Tuchtrecht

OM en Belastingdienst moeten klacht binnen drie jaar indienen

Omdat het Openbaar Ministerie en de Belastingdienst één gestroomlijnde procedure hebben voor de indiening van tuchtklachten begint de verjaringstermijn al te lopen als de medewerker die het boekenonderzoek doet de verdachte feiten kent.

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Zaaknummers:
16/288
Datum uitspraak:
14 december 2017
Oordeel:
beroep gegrond / klacht niet-ontvankelijk
Maatregel:
geen ipv waarschuwing
Status:
definitief
Vindplaats:
ECLI:NL:CBB:2017:479

Belangrijkste feiten

Een accountant-administratieconsulent c.q. RB-belastingadviseur stelt de rekeningen samen en doet de ob-aangiften van een paardenhandel. Het bedrijf is bv in oprichting en is in handen van twee broers. Het kantoor van de accountant/adviseur heeft vanaf het derde kwartaal van 2009 tot en met het eerste kwartaal van 2012 de aangiften omzetbelasting ingediend en een bedrag van 157.247 euro teruggevraagd voor de paardenhandelaren.

Eén van de broers heeft een eenmanszaak, waarmee hij handelt in Lusitano-paarden. De accountant stelt een overeenkomst van geldlening op tussen de bv i.o. en de eenmanszaak. Daarbij leent de eenmanszaak vier ton uit aan de bv i.o. Over het eerste kwartaal 2012 wordt 17.062 euro omzetbelasting teruggevraagd.

Voor de Belastingdienst is het verzoek aanleiding om enkele vragen te stellen. De accountant wijst er in zijn antwoord op dat zijn cliënt in paarden handelt en het door de economische crisis slecht gaat in deze branche. Daarom is er in het eerste kwartaal van 2012 geen belaste omzet geweest. De accountant stuurt een kopie toe van de vier onderliggende facturen die tezamen iets meer dan een ton belopen.

De Belastingdienst begint een boekenonderzoek, dat uitmondt in een strafrechtelijk onderzoek. De FIOD vindt een afwerkingsmemorandum, waarin de accountant onder meer vaststelt dat de schuld aan de eenmanszaak 538.665 euro bedraagt, terwijl een leningsovereenkomst ontbreekt. Hij vraagt zich af of die gemaakt moet worden.

Het Openbaar Ministerie verdenkt de broers ervan dat zij via de bv i.o. en de eenmanszaak vooral op papier handelen in paarden en omzetbelasting terugvragen op basis van valse en onbetaalde facturen. Het OM dient een klacht tegen de accountant in. De Accountantskamer verklaart de klacht gegrond en legt een waarschuwing op aan de ‘vergaand naïeve’ accountant.

Beroepsgronden

De accountant vindt dat de Accountantskamer de klacht ten onrechte ontvankelijk heeft verklaard, want het OM heeft de klacht veel te laat ingediend. De FIOD/Belastingdienst was namelijk meer dan drie jaar voordat het OM de klacht indiende op de hoogte van de gewraakte feiten.

Oordeel

Het beroep is gegrond.

De samenwerking tussen FIOD, Belastingdienst en OM is innig. Wanneer een belastingambtenaar constateert dat een accountant belastingfraude heeft gefaciliteerd, is het de bedoeling dat hij daarvan melding maakt bij de FIOD. Als de FIOD vindt dat het drempelbedrag uit de interne aanmeldingsrichtlijnen is overschreden en er sprake is van opzet wordt de zaak voorgelegd aan het selectieoverleg. Daaraan doen ambtenaren van de FIOD en de Belastingdienst mee, die toetsen of de zaak ‘aanmeldingswaardig’ is en of deze op basis van bewijsbaarheid in aanmerking komt voor opsporing.

Als de zaak vervolgens ‘potentieel vervolgingswaardig’ is, buigt het Tripartite Overleg (TPO) van FIOD, Belastingdienst en OM zich over de kwestie. Als het TPO opsporing en vervolging nodig vindt, legt de FIOD een onderzoeksvoorstel voor aan de officier van justitie en gaat over tot de opsporing. De officier van justitie beslist uiteindelijk of tot vervolging wordt overgegaan en/of er een tuchtklacht zal worden ingediend tegen de accountant. Gespecialiseerde FIOD-accountants stellen de klacht op voor het OM. De klacht wordt onderbouwd met informatie uit het strafdossier. De FIOD-accountants voeren de procedures als gemachtigde van het OM.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven is het niet met de accountant eens dat FIOD en OM op deze manier de verjaringstermijn proberen te ontduiken. Het college wijst erop dat:

  • het OM zich sinds 2011 bedient van het tuchtrecht als één van de mogelijke afdoeningsmodaliteiten bij laakbaar of strafbaar gedrag van dienstverleners;
  • het OM sinds medio 2011 tegen zesentwintig accountants een tuchtklacht heeft ingediend;
  • de Belastingdienst nog nooit zelfstandig een tuchtklacht tegen een accountant heeft ingediend.

Er is dus sprake van één gestroomlijnde procedure, waarbij een melding vanuit de Belastingdienst uiteindelijk resulteert in een strafrechtelijke vervolging en/of indiening van een tuchtklacht door het OM. Door deze nauwe samenwerking begint de driejaarstermijn te lopen als de Belastingdienst redelijkerwijs kan vermoeden dat de accountant in strijd heeft gehandeld met de regels of met het belang van een goede uitoefening van het accountantsberoep. Het OM moet de klacht dus gewoon binnen drie jaar indienen.

In dit geval zijn de drie jaar ingegaan toen op 24 augustus 2012 een brief met de geldleningsovereenkomst naar de al wantrouwige medewerker van Belastingdienst werd gestuurd. Aan die overeenkomst zaten volgens de Belastingdienst de volgende luchtjes:

  • er zou 2,5 procent rente in rekening worden gebracht, terwijl in de jaarrekening stond dat er geen rente werd berekend;
  • het contract was opgemaakt in hetzelfde lettertype als het accountantskantoor in zijn correspondentie gebruikt;
  • het contract was (dus) vermoedelijk opgemaakt door het accountantskantoor.

Aangezien de klacht is ingediend op 22 september 2015 waren er meer dan drie jaren verstreken en had de Accountantskamer de klacht niet-ontvankelijk moeten verklaren.

Maatregel

Geen.

Annotatie Lex van Almelo

Tuchtrechtformaliteiten zijn vaak niet zo boeiend. Maar als die ertoe leiden dat een klacht niet inhoudelijk hoort te worden behandeld, worden ze interessant. Want als je je niet aan de spelregels houdt, moet het doelpunt worden afgekeurd. En in dit geval stond het OM negenentwintig dagen buitenspel.

De accountant voerde nog aan dat de Belastingdienst vals had gespeeld door het dossier aan het OM te geven om de buitenspelval te omzeilen. Maar dat ziet het college dus anders. Het is beleid van het OM om accountants tuchtrechtelijk op de korrel te nemen als zij fraude faciliteren. Daarvoor bestaat een compleet stappen- en afwegingsplan, waarin de medewerker van de Belastingdienst het eerste stapje zet een gespecialiseerde FIOD-accountant de laatste stap namens het OM. De klagende accountant was meer dan vier weken te laat.

De uitspraak bevredigt het rechtsgevoel voor zover de autoriteiten aan dezelfde spelregels worden gehouden als de minder toegeruste klager. Dat de advocaat van de accountant merkbaar trots is op deze uitspraak geeft in zekere zin te denken. Het is juridisch gezien knap hoe hij zijn cliënt ‘vrij’ heeft gekregen. Volgens zijn beroepsregels hoort de advocaat dat ook te doen. Maar inhoudelijk had de Accountantskamer volkomen gelijk in deze zaak.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.