-accountant noemt in het rapport;
  • de schade-accountant deze overwegingen en conclusies niet (op deze manier) in het rapport had mogen zetten;
  • de schade-accountant geen deugdelijke grondslag heeft voor de conclusie dat een causaal verband tussen de beoordelingsverklaringen en de gestelde schade ontbreekt.

De schade-accountant meent dat rechters en (professionele) procespartijen de rapportage van een partijdeskundige heus wel op haar waarde kunnen schatten. Maar volgens het college moet ook een accountant die als deskundige een partij bijstaat in een (potentieel) geschil een voldoende deugdelijke grondslag hebben voor zijn bevindingen of conclusies (zie bijvoorbeeld deze uitspraak).

In het rapport concludeert de schade-accountant verder dat:

  • het rubriceren van eenmalige en niet-eenmalige projectresultaten niet tot het takenpakket behoort van een accountant;
  • er dus ook geen schade kan worden verhaald op die accountant;
  • de omzetprognoses, die zijn gebruikt voor de waardebepaling, daarom niet te optimistisch zijn voorgesteld.

Het college vindt de conclusie, dat het rubriceren van eenmalige en niet-eenmalige projectresultaten niet tot het takenpakket van een accountant behoort, geen antwoord op de gestelde onderzoeksvraag. Die was immers in hoeverre er een causaal verband bestaat tussen de beroepsfouten en de gestelde schade.

Over de eenmaligheid van de COA-omzet zei het college al dat er onjuistheden stonden in de (half)jaarrekening 2009 die de huisaccountant beoordeelde. Zo had de huisaccountant niet gezien dat in de cijfers over de eerste helft van het jaar 2009 een bate was opgenomen van 754.721 euro, die in de balans ultimo 2008 verantwoord had moeten zijn. Het ging namelijk om gefactureerde omzet voor de eenmalige opdracht van het COA, die ultimo 2008 klaar moest zijn en toen ook als ‘gereed’ is aangemerkt.

Met de reactie dat de huisaccountant geen aandacht hoefde te schenken aan de eenmaligheid van projectresultaten heeft de schade-accountant de beroepsfout die de tuchtrechter had vastgesteld genegeerd, terwijl hij die fout juist als uitgangspunt had moeten nemen bij de beantwoording van de hem gestelde vraag. Voor genoemde conclusie ontbreekt dan ook een deugdelijke grondslag.

In zijn rapport heeft de schade-accountant ook geconcludeerd dat:

  • de huisaccountant volgens de Accountantskamer slechts formeel vaktechnische beroepsfouten heeft gemaakt door de verrichte werkzaamheden onvoldoende zichtbaar te maken van in het dossier;
  • de accountant de inbrengverklaring ook zou hebben afgegeven als hij zijn werkzaamheden beter zichtbaar had gedocumenteerd.

Net als de Accountantskamer meent het college dat deze conclusie niet deugdelijk is gefundeerd, gezien deze en deze uitspraak. De beroepsfouten formeel vaktechnisch noemen is onjuist en druist in tegen het oordeel van de tuchtrechter.

Ad 1

Het college heeft al eerder gezegd dat een tuchtrechtelijke procedure niet bedoeld is om de inhoud en totstandkoming van een deskundigenbericht voor een civielrechtelijke procedure opnieuw en integraal te onderzoeken. De tuchtrechter moet beoordelen of de accountant bij het opstellen van zijn deskundigenbericht in strijd heeft gehandeld met de voor hem geldende beroeps- en gedragsregels. Ook als de accountant één partij bijstaat als deskundige. Het college wijst het verzoek van de klager af, omdat het anders de inhoud van het rapport opnieuw en integraal zou moeten onderzoeken.

Ad 2

Er is geen standaard (direct) van toepassing op deze werkzaamheden.

Ad 3

De bezwaren tegen het oordeel van de Accountantskamer over de invloed van de DCF-methode op de zogenaamde omzetverschuiving bespreekt het college niet meer inhoudelijk, omdat het al heeft gezegd dat het rapport een deugdelijke grondslag mist.

Het college vindt net als de Accountantskamer dat de schade-accountant voldoende heeft gedaan om het gebruik van het rapport in meerdere procedures te beperken.

Ad 4

Zie het oordeel ad 1.

Zaak nummer 17/420

Het beroep is ongegrond.

Ad a

Uit deze uitspraak van 2016 blijkt onmiskenbaar dat het college bij zijn oordeel ook heeft gekeken naar de periode tot aan deze uitspraak. Daarvan is al gezegd dat de huisaccountant de uitvoering van het civielrechtelijke vonnis van 12 november 2014 tegenwerkte. De Accountantskamer heeft terecht gezegd dat hij klachtonderdeel b niet inhoudelijk kan behandelen vanwege het ne bis in idem-beginsel.

De eventuele schending van het professionaliteitsbeginsel na deze uitspraak uit 2016 kan de accountant niet tuchtrechtelijk worden verweten, omdat zijn inschrijving volgens de toen opgelegde maatregel ten minste achttien maanden was doorgehaald.

Ad b

Ook in hoger beroep heeft POSU op geen enkele wijze duidelijk gemaakt dat de accountant de civiele rechter op het verkeerde been heeft gezet met een e-mailbericht aan de advocaat.

Het college vindt dat de huisaccountant de inbrengverklaring niet meteen hoefde in te trekken na het negatieve oordeel van de Accountantskamer hierover, omdat de accountant hoger beroep had ingesteld tegen dat oordeel. Het college vindt verder dat POSU ook in hoger beroep niet aannemelijk heeft gemaakt dat de accountant heeft samengespannen met de advocaat van de groep.

Maatregel

Zaak nummer 17/1546 en 17/1547

Berisping.

Zaak nummer 17/420

Doorhaling, waarbij de accountant niet binnen zes maanden mag verzoeken om herinschrijving in het accountantsregister.

Annotatie Lex van Almelo

Advocaten die een partijdig onderzoek willen, hebben niets aan een accountant. Als die zich wel aan de regels houdt, moet het onderzoek goed gefundeerd en niet eenzijdig zijn. En als de accountant die voorschriften aan zijn laars lapt, wordt zijn rapport onbruikbaar zodra de wederpartij de vinger legt op de gebreken.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.