Platonische relatie met cliënt
Twee accountants-administratieconsulenten deden hun werk zonder de opdrachtgevers te hebben gezien, zonder zich een oordeel te hebben gevormd over de bedrijfsactiviteiten en zonder duidelijk te maken wie waarvoor verantwoordelijk was.
Accountantskamer
- Zaaknummers:
- 16/1373 en 16/1374 Wtra AK
- Datum uitspraak:
- 27 maart 2017
- Oordeel:
- deels gegrond
- Maatregel:
- waarschuwing
- Status:
- deels vernietigd, CBb 18 januari 2018, 17/724
- Vindplaats:
- ECLI:NL:TACAKN:2017:22, Samenvatting CBb-uitspraak
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
Een belastingadviseur doet de belastingaangiften en voert de financiële administratie voor een bv en een nv en drie aandeelhouders. Het kantoor van de adviseur gaat nauw samenwerken met een accountantskantoor en neemt dezelfde voornaam aan als dat kantoor. De fiscalisten en juristen zitten in hetzelfde gebouw als de accountants en hebben hetzelfde secretariaat.
Een assistent-accountant van het accountantskantoor stelt de jaarrekeningen 2013 en 2014 van de bv en de nv samen. Zij werkt onder verantwoordelijkheid van een accountant-administratieconsulent. Deze AA ondertekent de samenstellingsverklaring die een andere AA afgeeft bij de jaarrekening 2014 van de ondernemingen. De andere AA geeft ook een samenstellingsverklaring af bij de jaarrekening 2013. De vrouw was voor de samensmelting van beide kantoren in dienst bij het fiscaal-juridisch kantoor.
De belastingadviseur blijft de contactpersoon van de ondernemingen. Medio 2015 gaat er iets mis. Het secretariaat verwisselt abusievelijk de conceptaangiften inkomstenbelasting 2014 van de aandeelhouders met die van een andere klant. Daardoor ontvangen de aandeelhouders en die andere klant elkaars conceptaangifte.
De drie aandeelhouders en de bv en nv dienen een klacht tegen de twee AA’s in bij de Accountantskamer.
Klacht
De accountants hebben:
a. diverse schimmige samenwerkingsconstructies door elkaar heen gebruikt, waardoor in het geval van een klacht onduidelijk is wie verantwoordelijk is;
b. facturen verzonden voor werkzaamheden die zij niet hebben verricht;
c. stukken met zeer privacygevoelige gegevens aan derden gestuurd;
d. aangedrongen op het ondertekenen van een opdrachtbevestiging voor het samenstellen van een jaarrekening;
e. aangedrongen op het ondertekenen van een opdrachtbevestiging voor het samenstellen van een jaarrekening en die zelf ondertekend zonder dat de feitelijke werkzaamheden zijn verricht door de tekenende accountant.
Oordeel
De klachtonderdelen a en d zijn gegrond; de rest van de klacht is ongegrond.
Ad a en d
Bij de jaarrekeningen 2013 en 2014 zijn samenstellingsverklaringen afgegeven op basis van Standaard 4410 (oud) van de NVCOS. Volgens paragraaf 7 van deze standaard moet een accountant ervoor zorgen dat hij zeker weet dat er tussen de opdrachtgever en hem overeenstemming bestaat over de opdrachtvoorwaarden. Volgens paragraaf 11 van deze standaard moet de accountant een globaal beeld hebben van de bedrijfsactiviteiten van de entiteit. Die kennis heeft hij uit hoofde van zijn ervaring met de entiteit of heeft hij verkregen door het inwinnen van inlichtingen (paragraaf 12).
Volgens voornoemde Standaard 4410 en van de fundamentele beginselen van deskundigheid en zorgvuldigheid en van professioneel gedrag respectievelijk van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid moet de accountant voordat hij de opdracht gaat uitvoeren persoonlijk contact hebben met een vertegenwoordiger van de entiteit, zodat hij zich op basis van zijn eigen waarneming een oordeel kan vormen over de bedrijfsactiviteiten van de entiteit en over de persoon of personen die de entiteit vertegenwoordigen.
Voornoemde standaard en de fundamentele beginselen vergen ook dat de accountant voor de aanvaarding van een opdracht duidelijk maakt aan zijn opdrachtgever (bij voorkeur in een opdrachtbevestiging en bij voorkeur voordat hij aan de slag gaat) dat hij verantwoordelijkheid draagt voor uit te voeren (samenstellings-)werkzaamheden en aan welk kantoor(onderdeel) hij is verbonden.
De verplichting tot persoonlijk contact maakt het ook mogelijk dat een opdrachtgever in vrijheid beslist aan wie hij een opdracht verstrekt. Persoonlijk contact en een opdrachtbevestiging of een vergelijkbaar stuk vergemakkelijken ook de naleving van de verplichting om als accountantskantoor de integriteit van de cliënt te onderzoeken bij aanvaarding of continuering van een opdracht.
In deze zaak hebben de AA’s vooraf geen persoonlijk contact gehad met de vertegenwoordigers van de vennootschappen. De aandeelhouders hebben net als vroeger alleen contact gehad met de belastingadviseur. Er zijn geen stukken waaruit blijkt dat de accountants duidelijk hebben gemaakt bij welk kantoor(onderdeel) zij werken en wie precies verantwoordelijk is/zijn voor de samenstellingswerkzaamheden.
De AA die de samenstellingsverklaringen heeft afgegeven bij de jaarrekeningen 2013 en de jaarrekeningen 2014 heeft zich tweemaal niet gehouden aan bovengenoemde verplichtingen. De tweede AA, die alleen de samenstellingsverklaringen bij de jaarrekeningen 2014 mede heeft ondertekend, is die verplichtingen één keer niet nagekomen.
Verder hadden de accountants niet mogen aandringen op het ondertekenen van opdrachtbevestigingen voor het samenstellen van de jaarrekeningen 2013 en 2014. Zij hadden de opdrachtgevers pas kunnen vragen om ondertekening nadat zij persoonlijk contact met hen hadden gehad en duidelijk was wie waarvoor verantwoordelijk was.
Dit belet de verantwoordelijke accountant overigens niet de werkzaamheden door anderen op kantoor te laten uitvoeren. Of en aan wie de klagers moeten betalen, moet de civiele rechter beoordelen.
Ad b
Het gaat om een eenmalige vergissing en de klagers hebben deze factuur niet betaald.
Ad c
Een accountant kan alleen tuchtrechtelijk verantwoordelijk zijn voor wat hij zelf heeft gedaan of nagelaten of waarvoor hij direct verantwoordelijk is. De fiscale werkzaamheden zijn uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de belastingadviseur door de fiscaal-juristen. Ook de secretariaatswerkzaamheden op fiscaal gebied zijn uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de belastingadviseur.
Omdat de fiscalist als lid van het RB via zijn eigen tuchtrecht kan worden aangesproken, is er in dit geval geen reden de bestuurder en enige eindverantwoordelijke binnen de accountantspraktijk mede tuchtrechtelijk verantwoordelijk te houden voor de verkeerd geadresseerde en verkeerd bezorgde conceptaangiften inkomstenbelasting 2014. Dat de tweede AA hierna heeft samengewerkt met de belastingadviseur om tot een oplossing te komen, maakt hem niet tuchtrechtelijk verantwoordelijk.
Ad e
Dit klachtonderdeel is onvoldoende onderbouwd.
Maatregel
Waarschuwing.Persoonlijk contact met de opdrachtgever en duidelijkheid over de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van een opdracht zijn essentiële verplichtingen.