Persoonsgericht onderzoek KPMG in orde
Een ontslagen gemeenteambtenaar heeft niet kunnen aantonen dat het onderzoek van KPMG naar zijn facturen niet deugde.
Accountantskamer
- Zaaknummers:
- 16/2542, 16/2543, 16/2544 en 16/2545 Wtra AK
- Datum uitspraak:
- 23 april 2018
- Oordeel:
- ongegrond
- Maatregel:
- geen
- Status:
- bevestigd, CBb 11 juni 2019, 18/999
- Vindplaats:
- ECLI:NL:TACAKN:2018:22, Samenvatting CBb-uitspraak
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
Een grote gemeente splitst in 2008 de functie van een ambtenaar van de dienst SoZaWe in een vaste aanstelling voor 13 uur per week en een tijdelijke aanstelling voor 27 uur per week. Beide functies lopen af per 1 januari 2012, waarna voor de vaste aanstelling een vervolg mogelijk is. De ambtenaar heeft hiernaast een eigen onderneming, die onder andere films maakt over vacatures.
In 2009 mag de ambtenaar 8 uur per week besteden aan de onderneming zonder dat de inkomsten daaruit worden verrekend. Vanaf 2010 wordt de tijdelijke aanstelling teruggebracht tot 19 uur “dan wel naar rato als de omvang en werktijden wijzigen”. De reis- en autokostenvergoeding zal worden aangepast aan de arbeidsduur. De ambtenaar mag met zijn onderneming geen klussen doen voor de gemeente en het samenwerkingsverband van de sociale diensten van de vier grote gemeenten.
Het bedrijf van de ambtenaar declareert via tussenstations bedragen bij SoZaWe en Divosa (de Vereniging van gemeentelijke directeuren in het sociaal domein). Soms direct op instructie van de ambtenaar, die de declaraties goedkeurt als budgethouder van een programmabureau en jeugdwerkloosheidsproject.
De SoZaWe-directie (tegenwoordig: Cluster Werk en Inkomen) draagt KPMG Advisory op de declaraties te onderzoeken. De accountants stellen vast dat de tussenstations in 2010 en 2011 8,5 ton hebben gedeclareerd bij SoZaWe en Divosa, waarvoor de bedrijven volgens KPMG “geen gebleken prestatie” hebben geleverd. De facturen komen ten laste van de budgetten waarvan de ambtenaar budgethouder was. Een bedrag van 37.605 euro is twee keer betaald op basis van verschillende facturen. De SoZaWe-directeur van de gemeente, de baas van de ambtenaar, had geen weet van de declaraties.
De accountants schrijven verder in hun rapport onder meer dat:
- de ambtenaar/ondernemer transparant had moeten zijn over de declaraties;
- dus direct aan de gemeente en Divosa had moeten declareren (voor zover er prestaties waren geleverd);
- de onderneming van de ambtenaar nog meer heeft gedeclareerd, maar bij die facturen hooguit onduidelijk is wat daarvoor is geleverd.
De ambtenaar wordt ontslagen en dient een klacht tegen de accountants in.
Klacht
De accountants hebben:
- gebrekkig onderzoek gedaan en een rapport geschreven dat niet goed te begrijpen is omdat het niet alle relevante gegevens bevat;
- geen oog gehad voor de objectieve waarheidsvinding en uitsluitend het belang van de opdrachtgever gediend;
- in het rapport de feiten en omstandigheden niet evenwichtig in de juiste context weergegeven, waardoor de objectieve waarheidsvinding door de rechter wordt belemmerd;
- onvoldoende hoor en wederhoor toegepast en zich onvoldoende rekenschap gegeven van het wederhoorcommentaar van de ambtenaar;
- verkeerde conclusies verbonden aan het wederhoorcommentaar van de ambtenaar;
- de ambtenaar ten onrechte geen gelegenheid gegeven om stukken of bescheiden (zoals gespreksverslagen van de interviews) in te zien;
- met hun toestemming een ondeugdelijk en onvolledig conceptrapport laten gebruiken in een lopende juridische procedure, zodat de objectieve waarheidsvinding wordt belemmerd;
- ten onrechte geen voorbehouden gemaakt of beperkingen aangegeven in het rapport;
- niet inhoudelijk gereageerd op de klachten die de ambtenaar indiende bij KPMG;
- geen onderzoek gedaan naar de melding van de ambtenaar dat de gemeente tegen de afspraken van het Convenant Jeugdwerkloosheid in een bedrag van 1,3 miljoen euro heeft gebruikt om de eigen gemeentelijke tekorten te dekken, terwijl dat bedrag bestemd was voor de regio;
- het definitieve rapport niet aan de ambtenaar gegeven;
- zich in januari 2014 ten onrechte bij de gemeente beklaagd over het gebrek aan medewerking van de ambtenaar;
- in oktober 2016 ten onrechte geschreven dat het wederhoorcommentaar van de ambtenaar is samengevat in hoofdstuk 9 van het (tweede concept)rapport;
- in oktober 2016 ten onrechte geschreven dat het commentaar van de ambtenaar integraal als bijlage bij het rapport is gevoegd.
Oordeel
De klacht is ongegrond, omdat de ambtenaar die – op enkele foutjes na - onvoldoende heeft onderbouwd.
Bril van toen
Volgens de klager waren er bijkomende feiten en omstandigheden die tot nader onderzoek noopten, zodat de accountants niet konden concluderen dat de facturen opdrachten betroffen die de onderneming van de ambtenaar volgens zijn aanstellingsovereenkomst niet had mogen aannemen, waarvoor een zakelijke basis ontbrak en die ten laste kwamen van de budgetten, waarvan de ambtenaar budgethouder was.
Bij de beoordeling van de handelwijze van de accountants gaat het er volgens de Accountantskamer niet om of de gewraakte classificatie (nog) houdbaar is in het licht van de inmiddels beschikbare informatie, maar of de accountants die classificatie konden handhaven toen zij in juli 2015 het rapport uitbrachten op basis van de informatie die zij toen hadden. Daarbij speelt mee of de accountants nader onderzoek hadden moeten doen naar aanleiding van het commentaar (van de ambtenaar) op het eerste conceptrapport.
KPMG hoefde geen nader onderzoek in te stellen naar aangedragen feiten en omstandigheden. Er is geen gedrags- of beroepsregel die bij een persoonsgericht onderzoek voorschrijft. Of dat moet, hangt af van de andere gegevens die voorhanden zijn en in dit geval noopten die niet tot nader onderzoek.
Verschrijvingen
De ambtenaar heeft gelijk dat de accountants een factuur van 20.825 euro ten onrechte aan een onderneming van hem hebben toegeschreven en zich hebben vergist in het jaartal waarin hij een opdracht heeft aangenomen. Maar die “kennelijke verschrijvingen” zijn te licht om tuchtrechtelijk verwijtbaar te zijn.
De accountants schrijven in het rapport dat de beschikbare documenten en de geïnterviewde personen niet de zienswijze onderschrijven die de ambtenaar gaf op de gang van zaken rond het aantal geproduceerde vacaturefilms en de afspraken daarover met de betrokken partijen. Omdat de accountants daarbij de verklaring van één getuige niet noemen, vindt de Accountantskamer die opmerking van de accountants “wat kort door de bocht”.
De formulering van de opmerking suggereert dat de beschikbare documenten geen enkel aanknopingspunt bieden voor de zienswijze van de ambtenaar, maar dat kan van de verklaring van deze getuige niet zonder meer worden gezegd. Op dit punt is de klacht gegrond. Dat het wederhoorcommentaar waarin de ambtenaar melding maakt van deze getuigenverklaring integraal als bijlage is opgenomen bij het rapport, maakt hiervoor niet uit. Per saldo is de omissie echter niet zwaar genoeg om tuchtrechtelijk verwijtbaar te kunnen zijn.
Datzelfde geldt voor een andere opmerking in het rapport. De ambtenaar zei in zijn wederhoorcommentaar onder meer dat er geen sprake was van “de(zelfde) inburgeringsopdracht”, maar van twee gefactureerde werkzaamheden die niets te maken hadden met de inburgeringsopdracht van zijn bv. De accountants suggereren ten onrechte in het rapport dat de stellingname van de ambtenaar impliceert dat dit niet zo is. Op dit onderdeel is het verwijt gegrond, ook al wordt de visie van de ambtenaar verderop in het rapport wel (correct) weergegeven.
Verifiëren
Verder hebben de accountants de ambtenaar inderdaad geen gelegenheid gegeven om zelf te verifiëren wat de geïnterviewde personen tegen hen hadden gezegd en of dit correct en, voor zover relevant, volledig in het rapport was weergegeven. Maar een persoonsgericht onderzoek als dit is bedoeld om onderzoek te verrichten voor de opdrachtgever, niet om de civiele of strafrechtelijke aansprakelijkheid van de onderzochte persoon vast te stellen.
Dat KPMG de gemeente toestemming heeft gegeven om het rapport over te leggen in het kader van een civiele procedure en/of strafrechtelijke aangifte tegen klager maakt hierbij niets uit. In die procedures kan de ambtenaar de inhoud van het rapport immers betwisten en daarover bewijsmateriaal leveren, zoals het horen van getuigen.
Splitsen
De Accountantskamer vindt het “opmerkelijk” dat de ambtenaar aan de ene kant zegt dat hij niets uit het zicht van SoZaWe wilde houden, maar aan de andere kant een tussenstation instrueerde een onverwacht hoog factuurbedrag te splitsen over twee facturen van twee bedrijven.
Ook de klacht over de klachtafhandeling door KPMG, dat niet inhoudelijk op zijn klacht zou zijn ingegaan, is ongegrond. De interne klacht was gericht aan de raad van bestuur van KPMG nv, dat de klacht liet afhandelen door het Compliance Office van KPMG. De accountants tegen wie de tuchtklacht is gericht, zijn niet (tuchtrechtelijk) verantwoordelijk voor de afhandeling van de interne klacht.
Maatregel
Geen.
Nadere informatie
De ontslagen ambtenaar heeft op 27 november 2017 een nieuwe klacht ingediend tegen de accountants. De Accountantskamer heeft deze klacht niet-ontvankelijk verklaard. Om te beginnen, is die ingediend buiten de driejaarstermijn, dus te laat. Verder zou een tweede zaak over hetzelfde feitencomplex een doublure vormen die in strijd is met het ne bis in idem-beginsel.